College aantekeningen Financial Management

Aantekeningen Financial Management
Week 1.1


Drie belangrijkste componenten werkkapitaalprobleem:
- Debiteuren
- Crediteuren
- Voorraad


Recessie  Twee opeenvolgende kwartalen waarbij de economie gekrompen is.


Financiële en reële activa: (reële activa bijv goud)
- Activa kun je direct en indirect en eigendom nemen
o Economisch systeem facilieert indirect eigendom van activa
- Reële versus financiële activa
o Reële activa brengen schaarse goederen voort of helpen daarbij
o Financiële activa vergemakkelijken de eigendom van reële activa
- Voorbeelden van reële activa
o Handelsgoederen, tarwe, olie, goud
o Investeringsgoederen: machines,
- Voorbeelden van financiële activa
o Aandelen: gewone, preferente, prioriteitsaandelen
o Obligaties, gewone, nul-coupon, converteerbare


Financiële intermediairs: Fungeren als schakel tussen financiële activa en het publiek
Soorten financiële intermediairs:
 Commerciële banken
 Spaarinstituten – SNS
 Pensioenfondsen
 Verzekeringsmaatschappijen
 Beleggingsmaatschappijen – ROBECO


Markten

,Markt  Een plaats om te ruilen (op een financiële markt worden effecten (securities) geruild) 
AEX
Primaire markt  Op een primaire markt worden effecten voor het eerst aangeboden
Secundaire markt  Op een secundaire markt worden effecten verruild
Verschillende marktvormen
- Dealer markt: Bank plaatst effecten
- Auction: Veiling bedrijfsonderdeel
- Directe markt: Pensioensfonds koopt aandelen
- Broker: Kleine belegger koopt aandelen
Wat doet een financial manager?
- Financiele investeringsselctie en -organisatie
o Capital budgeting = capital investment + organisatie
o Plannen evalueren, vergelijken en selecter van lange termijn projecten
- Ondernemingsfinanciering
o Bepalen mix tussen eigen en vreemd vermogen (‘’capital structure’’), hoe vermogen
kan worden verkregen en hoe het beschermd kan worden
- Werkkapitaalbeheer
o Het omgaan met financiële behoeften op de korte termijn
o Beheer van vlottende activa en vlottende passiva


Welke taken heeft het financial management?
 CFO  Voert financiële directie
o Controller  Interne financiële functie
o Treasurer  Externe financiële functie


Wat is een onderneming?
 Eenmanszaak,
 Commanditaire vennootschap (C.V.)
 Besloten vennootschap (B.V.)
 Naamloze vennootschap (N.V.)


Onderneming is vaak een rechtspersoon:
- Beperkte aansprakelijkheid aandeelhouders (limited liability)
- Speciaal belastingregime: vennootschapsbelasting (25% vd winst in principe)

, - Scheiding tussen leiding en eigendom: managers zijn economisch gezien agenten van
aandeelhouders (juridisch gezien in NL niet!)
- Agency theorie: Agentschapsrelaties met principals (aandeelhouders)


Corporate governance  Gaat over ondernemingsbesturing


Corporate governane systemen
 Verschillende corporate governane-systemen:
o Angelsakische (one-tier) en Rijnlandse (two-tier) model
o Nederland: structuurregime (Raad van Commissarissen controleert Raad van Bestuur)
o VS/UK: sterk verspreid aandelenbezit


 Corporate governance en corporate performane
o Shareholder value, business value, costumer value….
o Belangen van alle participanten moeten worden bediend
o Welk systeem is het best? (Of het eerlijkst) – kun je geen uitspraken over doen
 Nederland corporate governance code
o Cie van Manen: agentschapsrelaties RvB, RvC, aandeelhouders




Week 1.2


1. De balans
Totale activa = vreemd vermogen + eigen vermogen
2. De resultatenrekening
Winsten = opbrengsten – kosten
3. Het kasstroomoverzicht
Netto kasstroom = kasstroom - kasstroom




Balans