Basisprincipes van communiceren
Communicatie = de uitwisseling van informatie.
Communicatie = de uitwisseling van symbolische informatie die plaatsvindt
tussen mensen die zich van elkaars onmiddellijke (mensen zijn in elkaars
aanwezigheid) of gemedieerde (er is sprake van een medium) aanwezigheid
bewust zijn. Deze informatie wordt deels bewust, deels onbewust gegeven,
ontvangen en geïnterpreteerd. (Frank Oomkes)
o Taal is een belangrijke manier om informatie over te dragen (verbale
communicatie)
o Maar ook met behulp van lichaamstaal kun je communiceren (non-
verbale communicatie)
o Lichaamstaal heeft ongeveer 5 keer zoveel overtuigingskracht als de
letterlijke inhoud van een boodschap. Bij tegenspraak van lichaam en taal
(incongruentie) wordt het lichaam dus eerder geloofd (lichaam =
betrouwbaarder): iemand kan zeggen wat hij wil, maar het is veel
moeilijker om lichaamstaal te controleren. Als lichaam en taal
overeenkomen bepaalt de manier waarop en de kracht waarmee het
lichaam de taal begeleidt in belangrijke mate de bereidheid van mensen
om echt iets met een boodschap te doen.
o Om goed te communiceren moet je dus niet alleen concentreren op je
taalgebruik, maar je moet je ook bewust zijn van de lichaamstaal (van
beiden).
o Elk gedrag in aanwezigheid van andere personen is communicatie. Je kunt
onmogelijk niet communiceren in aanwezigheid van anderen (altijd wel
non-verbale communicatie en interpretatie van non-verbale
communicatie).
o Als je naar de definitie van Frank Oomkes kijkt en dit combineert kom je tot
volgende: mensen die zich van elkaars aanwezigheid bewust zijn
communiceren altijd.
De 3 p’s:
1. Provision: onderwijs, gezondheidszorg, opvang.
2. Protection: mishandeling, arbeid, discriminatie.
, 3. Participation: vrijheid van meningsuiting, meedenken.
1989: verdrag van de rechten van het kind.
Vroeger werd er gepraat tegen het kind, nu wordt er gepraat met het kind.
Zie kinderen niet als gelijk, maar wel als gelijkwaardig.
Communicatie = de uitwisseling van informatie.
Mensen letten vooral op de volgende punten bij interpretatie van een
boodschap:
- Inhoud
- Stemeigenschappen (toon, intonatie)
- Lichaamstaal (houding, gebaren)
Proces van communicatie:
encoderin decoderin
Zender bericht ontvanger
Miscommunicatie (ruis)
- Externe ruis: storing van buitenaf, communicatiekanaal is bron van ruis
en niet de afzender of ontvanger. (hard geluid, geroezemoes enz.)
- Interne ruis: veroorzaakt door decoderen/interpreteren.
Informatie wordt altijd gekleurd door het eigen referentiekader. Interne ruis
kan op 2 manieren worden veroorzaakt. Het kan te maken hebben met de
situatie waarin de zender/ontvanger zich bevindt of bevonden heeft (blij,
boos). En het kan veroorzaakt worden door meer stabiele factoren binnen
iemands persoonlijkheid.
Referentiekader
Een schema in je geheugen waarin informatie wordt verwerkt
Wordt bepaald door je ervaringen, wat je gezien, gehoord, gelezen hebt
enz.
Je redeneert vanuit dit beeld.
Waarnemingen
- Onze waarnemingen zijn subjectief: hoe we de dingen die om ons heen
gebeuren interpreteren is sterk afhankelijk van onze eerdere ervaringen.