Samenvatting Inkoop
Hoofdstuk 1.
Waardeketen van Porter. Geeft overzicht van de waarde activiteiten verdeeld over de secundaire en
primaire activiteiten. Primaire activiteiten bestaan uit: Inkomende logistiek, Operationeel
management, uitgaande logistiek, marketing en verkoop en service. De secundaire activiteiten
bestaan uit: Inkoop, technologie en ontwikkeling, HRM en infrastructuur organisatie.
Via de Dupont-analyse kan je bekijken wat een kostenbesparing aan rendement oplevert. Dit kan
door het verlengen van de betalingstermijn van leverancier, aandacht schenken aan de kwaliteit van
leveringen, frequenter leveren van leveranciers en kernactiviteiten uitbesteden.
Het PMI (Purchasing Managers Index) verschijnt elke 1 e van de maand. Er wordt een enquête
ingevuld door grote inkoop managers in verschillende landen. Score onder de 50.0 betekend een
daling in de economische activiteit.
Een spend-analyse wordt gebruik om inkoop gebonden kosten te achterhalen. De analyse wordt in 4
hoofdgroepen verdeeld. Investeringsgoederen/kapitaalgoederen (zijn goederen die je niet in 1 keer
afschrijft). Grondstoffen (Natuurlijke stoffen die worden gebruikt om iets van de maken of te
fabriceren). Hulpstoffen (Deze stoffen worden gebruikt in het proces, zoals koelvloeistoffen).
Halffabricaten (deze producten maken fysiek onderdeel uit van het eindproduct). Componenten (Een
compartiment dat geen fysieke verandering ondergaat maar wel deel is van het eindproduct).
Gereed product (inkopen om te verkopen met winst). Diensten.
Inkoopsegmenten zijn samenhangende groepen van kostensoorten.
Inkoopvolume is het aantal leveranciers en het aantal facturen. ABC-analyse wordt gebruikt om
leveranciers op grootte te sorteren tegenover het totale volume. A = 20% inkoopsegmenten staat
tegenover 80% van het inkoopvolume. B = 30 % inkoopsegmenten staat tegenover 18% van het
inkoopvolume. C = 50% inkoopsegmenten staat tegenover 2% van het inkoopvolume.
Inkoopactieplan is een middel waarmee in inkoopafdeling aandacht kan claimen voor de
doelstellingen van de organisatie en de business in relatie tot de inkoopdoelstellingen. Onderdelen
die terug komen in het inkoopactieplan zijn: Strategie, structuur, cultuur, personeel en instrumenten.
SWOT-analyse is een sterkte en zwakte analyse. Sterke- en zwakke punten komen voort uit de
interne analyse en de kansen en bedreigingen komen voort uit de externe analyse.
Het ontwikkelen van een inkoopactieplan gaat als volgt: Uitgangspunten en randvoorwaarden,
Externe analyse, interne analyse, uitwerking van strategische opties, waardering en strategiekeuze,
uitwerking en planning en implementatie en bewaking van de voortgang.
Inkoopmissie beschrijft kort wat de organisatie samen wilt bereiken. De inkoopvisie beschrijft wat wij
dagelijks doen om onze inkoopmissie te halen. Een goede inkoopmissie bestaat uit 5 onderdelen.
Werkterrein, bestaansrecht, betekenis voor stakeholders, normen, waarden en overtuigingen en
,intenties en ambities. Inkoopvisie bestaat uit 3 onderdelen. Omgevingsbeleid, gewenste positie en
succesformule.
Organisaties proberen via 3 strategieën in te spelen op de snel veranderende concurrentieomgeving.
Focusstrategie, Focussen op de kernactiviteit en ondersteunende functies uitbesteden.
Optimalisatiestrategie, het verbeteren van de structuren en werkprocessen door bijv.
kostenverlaging. Expansiestrategie, door fusies en overnames macht uitbreiden.
Kostenvermijding gaat door middel van druk uitoefenen op de leverancier door grote partijen te
kopen of aangeboden kortingen te accepteren. Kostenvermindering gaat door het verlagen van
kosten.
Hoofdstuk 2
Het inkoopmanagementproces bevat de volgende activiteiten:
Inkoopmarktonderzoek, inkoopdoelstellingen, realiseren inkoopdoelstellingen, uitwerken
inkoopstrategie in concrete activiteiten, uitvoeren tactisch en operationeel inkoop en controleren en
evalueren of de inkoopdoelstellingen zijn bereikt.
