KOM; onderzoek en methoden (statistiek)
Onderstreepte woorden: begrippen
DEEL 1
HC1 – Wetenschappelijk onderzoek (06-09-22)
Tussentoets: kwalitatief onderzoek en correlationeel onderzoek
Eindtoets: Experimenteel onderzoek en integriteit
Bronnen van informatie:
- Intuïtie, eigen gevoel
- Ervaring
- Autoriteit
- Wetenschappelijk onderzoek
Kenmerken van wetenschappelijk onderzoek
- Empirisch
Gebaseerd op systematische waarnemingen
- Controleerbaar
Binnen de wetenschap, wordt elkaars werk gecontroleerd= peer review
- Probabilistisch
Is gericht op kansen. Het gaat over een ondersteuning. Het hoeft niet voor iedereen te
gelden of altijd te gebeuren. Bijvoorbeeld bij twee uit een groep van 100 mensen. Staat
tegenover deterministisch (iets wat altijd gebeurt)
Theorie: Een theorie is een geheel van denkbeelden, hypothesen en verklaringen die in
onderlinge samenhang worden beschreven. In de wetenschap is een theorie een getoetst
model ter verklaring van waarnemingen van de werkelijkheid.
(Voorbeeld van een theorie in psychologie: Ted Talk over narcisme)
Kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie
- Ondersteund door data (uit
wetenschappelijk onderzoek)
- Falsifieerbaar
Een theorie moet weerlegd kunnen worden
aan de hand van verzamelde gegevens
- Spaarzaam (parsimonious)
Als een eenvoudige theorie volstaat, is het
niet nodig om deze complexer te maken.
Probeer de theorie gedetailleerd, maar ook
eenvoudig te maken, laat onnodige extra
details weg.
,Onderzoeksvragen
In wetenschappelijk onderzoek zijn er twee soorten onderzoeksvragen;
1. Fundamentele (basic): op zoek naar algemene, globale informatie
2. Toegepaste (applied): Vaak met een externe bron erbij
Onderzoeksontwerp
De onderzoeksvraag leidt tot een onderzoeksontwerp.
- Wat voor soort empirische gegevens worden verzameld?
- Zijn de gegevens kwalitatief of kwantitatief?
- Hoe worden de gegevens verzameld?
Kwantitatief: Alle waarnemingen die je doet waar een getal aan te koppelen is, bijvoorbeeld
gewicht op een weegschaal of een IQ-test score. Wel getalsmatig.
Kwalitatief: Waarnemingen die niet in een getal uit te drukken zijn, bijvoorbeeld een
vragenlijst over ervaringen of uitdrukken hoe narcistisch iemand is. Niet getalsmatig.
, HC2 (07-09-22) – Kwalitatief Onderzoek & Focusgroep
Waarom kwalitatief onderzoek doen?
Voornaamste doel van kwalitatief onderzoek is om sociale fenomenen te begrijpen vanuit
hun natuurlijke context om empirische patronen te vinden die een startpunt kunnen zijn
voor theorievorming
- ontwikkeling nieuwe theorie
- aanpassing of uitbreiding van bestaande theorie
Patronen in:
- Gesproken of geschreven teksten
- Observaties van gedrag en interacties
- Beeldmateriaal, etc.
Wat wordt er onderzocht?
- Culturele verschillen in de zorg voor ouderen
Bijvoorbeeld in Nederlandse ouderen naar een verzorgingstehuis maar in buitenland zorg
van kinderen. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de ouderen
- Motieven om te daten bij eerstejaars studenten
De onderzoeker is geïnteresseerd in de hele context van de student. Je onderzoekt met een
open blik en probeert zo veel mogelijk informatie te verzamelen.
- De ideeën van Amerikanen over het recht op wapenbezit
De onderzoeker is geïnteresseerd in het perspectief van de respondent. Ook hier heb je een
open blik en probeer je zo veel mogelijk informatie te verzamelen.
Kenmerken van kwalitatief onderzoek
1. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent.
De respondent is de ondervraagde, degene naar wie je onderzoekt doet of die jou informatie
geeft voor je onderzoek.
2. De onderzoeker heeft een contextuele benadering
3. Het perspectief van de respondenten staat centraal
4. Via specifieke observaties probeert de onderzoeker
- de sociale werkelijkheid te omschrijven in al haar diversiteit
- naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën vormen of bestaande
theorieën aanpassen.
Dit proces wordt inductie genoemd. Je begint niet met een uitgebreide vaststaande theorie
die je wilt toetsen.
Een onderzoeksvraag van een kwalitatief onderzoek kun je herkennen aan de volgende
elementen
SPI(C)E:
- Setting: waar, in welke context?
- Perspective (of Population): voor wie?
- Interest: Wat? (Het onderwerp waarin je geïnteresseerd bent, specifieker dan P)
- Comparison: vergeleken met wie/wat?)
