INTERNE ANALYSE &
BEDRIJFSECONOMIE
Samenvatting
Edumundo
Commerciële Economie
CE4: Interne Analyse
,INHOUDSOPGAVE
1 DE ORGANISATIESTRUCTUUR BINNEN EEN ONDERNEMING .............. 4
1.1 De organisatiestructuur.................................................................. 4
1.2 Organisatievormen ........................................................................ 6
1.3 Agile ........................................................................................... 6
3 DE BEGINBALANS .............................................................................. 7
3.1 Het investeringsplan ...................................................................... 7
3.2 Het financieringsplan ..................................................................... 7
3.3 De beginbalans ............................................................................. 7
4 DE RESULATENREKENING.................................................................. 8
4.1 Inleiding en basisstructuur ............................................................. 8
4.2 Opbrengsten ................................................................................ 8
4.3 Kosten ......................................................................................... 8
4.4 Privéopnamen en privéstortingen in relatie tot de resultatenrekening ... 9
5 HET LIQUIDITEITSOVERZICHT ........................................................ 10
5.1 Inleiding .................................................................................... 10
5.2 Verschillen tussen resultatenrekening en het liquiditeitsoverzicht ....... 10
5.3 Ontvangsten............................................................................... 11
5.4 Uitgaven .................................................................................... 11
5.5 Privéstortingen en privéopnamen .................................................. 11
6 DE EINDBALANS .............................................................................. 12
6.1 De functie van de eindbalans ........................................................ 12
6.2 Opstellen eindbalans ................................................................... 12
7 RATIOANALYSE ............................................................................... 13
7.1 Liquiditeit ................................................................................... 13
7.2 Solvabiliteit ................................................................................ 13
7.3 Rentabiliteit................................................................................ 14
2
,8 KOSTEN EN BREAK-EVENANALYSE................................................... 15
8.1 Indeling van kosten ..................................................................... 15
8.2 Integrale kostprijs ....................................................................... 15
8.3 Break-evenanalyse en winstberekening .......................................... 16
9 INVESTERINGSSELECTIE ................................................................. 17
9.1 Samengestelde intrest ................................................................. 17
9.2 Contante waarde......................................................................... 17
9.3 Cashflow .................................................................................... 17
9.4 Investeringsselectiemethoden ....................................................... 17
3
,1 DE ORGANISATIESTRUCTUUR
BINNEN EEN ONDERNEMING
1.1 De organisatiestructuur
Organisatiestructuur: wijze waarop taken binnen een organisatie zijn
verdeeld en waarop vervolgens afstemmingen tussen deeltaken tot stand
wordt gebracht
Theorie van Mintzberg: model om organisaties makkelijker in te delen
en te herkennen, hierin wordt gekeken naar deel van de organisatie dat d
meeste invloed heeft op het resultaat (=dominante organisatiedeel),
daarnaast de gebuikte manier om activiteiten te sturen en op elkaar af te
stemmen (=coördinatiemechanisme)
- Volgens Mintzberg bestaan organisatiestructuren uit zes
hoofdonderdelen:
1. Strategische top: directie van organisatie
2. Lijnmanagement: middenkader
3. Werkvloer: verantwoordelijk uitvoering werkzaamheden
4. Ondersteunende staf: zoals personeelszaken
5. Technostructuur: ondersteunende stafafdelingen (IT)
6. Ideologie: bedrijfscultuur, normen en waarden
- Volgens Mintzberg beschikken organisaties over zes interne
coördinatiemechanismen (zorgen voor afstemming):
1. Onderlinge afstemming (samenwerking)
2. Directe supervisie (manager kijkt mee/toe)
3. Standaardisatie van werkprocessen (elke
werkhandeling een voorschrift, McDonald’s)
4. Standaardisatie van output (obv
winst/groei, grote organisaties)
5. Standaardisatie van vaardigheden (kennis
hoogopgeleid personeel, school)
6. Standaardisatie van normen/ideologie
(gedragsregels naleven, kerken)
- Mintzberg onderscheidt zeven soorten
configuraties (organisatiestructuren)
1. Ondernemersorganisatie (entrepreneurial organisatie)
2. Machine-organisatie (bureaucratische structuur)
3. Professionele organisatie
4. Gediversifisieerde organisatie (divisiestructuur)
5. Innovatieve organisatie (adhocratie/organische)
6. Missionaire organisatie
7. Politieke organisatie