Inkoopmarktonderzoek is het aanwenden van subjectieve en objectieve onderzoeksmethoden voor
het verzamelen en analyseren van informatie over de inkoop van producten of diensten. Dit gebeurt
op 3 niveaus. Macro-economisch (per markt, land, regio of werelddeel). Meso-economisch (bepaalde
bedrijfstakken zoals werkgelegenheid). Micro-economisch (hier richt het onderzoek zich op bepaalde
leveranciers en producten/diensten).
Het inkoopontwikkelingsmodel laat zien hoe de inkoopfunctie zich ontwikkeld. Dit gaat in 6 fasen
waar 4 aspecten in voorkomen. Integratie, positie van inkoop binnen de organisatie, contract- en
leveranciersmanagement en de relatie met de leveranciers. De volgende punten bepalen de snelheid
van de ontwikkeling van inkoopfunctie. Concurrentieomgeving, strategie van de organisatie,
uitbestedings- respectievelijk inkoopquote, inkoopautomatisering, betrokkenheid topmanagement
en leiderschap.
In de Transactie-oriëntatie fase ontleent de inkoper haar toegevoegde waarde aan het tijdig
beschikbaar stellen van producten en diensten aan de primaire en secundaire bedrijfsactiviteiten. In
de Commerciele-orientatie fase koopt de inkoper in op de laagste prijs. Bij gecoördineerde inkoop
fase is er sprake van een centrale inkoopafdeling en een aantal decentrale inkoop- of
bestelafdelingen. In de interne integratie fase vindt de organisatie de beheersing van de
inkoopprocessen belangrijker dan de vraag of de inkoopafdeling de leiding moet hebben over de
inkoopprojecten. In de Externe integratie fase vindt de uitbesteding plaats. In de waard gerichte
oriëntatie fase is de inkoopstrategie volledig geïntegreerd in de ondernemingsstrategie.
Hoofdstuk 3
Er zijn 3 hoofdsoorten die aan de basis liggen van elke inkooporganisatie. Centrale inkooporganisatie:
hier voert 1 inkoopafdeling de tactische inkoop uit. Decentrale inkooporganisatie: meerdere
afdelingen die op tactisch niveau inkopen. Interne klanten zijn hierbij rechtstreeks betrokken bij het
, bestellen, bewaken en de nazorg. Gecoördineerde inkooporganisatie: Hierbij worden verschillende
medewerkers uit verschillende afdelingen betrokken bij het inkoopproces.
Het verschil tussen de inkoopprocedures en methodes zijn dat de procedures een stapsgewijs en zo
gedetailleerd mogelijk aangeeft wie welke handeling verricht. De methode geeft aan hoe men een
bepaalde handeling uitvoert en welke instrumenten daarbij belangrijk zijn.
Hoofdstuk 4
ERP (Enterprise Resource Planning) software voorziet van een naadloze integratie van alle
informatiestromen in de organisatie op gebied van financieel, inkoop, logistiek, commercieel en
personeelsgebied. Een voorbeeld hiervan is SAP.
Het integreren van softwareapplicatie kent 5 hoofdtoepassingen. Productie- en inkoopmanagement,
voorraad-, distributie en servicemanagement, financiën, personeelsbeheer en engineering en
product datamanagement.
Product data management (PDM) is het verspreiden van basisgegevens over producten en
processen.
Business intelligence tools (BIT) haalt managementinformatie uit de ERP en databases voor tactische
en strategische besluitvorming.
Supplier Relationship Management (SRM) staat voor het contact met de leverancier onderhouden tot
en met de afhandeling van het proces van bestellen, betalen, bewaken en nazorg.
Electronic Data Interchange (EDI) zorgt voor communicatie tussen systemen zonder menselijke
toevoeging. Er is pas sprake van EDI wanneer er berichtwisseling plaatsvind tussen meerdere
computerapplicaties van diverse organisaties.
E-procurement staat voor elektronische inkoop.
E-commerce is het kopen en verkopen via internet.
E-business omvat het integreren van ICT in alle aspecten van de organisatie.
E-ordering is het elektronisch aanvragen, bestellen en melden van ontvangen producten en diensten.
E-invoicing is het elektronisch verzenden, ontvangen en verwerken van facturen.
E-sourcing is het online identificeren van leveranciers, producten en of diensten.
E-tendering is een online offerteaanvraag.
Purchasing Intelligence helpt de inkoper bij definitie van de prestatie-indicatoren, vastlegging van de
normwaarden, verzameling van de gegevens, berekening van de gerealiseerde prestaties en
totstandkoming van de adviezen.
Purchase-to-pay zorgt voor controle en transparantie gedurende levenscyclus van een transactie
vanaf het moment van bestellen tot het moment van betalen van de factuur.
