Het invullen van onderstaande samenvatting helpt je om de leerstof gericht door te nemen en
actief bezig te zijn met de stof. Daarnaast heb je op deze manier direct een kernachtige
samenvatting die je kunt gebruiken als naslag of ter voorbereiding op de toets.
Bestudeer tabel 6.1 uit het boek Pathologie voor verpleegkundigen. Het is van belang dat je deze
begrippen kent, omdat je ze in deze OWE, maar ook in de rest van je studie/ loopbaan nog vaak gaat
tegenkomen. Je kunt deze begrippen bv. oefenen door gebruik te maken van memorykaartjes of
“flashcards”
Diagnostisch onderzoek hart en bloedvaten.
Het diagnostisch onderzoek van een patiënt die mogelijk een aandoening heeft aan het hart en/of de
bloedvaten begint met lichamelijk onderzoek.
Je kijkt hierbij naar:
Naar de huid (kleur, temperatuur), de halsvenen, pulsaties van de arteriën, onderzoek van hart en
longen, de grootte van de lever en milt en eventuele oedemen.
Daarnaast kun je de volgende zaken meten:
Pols, bloeddruk, capillaire refill-tijd, enkel-armindex.
In het bloed zijn de volgende metingen relevant:
1. LDL-cholesterol
2. HDL-cholesterol
3. Triglyceriden
De volgende 3 functie-onderzoeken worden vaak uitevoerd bij verdenking op hart-en-vaatziekten:
1. ECG, hiermee registreer je de hartactiviteit
2. Ergometrie, inspanningsonderzoek
3. Looptest, met vooraf en achteraf een enkel-armindex
Naast beeldvorming met een foto of een scan kan het hart en de bloedvaten ook in beeld worden
gebracht met ultrageluidsgolven, we noemen dat: echocardiografie. Om functie van het hart en/of
de bloedvaten te beoordelen wordt dit onderzoek vaak gecombineerd met doppler, we spreken dan
over een duplexonderzoek.
Een meer invasief onderzoek waarmee de coronairarteriën in beeld gebracht worden met behulp
van contrastvloeistof is de coronaire angiografie of de coronaire CT-angiografie.
isotopenonderzoek/scintigrafie maakt gebruik van radio-actieve deeltjes om de doorbloeding en/of
de functie van het hart in beeld te brengen.
Arteriële aandoeningen:
Wanneer de aanvoer van zuurstof en voedingstoffen naar organen en weefsel wordt belemmerd,
spreken we van ischemie. De meest voorkomende oorzaak hiervoor is atherosclerose waardoor de
bloedvaten harder, stugger en nauwer worden. Soms ontstaat door vaatwandschade juist een
verwijding, dit noemen we een aneurysma.
Zorg dat je de belangrijkste risicofactoren voor ischemische hart- en vaatziekten kent:
Erfelijke factoren Persoonsgebonden Leefstijlfactoren Overige factoren
factoren