4
, 5
BEDRIJFSECONOMIE
Samenvatting
Edumundo
Commerciële Economie
CE4: Interne Analyse
,INHOUDSOPGAVE
1 DE ORGANISATIESTRUCTUUR BINNEN EEN ONDERNEMING .............. 4
1.1 De organisatiestructuur.................................................................. 4
1.2 Organisatievormen ........................................................................ 6
1.3 Agile ........................................................................................... 6
3 DE BEGINBALANS .............................................................................. 7
3.1 Het investeringsplan ...................................................................... 7
3.2 Het financieringsplan ..................................................................... 7
3.3 De beginbalans ............................................................................. 7
4 DE RESULATENREKENING.................................................................. 8
4.1 Inleiding en basisstructuur ............................................................. 8
4.2 Opbrengsten ................................................................................ 8
4.3 Kosten ......................................................................................... 8
4.4 Privéopnamen en privéstortingen in relatie tot de resultatenrekening ... 9
5 HET LIQUIDITEITSOVERZICHT ........................................................ 10
5.1 Inleiding .................................................................................... 10
5.2 Verschillen tussen resultatenrekening en het liquiditeitsoverzicht ....... 10
5.3 Ontvangsten............................................................................... 11
5.4 Uitgaven .................................................................................... 11
5.5 Privéstortingen en privéopnamen .................................................. 11
6 DE EINDBALANS .............................................................................. 12
6.1 De functie van de eindbalans ........................................................ 12
6.2 Opstellen eindbalans ................................................................... 12
7 RATIOANALYSE ............................................................................... 13
7.1 Liquiditeit ................................................................................... 13
7.2 Solvabiliteit ................................................................................ 13
7.3 Rentabiliteit................................................................................ 14
2
,8 KOSTEN EN BREAK-EVENANALYSE................................................... 15
8.1 Indeling van kosten ..................................................................... 15
8.2 Integrale kostprijs ....................................................................... 15
8.3 Break-evenanalyse en winstberekening .......................................... 16
9 INVESTERINGSSELECTIE ................................................................. 17
9.1 Samengestelde intrest ................................................................. 17
9.2 Contante waarde......................................................................... 17
9.3 Cashflow .................................................................................... 17
9.4 Investeringsselectiemethoden ....................................................... 17
3
,1 DE ORGANISATIESTRUCTUUR
BINNEN EEN ONDERNEMING
1.1 De organisatiestructuur
Organisatiestructuur: wijze waarop taken binnen een organisatie zijn
verdeeld en waarop vervolgens afstemmingen tussen deeltaken tot stand
wordt gebracht
Theorie van Mintzberg: model om organisaties makkelijker in te delen
en te herkennen, hierin wordt gekeken naar deel van de organisatie dat d
meeste invloed heeft op het resultaat (=dominante organisatiedeel),
daarnaast de gebuikte manier om activiteiten te sturen en op elkaar af te
stemmen (=coördinatiemechanisme)
- Volgens Mintzberg bestaan organisatiestructuren uit zes
hoofdonderdelen:
1. Strategische top: directie van organisatie
2. Lijnmanagement: middenkader
3. Werkvloer: verantwoordelijk uitvoering werkzaamheden
4. Ondersteunende staf: zoals personeelszaken
5. Technostructuur: ondersteunende stafafdelingen (IT)
6. Ideologie: bedrijfscultuur, normen en waarden
- Volgens Mintzberg beschikken organisaties over zes interne
coördinatiemechanismen (zorgen voor afstemming):
1. Onderlinge afstemming (samenwerking)
2. Directe supervisie (manager kijkt mee/toe)
3. Standaardisatie van werkprocessen (elke
werkhandeling een voorschrift, McDonald’s)
4. Standaardisatie van output (obv
winst/groei, grote organisaties)
5. Standaardisatie van vaardigheden (kennis
hoogopgeleid personeel, school)
6. Standaardisatie van normen/ideologie
(gedragsregels naleven, kerken)
- Mintzberg onderscheidt zeven soorten
configuraties (organisatiestructuren)
1. Ondernemersorganisatie (entrepreneurial organisatie)
2. Machine-organisatie (bureaucratische structuur)
3. Professionele organisatie
4. Gediversifisieerde organisatie (divisiestructuur)
5. Innovatieve organisatie (adhocratie/organische)
6. Missionaire organisatie
7. Politieke organisatie
4
, 5