Hoofdstuk 1.
Waardeketen van Porter. Geeft overzicht van de waarde activiteiten verdeeld over de secundaire en
primaire activiteiten. Primaire activiteiten bestaan uit: Inkomende logistiek, Operationeel
management, uitgaande logistiek, marketing en verkoop en service. De secundaire activiteiten
bestaan uit: Inkoop, technologie en ontwikkeling, HRM en infrastructuur organisatie.
Via de Dupont-analyse kan je bekijken wat een kostenbesparing aan rendement oplevert. Dit kan
door het verlengen van de betalingstermijn van leverancier, aandacht schenken aan de kwaliteit van
leveringen, frequenter leveren van leveranciers en kernactiviteiten uitbesteden.
Het PMI (Purchasing Managers Index) verschijnt elke 1 e van de maand. Er wordt een enquête
ingevuld door grote inkoop managers in verschillende landen. Score onder de 50.0 betekend een
daling in de economische activiteit.
Een spend-analyse wordt gebruik om inkoop gebonden kosten te achterhalen. De analyse wordt in 4
hoofdgroepen verdeeld. Investeringsgoederen/kapitaalgoederen (zijn goederen die je niet in 1 keer
afschrijft). Grondstoffen (Natuurlijke stoffen die worden gebruikt om iets van de maken of te
fabriceren). Hulpstoffen (Deze stoffen worden gebruikt in het proces, zoals koelvloeistoffen).
Halffabricaten (deze producten maken fysiek onderdeel uit van het eindproduct). Componenten (Een
compartiment dat geen fysieke verandering ondergaat maar wel deel is van het eindproduct).
Gereed product (inkopen om te verkopen met winst). Diensten.
Inkoopsegmenten zijn samenhangende groepen van kostensoorten.
Inkoopvolume is het aantal leveranciers en het aantal facturen. ABC-analyse wordt gebruikt om
leveranciers op grootte te sorteren tegenover het totale volume. A = 20% inkoopsegmenten staat
tegenover 80% van het inkoopvolume. B = 30 % inkoopsegmenten staat tegenover 18% van het
inkoopvolume. C = 50% inkoopsegmenten staat tegenover 2% van het inkoopvolume.
Inkoopactieplan is een middel waarmee in inkoopafdeling aandacht kan claimen voor de
doelstellingen van de organisatie en de business in relatie tot de inkoopdoelstellingen. Onderdelen
die terug komen in het inkoopactieplan zijn: Strategie, structuur, cultuur, personeel en instrumenten.
SWOT-analyse is een sterkte en zwakte analyse. Sterke- en zwakke punten komen voort uit de
interne analyse en de kansen en bedreigingen komen voort uit de externe analyse.
Het ontwikkelen van een inkoopactieplan gaat als volgt: Uitgangspunten en randvoorwaarden,
Externe analyse, interne analyse, uitwerking van strategische opties, waardering en strategiekeuze,
uitwerking en planning en implementatie en bewaking van de voortgang.
Inkoopmissie beschrijft kort wat de organisatie samen wilt bereiken. De inkoopvisie beschrijft wat wij
dagelijks doen om onze inkoopmissie te halen. Een goede inkoopmissie bestaat uit 5 onderdelen.
Werkterrein, bestaansrecht, betekenis voor stakeholders, normen, waarden en overtuigingen en
,intenties en ambities. Inkoopvisie bestaat uit 3 onderdelen. Omgevingsbeleid, gewenste positie en
succesformule.
Organisaties proberen via 3 strategieën in te spelen op de snel veranderende concurrentieomgeving.
Focusstrategie, Focussen op de kernactiviteit en ondersteunende functies uitbesteden.
Optimalisatiestrategie, het verbeteren van de structuren en werkprocessen door bijv.
kostenverlaging. Expansiestrategie, door fusies en overnames macht uitbreiden.
Kostenvermijding gaat door middel van druk uitoefenen op de leverancier door grote partijen te
kopen of aangeboden kortingen te accepteren. Kostenvermindering gaat door het verlagen van
kosten.
Hoofdstuk 2
Het inkoopmanagementproces bevat de volgende activiteiten:
Inkoopmarktonderzoek, inkoopdoelstellingen, realiseren inkoopdoelstellingen, uitwerken
inkoopstrategie in concrete activiteiten, uitvoeren tactisch en operationeel inkoop en controleren en
evalueren of de inkoopdoelstellingen zijn bereikt.
