ADD vaardigheidstoets 31-01-2022
Functionele therapie
Functionele therapie
Op het moment dat je je stoornisgerichte therapie gaat evalueren en er is geen significante
vooruitgang meer te behalen, stop je met het geven van stoornisgerichte therapie. Bij
functionele therapie ga je leren te communiceren met de communicatiekanalen/middelen
die je nog tot je beschikking hebt. Beter zal het niet meer worden, dus we gaan de patiënt
instrueren hoe hij het beste kan communiceren met wat hij kan en de omgeving instrueren
hoe zij hier het beste bij kunnen helpen.
Aandachtspunten:
Het is belangrijk dat je de hulpvraag gedetailleerd in kaart brengt.
Zorg dat de patiënt de regie in handen heeft. De patiënt moet willen werken aan de
communicatie! Als de patiënt niet wil werken aan de communicatie kan je alleen nog
de omgeving instrueren hoe ze hem/haar het beste kunnen ondersteunen in de
communicatie.
Beperkingen en mogelijkheden moeten goed in kaart worden gebracht voor de
functionele therapie.
Opbouw:
Communicatieve behoeftes worden in kaart gebracht
Voorbeeld: Uit de ICB blijkt dat mw. moeite heeft met het bieden bij het spel bridgen.
Ze moet hierbij een kleur (harten, schoppen, klaver, ruiten) kunnen aangeven en een
aantal. Als ze zelf moet spelen, liggen de kaarten van haar bridgepartner open op
tafel. Ze moet dan kunnen aangeven welke kaart ze wil spelen.
Hulpvraag in kaart brengen
Voorbeeld: weer kunnen bridgen in het buurthuis.
Kijken waar het fout gaat in de communicatie
Voorbeeld: Mw. heeft een globale afasie met een verbale apraxie. Ze kan niet
spreken. Ze communiceert d.m.v. wijzen. TB is voor concrete informatie goed.
Abstractere informatie snapt ze alleen als de communicatiepartner de kernwoorden
opschrijft.
Doel opstellen samen met de patiënt
Voorbeeld: Over een periode van 3 maanden met een behandelfrequentie van ... kan
mw. zelfstandig bieden tijdens het bridgen in het buurthuis m.b.v. een hulpmiddel.
Kijken welke middelen passen bij dat doel
Voorbeeld: een communicatiekaart Deze maak je samen met de patiënt en je
zorgt ervoor dat ze deze makkelijk mee kan nemen. Op de kaart staan de 4 symbolen
(harten, schoppen, klaver en ruiten), de cijfers 1 t/m 10, Boer, Heer, Vrouw, Aas.
Vervolgens ga je kijken hoe de patiënt dit middel kunt inzetten bij je doel.
, ADD vaardigheidstoets 31-01-2022
Functionele therapie
Therapie geven
1. Eerst in de therapiekamer (veilige situatie).
2. Daarna buiten de therapiekamer (thuis of op een bewuste locatie, met
mensen om wie het gaat).
Voorbeeld: Oefenen hoe mw. de communicatiekaart kan inzetten. Eerst laten
matchen; geef haar een speelkaart en vraag haar om die kaart m.b.v. haar
communicatiekaart duidelijk te maken. Daarna eerst duidelijk laten maken zonder
dat de logo de kaart ziet en dan checken of het klopte wat ze deed. Dan als
vervolgstap mw. met haar partner laten oefenen in de logopedische setting. Kan ook
eventueel met een andere patiënt. Dan thuis oefenen met haar partner. Dan met
mensen uit het buurthuis bij haar thuis oefenen. Hierbij kan de patiënt zelf bepalen
of ze wil dat de logo erbij is of niet. En tot slot oefenen in het buurthuis.
Evalueren
Na 3 maanden.
Evalueren doe je altijd door na te vragen aan de patiënt en indien mogelijk ook
andere communicatiepartners.
Voorbeeld: Navragen aan mw. en aan andere bridgepartners hoe het gaat.
Voorbeelden:
Casus 3-9B
Mw. had aanvankelijk een ernstige afasie, waarbij alle modaliteiten aangedaan waren. Het
spreken en begrijpen gaan nu een stuk beter Als er rustig tegen mw. gesproken wordt, in
korte zinnen, kan zij het gesprek volgen. Ze kan zichzelf meestal wel duidelijk maken, maar
wordt gehinderd door zeer ernstige woordvindingsproblemen. Als ze een woord niet kan
vinden, geeft ze het makkelijk op. Lezen en schrijven zijn nog altijd zwaar gestoord. Mw. kan
niet lezen of schrijven. Ze heeft intensieve logopedie gehad. Verdere vooruitgang in het
spreken, begrijpen, lezen of schrijven is niet te verwachten. Haar hulpvraag blijkt uit het ICB:
mw. doet haar boodschappen zelf in de supermarkt, maar kan geen boodschappenlijstje
maken. Als ze zonder lijstje naar de winkel gaat, vergeet ze een deel van haar boodschappen.
Ze wil graag een systeem om een boodschappenlijstje te kunnen samenstellen, zodat ze in
de winkel de juiste producten kan vinden.
Behandelplan
Doel
Over 4-6 weken (met een behandelfrequentie van 1 keer per week 60 minuten) maakt mw.
zelfstandig een boodschappenlijstje m.b.v. van plaatjes.
