Samenvatting hoorcolleges 1 t/m 7 Foundations of social science and public administration
(FSSPA).
Bestuurskunde jaar 2, blok 2.
Tentamen: 19-12-2022
Onderwerpen:
Week 1: wat is het verschil?
Week 2: wat onderscheidt de sociale wetenschappen?
Week 3: puzzels oplossen of falsificeren?
Week 4: een sociale wetenschap: pragmatisme en bestuurskunde
Week 5: tegen de wetenschap?
Week 6: alternatief feit of andere mening?
Week 7: bestuurskunde als kunst en wetenschap
Week 1: wat is het verschil?
Kernvragen van het vak
• Wat maakt sommige kennis wetenschappelijk, en andere niet?
• Hoe kunnen we een onderscheid maken tussen wetenschap en niet-wetenschap?
• Wat maakt dat uit voor beleid?
Is natuurkunde een wetenschap?
Ja, natuurkunde gaat over bewezen waarheden (wet van de zwaartekracht bijvoorbeeld).
Het is toetsbaar en het levert feiten op.
Is bestuurskunde wetenschap?
Minder exacte wetmatigheden dan bij natuurkunde, iets meer descriptief.
Of: ja, er zijn wetmatigheden dus wel wetenschap.
,Wat is wetenschapsfilosofie?
Drie focuspunten waar wetenschapsfilosofie zich op richt:
1. Ontologie (ontos=zijn): waar is de wereld van gemaakt? Hoe verhouden wij ons als
mensen tot die wereld? Metafysica.
Bepaalt God hoe de wereld eruitziet of zijn er natuurwetten?
Metafysica: vragen over het wezen van de fysica, de fysieke wereld om ons heen.
2. Epistemologie (episteme= ware kennis): wat is kennis, wat is weten?
3. Methodologie (methodos= weg, pad, spoor): wat zijn adequate manieren om kennis op
te doen?
Bijvoorbeeld interviews of surveys houden?
Thema’s van het vak
• Focus op epistemologie van de sociale wetenschappen.
Wat telt als kennis van de sociale wereld?
Gefocust op Bestuurskunde: wat telt mee als wetenschappelijke kennis?
• Afbakeningsprobleem (separation, demarcation, delimitation).
Het probleem van het scheiden van wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke
kennis.
Voor de wetenschappelijke revolutie: op Aristoteles gebaseerd empirisme (pre 17 e eeuw)
Zeer centrale rol voor deductieve logica
o (Deductie: bestaande theorie koppelen)
Nauwe banden met theologie
,De empirische cyclus
Waar komt het afbakeningsprobleem vandaan?
• De wetenschappelijke revolutie (16e -17e eeuw)
Tijdens de WR ontstonden nieuwe wetenschappelijke theorieën en ontdekkingen
waar nooit eerder over nagedacht was.
Tak In de wetenschap die ging onderzoeken wat “wetenschappelijk” daadwerkelijk is.
Veel kritiek op non-wetenschap.
• De verlichting (17e -18e eeuw)
Beweging die ervoor zorgt dat we weggaan van autoriteitsargumenten (we doen dit
omdat God het wil of; omdat de koning het wil).
Rationele manier van nadenken over de staat.
Mensen wilden bewijzen voor beweringen hebben.
17e eeuw:
Nieuw rationalisme
Descartes
Deductie
, Nieuw empirisme
Francis Bacons (1561-1626) Novum Organum
Inductie: een nieuwe theorie proberen te creëren
Descartes – de essentie (nieuw rationalisme)
Wetenschap moet gebaseerd zijn op onweerlegbare waarheden.
o Onweerlegbaar (niet te weerleggen, bewezen): alles waar je ook maar een
beetje aan kan twijfelen is volgens Descartes weerlegbaar.
Alles waar je aan kan twijfelen, is niet waar genoeg en mag niet als kennis
beschouwd worden.
Mijn zintuigen bedriegen me soms (optisch bedrog)
Mijn gedachten bedriegen me soms ook
Het enige wat ik zeker weet, is dat ik dit denk, en dat ik twijfel. Je weet nooit iets
zeker -> Cogito ergo sum
Wiskundige wetmatigheden, het bestaan van God
Francis Bacon – de essentie (nieuw empirisme)
Volgens Bacon moet de waarheid gebaseerd zijn op het bewijs van de zintuigen. Bacon was een
empirist. Volgens Bacon zijn de beelden die wij hebben van de werkelijkheid vaak erg vervormd.
Een kritiek (een kritiek op veronderstellingen van de oude wetenschap, je loopt het risico om in
deze valkuilen te lopen):
Idols of the tribe
o Dingen die eigen zijn aan mensen. Iedereen maakt fouten en dat is menselijk,
maar dat zorgt ook voor vroegtijdige conclusies.
o Ex: Optische illusie
Idols of the cave
o Opvoeding en educatie van individuen bepalen veel. Extremen moeten
ontweken worden.