Inkoopmarktonderzoek is het aanwenden van subjectieve en objectieve onderzoeksmethoden voor
het verzamelen en analyseren van informatie over de inkoop van producten of diensten. Dit gebeurt
op 3 niveaus. Macro-economisch (per markt, land, regio of werelddeel). Meso-economisch (bepaalde
bedrijfstakken zoals werkgelegenheid). Micro-economisch (hier richt het onderzoek zich op bepaalde
leveranciers en producten/diensten).
Het inkoopontwikkelingsmodel laat zien hoe de inkoopfunctie zich ontwikkeld. Dit gaat in 6 fasen
waar 4 aspecten in voorkomen. Integratie, positie van inkoop binnen de organisatie, contract- en
leveranciersmanagement en de relatie met de leveranciers. De volgende punten bepalen de snelheid
van de ontwikkeling van inkoopfunctie. Concurrentieomgeving, strategie van de organisatie,
uitbestedings- respectievelijk inkoopquote, inkoopautomatisering, betrokkenheid topmanagement
en leiderschap.
In de Transactie-oriëntatie fase ontleent de inkoper haar toegevoegde waarde aan het tijdig
beschikbaar stellen van producten en diensten aan de primaire en secundaire bedrijfsactiviteiten. In
de Commerciele-orientatie fase koopt de inkoper in op de laagste prijs. Bij gecoördineerde inkoop
fase is er sprake van een centrale inkoopafdeling en een aantal decentrale inkoop- of
bestelafdelingen. In de interne integratie fase vindt de organisatie de beheersing van de
inkoopprocessen belangrijker dan de vraag of de inkoopafdeling de leiding moet hebben over de
inkoopprojecten. In de Externe integratie fase vindt de uitbesteding plaats. In de waard gerichte
oriëntatie fase is de inkoopstrategie volledig geïntegreerd in de ondernemingsstrategie.
Hoofdstuk 3
Er zijn 3 hoofdsoorten die aan de basis liggen van elke inkooporganisatie. Centrale inkooporganisatie:
hier voert 1 inkoopafdeling de tactische inkoop uit. Decentrale inkooporganisatie: meerdere
afdelingen die op tactisch niveau inkopen. Interne klanten zijn hierbij rechtstreeks betrokken bij het
, bestellen, bewaken en de nazorg. Gecoördineerde inkooporganisatie: Hierbij worden verschillende
medewerkers uit verschillende afdelingen betrokken bij het inkoopproces.
Het verschil tussen de inkoopprocedures en methodes zijn dat de procedures een stapsgewijs en zo
gedetailleerd mogelijk aangeeft wie welke handeling verricht. De methode geeft aan hoe men een
bepaalde handeling uitvoert en welke instrumenten daarbij belangrijk zijn.
Hoofdstuk 4
ERP (Enterprise Resource Planning) software voorziet van een naadloze integratie van alle
informatiestromen in de organisatie op gebied van financieel, inkoop, logistiek, commercieel en
personeelsgebied. Een voorbeeld hiervan is SAP.
Het integreren van softwareapplicatie kent 5 hoofdtoepassingen. Productie- en inkoopmanagement,
voorraad-, distributie en servicemanagement, financiën, personeelsbeheer en engineering en
product datamanagement.
Product data management (PDM) is het verspreiden van basisgegevens over producten en
processen.
Business intelligence tools (BIT) haalt managementinformatie uit de ERP en databases voor tactische
en strategische besluitvorming.
Supplier Relationship Management (SRM) staat voor het contact met de leverancier onderhouden tot
en met de afhandeling van het proces van bestellen, betalen, bewaken en nazorg.
Electronic Data Interchange (EDI) zorgt voor communicatie tussen systemen zonder menselijke
toevoeging. Er is pas sprake van EDI wanneer er berichtwisseling plaatsvind tussen meerdere
computerapplicaties van diverse organisaties.
E-procurement staat voor elektronische inkoop.
E-commerce is het kopen en verkopen via internet.
E-business omvat het integreren van ICT in alle aspecten van de organisatie.
E-ordering is het elektronisch aanvragen, bestellen en melden van ontvangen producten en diensten.
E-invoicing is het elektronisch verzenden, ontvangen en verwerken van facturen.
E-sourcing is het online identificeren van leveranciers, producten en of diensten.
E-tendering is een online offerteaanvraag.
Purchasing Intelligence helpt de inkoper bij definitie van de prestatie-indicatoren, vastlegging van de
normwaarden, verzameling van de gegevens, berekening van de gerealiseerde prestaties en
totstandkoming van de adviezen.
Purchase-to-pay zorgt voor controle en transparantie gedurende levenscyclus van een transactie
vanaf het moment van bestellen tot het moment van betalen van de factuur.