Middelen
Functionele therapie boodschappenlijstje/ -boek maken met plaatjes of met andere
communicatiepartners een boodschappenlijst maken
Oefenen in de therapiekamer, daarna kan ze waarschijnlijk alleen met het boek
boodschappen doen
Functionele therapie
Functionele therapie
Op het moment dat je je stoornisgerichte therapie gaat evalueren en er is geen significante
vooruitgang meer te behalen, stop je met het geven van stoornisgerichte therapie. Bij
functionele therapie ga je leren te communiceren met de communicatiekanalen/middelen
die je nog tot je beschikking hebt. Beter zal het niet meer worden, dus we gaan de patiënt
instrueren hoe hij het beste kan communiceren met wat hij kan en de omgeving instrueren
hoe zij hier het beste bij kunnen helpen.
Aandachtspunten:
Het is belangrijk dat je de hulpvraag gedetailleerd in kaart brengt.
Zorg dat de patiënt de regie in handen heeft. De patiënt moet willen werken aan de
communicatie! Als de patiënt niet wil werken aan de communicatie kan je alleen nog
de omgeving instrueren hoe ze hem/haar het beste kunnen ondersteunen in de
communicatie.
Beperkingen en mogelijkheden moeten goed in kaart worden gebracht voor de
functionele therapie.
Opbouw:
Communicatieve behoeftes worden in kaart gebracht
Voorbeeld: Uit de ICB blijkt dat mw. moeite heeft met het bieden bij het spel bridgen.
Ze moet hierbij een kleur (harten, schoppen, klaver, ruiten) kunnen aangeven en een
aantal. Als ze zelf moet spelen, liggen de kaarten van haar bridgepartner open op
tafel. Ze moet dan kunnen aangeven welke kaart ze wil spelen.
Hulpvraag in kaart brengen
Voorbeeld: weer kunnen bridgen in het buurthuis.
Kijken waar het fout gaat in de communicatie
Voorbeeld: Mw. heeft een globale afasie met een verbale apraxie. Ze kan niet
spreken. Ze communiceert d.m.v. wijzen. TB is voor concrete informatie goed.
Abstractere informatie snapt ze alleen als de communicatiepartner de kernwoorden
opschrijft.
Doel opstellen samen met de patiënt
Voorbeeld: Over een periode van 3 maanden met een behandelfrequentie van ... kan
mw. zelfstandig bieden tijdens het bridgen in het buurthuis m.b.v. een hulpmiddel.
Kijken welke middelen passen bij dat doel
Voorbeeld: een communicatiekaart Deze maak je samen met de patiënt en je
zorgt ervoor dat ze deze makkelijk mee kan nemen. Op de kaart staan de 4 symbolen
(harten, schoppen, klaver en ruiten), de cijfers 1 t/m 10, Boer, Heer, Vrouw, Aas.
Vervolgens ga je kijken hoe de patiënt dit middel kunt inzetten bij je doel.
, ADD vaardigheidstoets 31-01-2022
Functionele therapie
Therapie geven
1. Eerst in de therapiekamer (veilige situatie).
2. Daarna buiten de therapiekamer (thuis of op een bewuste locatie, met
mensen om wie het gaat).
Voorbeeld: Oefenen hoe mw. de communicatiekaart kan inzetten. Eerst laten
matchen; geef haar een speelkaart en vraag haar om die kaart m.b.v. haar
communicatiekaart duidelijk te maken. Daarna eerst duidelijk laten maken zonder
dat de logo de kaart ziet en dan checken of het klopte wat ze deed. Dan als
vervolgstap mw. met haar partner laten oefenen in de logopedische setting. Kan ook
eventueel met een andere patiënt. Dan thuis oefenen met haar partner. Dan met
mensen uit het buurthuis bij haar thuis oefenen. Hierbij kan de patiënt zelf bepalen
of ze wil dat de logo erbij is of niet. En tot slot oefenen in het buurthuis.
Evalueren
Na 3 maanden.
Evalueren doe je altijd door na te vragen aan de patiënt en indien mogelijk ook
andere communicatiepartners.
Voorbeeld: Navragen aan mw. en aan andere bridgepartners hoe het gaat.
Voorbeelden:
Casus 3-9B
Mw. had aanvankelijk een ernstige afasie, waarbij alle modaliteiten aangedaan waren. Het
spreken en begrijpen gaan nu een stuk beter Als er rustig tegen mw. gesproken wordt, in
korte zinnen, kan zij het gesprek volgen. Ze kan zichzelf meestal wel duidelijk maken, maar
wordt gehinderd door zeer ernstige woordvindingsproblemen. Als ze een woord niet kan
vinden, geeft ze het makkelijk op. Lezen en schrijven zijn nog altijd zwaar gestoord. Mw. kan
niet lezen of schrijven. Ze heeft intensieve logopedie gehad. Verdere vooruitgang in het
spreken, begrijpen, lezen of schrijven is niet te verwachten. Haar hulpvraag blijkt uit het ICB:
mw. doet haar boodschappen zelf in de supermarkt, maar kan geen boodschappenlijstje
maken. Als ze zonder lijstje naar de winkel gaat, vergeet ze een deel van haar boodschappen.
Ze wil graag een systeem om een boodschappenlijstje te kunnen samenstellen, zodat ze in
de winkel de juiste producten kan vinden.
Behandelplan
Doel
Over 4-6 weken (met een behandelfrequentie van 1 keer per week 60 minuten) maakt mw.
zelfstandig een boodschappenlijstje m.b.v. van plaatjes.
Middelen
Functionele therapie boodschappenlijstje/ -boek maken met plaatjes of met andere
communicatiepartners een boodschappenlijst maken
Oefenen in de therapiekamer, daarna kan ze waarschijnlijk alleen met het boek
boodschappen doen