(FSSPA).
Bestuurskunde jaar 2, blok 2.
Tentamen: 19-12-2022
Onderwerpen:
Week 1: wat is het verschil?
Week 2: wat onderscheidt de sociale wetenschappen?
Week 3: puzzels oplossen of falsificeren?
Week 4: een sociale wetenschap: pragmatisme en bestuurskunde
Week 5: tegen de wetenschap?
Week 6: alternatief feit of andere mening?
Week 7: bestuurskunde als kunst en wetenschap
Week 1: wat is het verschil?
Kernvragen van het vak
• Wat maakt sommige kennis wetenschappelijk, en andere niet?
• Hoe kunnen we een onderscheid maken tussen wetenschap en niet-wetenschap?
• Wat maakt dat uit voor beleid?
Is natuurkunde een wetenschap?
Ja, natuurkunde gaat over bewezen waarheden (wet van de zwaartekracht bijvoorbeeld).
Het is toetsbaar en het levert feiten op.
Is bestuurskunde wetenschap?
Minder exacte wetmatigheden dan bij natuurkunde, iets meer descriptief.
Of: ja, er zijn wetmatigheden dus wel wetenschap.
,Wat is wetenschapsfilosofie?
Drie focuspunten waar wetenschapsfilosofie zich op richt:
1. Ontologie (ontos=zijn): waar is de wereld van gemaakt? Hoe verhouden wij ons als
mensen tot die wereld? Metafysica.
Bepaalt God hoe de wereld eruitziet of zijn er natuurwetten?
Metafysica: vragen over het wezen van de fysica, de fysieke wereld om ons heen.
2. Epistemologie (episteme= ware kennis): wat is kennis, wat is weten?
3. Methodologie (methodos= weg, pad, spoor): wat zijn adequate manieren om kennis op
te doen?
Bijvoorbeeld interviews of surveys houden?
Thema’s van het vak
• Focus op epistemologie van de sociale wetenschappen.
Wat telt als kennis van de sociale wereld?
Gefocust op Bestuurskunde: wat telt mee als wetenschappelijke kennis?
• Afbakeningsprobleem (separation, demarcation, delimitation).
Het probleem van het scheiden van wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke
kennis.
Voor de wetenschappelijke revolutie: op Aristoteles gebaseerd empirisme (pre 17 e eeuw)
Zeer centrale rol voor deductieve logica
o (Deductie: bestaande theorie koppelen)
Nauwe banden met theologie
,De empirische cyclus
Waar komt het afbakeningsprobleem vandaan?
• De wetenschappelijke revolutie (16e -17e eeuw)
Tijdens de WR ontstonden nieuwe wetenschappelijke theorieën en ontdekkingen
waar nooit eerder over nagedacht was.
Tak In de wetenschap die ging onderzoeken wat “wetenschappelijk” daadwerkelijk is.
Veel kritiek op non-wetenschap.
• De verlichting (17e -18e eeuw)
Beweging die ervoor zorgt dat we weggaan van autoriteitsargumenten (we doen dit
omdat God het wil of; omdat de koning het wil).
Rationele manier van nadenken over de staat.
Mensen wilden bewijzen voor beweringen hebben.
17e eeuw:
Nieuw rationalisme
Descartes
Deductie
, Nieuw empirisme
Francis Bacons (1561-1626) Novum Organum
Inductie: een nieuwe theorie proberen te creëren
Descartes – de essentie (nieuw rationalisme)
Wetenschap moet gebaseerd zijn op onweerlegbare waarheden.
o Onweerlegbaar (niet te weerleggen, bewezen): alles waar je ook maar een
beetje aan kan twijfelen is volgens Descartes weerlegbaar.
Alles waar je aan kan twijfelen, is niet waar genoeg en mag niet als kennis
beschouwd worden.
Mijn zintuigen bedriegen me soms (optisch bedrog)
Mijn gedachten bedriegen me soms ook
Het enige wat ik zeker weet, is dat ik dit denk, en dat ik twijfel. Je weet nooit iets
zeker -> Cogito ergo sum
Wiskundige wetmatigheden, het bestaan van God
Francis Bacon – de essentie (nieuw empirisme)
Volgens Bacon moet de waarheid gebaseerd zijn op het bewijs van de zintuigen. Bacon was een
empirist. Volgens Bacon zijn de beelden die wij hebben van de werkelijkheid vaak erg vervormd.
Een kritiek (een kritiek op veronderstellingen van de oude wetenschap, je loopt het risico om in
deze valkuilen te lopen):
Idols of the tribe
o Dingen die eigen zijn aan mensen. Iedereen maakt fouten en dat is menselijk,
maar dat zorgt ook voor vroegtijdige conclusies.
o Ex: Optische illusie
Idols of the cave
o Opvoeding en educatie van individuen bepalen veel. Extremen moeten
ontweken worden.