- Evaluation: met welk resultaat? (Wat + werkwoord)
Onderstreepte woorden: begrippen
DEEL 1
HC1 – Wetenschappelijk onderzoek (06-09-22)
Tussentoets: kwalitatief onderzoek en correlationeel onderzoek
Eindtoets: Experimenteel onderzoek en integriteit
Bronnen van informatie:
- Intuïtie, eigen gevoel
- Ervaring
- Autoriteit
- Wetenschappelijk onderzoek
Kenmerken van wetenschappelijk onderzoek
- Empirisch
Gebaseerd op systematische waarnemingen
- Controleerbaar
Binnen de wetenschap, wordt elkaars werk gecontroleerd= peer review
- Probabilistisch
Is gericht op kansen. Het gaat over een ondersteuning. Het hoeft niet voor iedereen te
gelden of altijd te gebeuren. Bijvoorbeeld bij twee uit een groep van 100 mensen. Staat
tegenover deterministisch (iets wat altijd gebeurt)
Theorie: Een theorie is een geheel van denkbeelden, hypothesen en verklaringen die in
onderlinge samenhang worden beschreven. In de wetenschap is een theorie een getoetst
model ter verklaring van waarnemingen van de werkelijkheid.
(Voorbeeld van een theorie in psychologie: Ted Talk over narcisme)
Kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie
- Ondersteund door data (uit
wetenschappelijk onderzoek)
- Falsifieerbaar
Een theorie moet weerlegd kunnen worden
aan de hand van verzamelde gegevens
- Spaarzaam (parsimonious)
Als een eenvoudige theorie volstaat, is het
niet nodig om deze complexer te maken.
Probeer de theorie gedetailleerd, maar ook
eenvoudig te maken, laat onnodige extra
details weg.
,Onderzoeksvragen
In wetenschappelijk onderzoek zijn er twee soorten onderzoeksvragen;
1. Fundamentele (basic): op zoek naar algemene, globale informatie
2. Toegepaste (applied): Vaak met een externe bron erbij
Onderzoeksontwerp
De onderzoeksvraag leidt tot een onderzoeksontwerp.
- Wat voor soort empirische gegevens worden verzameld?
- Zijn de gegevens kwalitatief of kwantitatief?
- Hoe worden de gegevens verzameld?
Kwantitatief: Alle waarnemingen die je doet waar een getal aan te koppelen is, bijvoorbeeld
gewicht op een weegschaal of een IQ-test score. Wel getalsmatig.
Kwalitatief: Waarnemingen die niet in een getal uit te drukken zijn, bijvoorbeeld een
vragenlijst over ervaringen of uitdrukken hoe narcistisch iemand is. Niet getalsmatig.
, HC2 (07-09-22) – Kwalitatief Onderzoek & Focusgroep
Waarom kwalitatief onderzoek doen?
Voornaamste doel van kwalitatief onderzoek is om sociale fenomenen te begrijpen vanuit
hun natuurlijke context om empirische patronen te vinden die een startpunt kunnen zijn
voor theorievorming
- ontwikkeling nieuwe theorie
- aanpassing of uitbreiding van bestaande theorie
Patronen in:
- Gesproken of geschreven teksten
- Observaties van gedrag en interacties
- Beeldmateriaal, etc.
Wat wordt er onderzocht?
- Culturele verschillen in de zorg voor ouderen
Bijvoorbeeld in Nederlandse ouderen naar een verzorgingstehuis maar in buitenland zorg
van kinderen. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de ouderen
- Motieven om te daten bij eerstejaars studenten
De onderzoeker is geïnteresseerd in de hele context van de student. Je onderzoekt met een
open blik en probeert zo veel mogelijk informatie te verzamelen.
- De ideeën van Amerikanen over het recht op wapenbezit
De onderzoeker is geïnteresseerd in het perspectief van de respondent. Ook hier heb je een
open blik en probeer je zo veel mogelijk informatie te verzamelen.
Kenmerken van kwalitatief onderzoek
1. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent.
De respondent is de ondervraagde, degene naar wie je onderzoekt doet of die jou informatie
geeft voor je onderzoek.
2. De onderzoeker heeft een contextuele benadering
3. Het perspectief van de respondenten staat centraal
4. Via specifieke observaties probeert de onderzoeker
- de sociale werkelijkheid te omschrijven in al haar diversiteit
- naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën vormen of bestaande
theorieën aanpassen.
Dit proces wordt inductie genoemd. Je begint niet met een uitgebreide vaststaande theorie
die je wilt toetsen.
Een onderzoeksvraag van een kwalitatief onderzoek kun je herkennen aan de volgende
elementen
SPI(C)E:
- Setting: waar, in welke context?
- Perspective (of Population): voor wie?
- Interest: Wat? (Het onderwerp waarin je geïnteresseerd bent, specifieker dan P)
- Comparison: vergeleken met wie/wat?)
- Evaluation: met welk resultaat? (Wat + werkwoord)
