Het ontstaan van Nederland
2.1: Spaans bestuur in de Nederlanden
Het bestuur van de Nederlanden
Zeventien gewesten verenigd door Karel V met elk eigen regels, bestuur en gewoontes
(onhandig). Karel maakte afspraken over belastingen en wetten in ruil voor privileges. Had
hij geld nodig? bede. Stadhouders, die soms overlegden met Gewestelijke Staten,
bestuurden gewesten voor landvoogd (= vervanger van Karel wanneer hij in buitenland was).
Modernisering van bestuur
Centralisatie van het bestuur wilde Karel. Alle macht naar één plaats: Brussel. Bijeenkomst
stadhouders: Staten-Generaal. Gewestelijke Staten wilden oude privileges behouden =
particularisme. Er komt minder macht voor iedereen.
Optreden tegen ketters
Karel V vond dat iedereen (Rooms-)Katholiek moest zijn. Mensen die protestants waren zijn
ketters (vooral in het noorden). Gevolg: (bloed)plakkaten en vervolging.
Filips II
1555: Karel V treedt af. Ferdinand (jongere broer): keizer Duitse Rijk. Filips II (zoon): koning
van Spanje en heer der Nederlanden. 1559: Filips II naar Madrid Margaretha van Parma
(halfzus Filips) wordt landvoogdes (bestuur vanuit Brussel). Filips wilde strenge naleving van
Bloedplakkaat. Hoge adel ontevreden doordat Filips stelde steeds vaker niet adellijke
bestuurders aan die niet uit Nederland kwamen.
Het Smeekschrift der Edelen
Edelen schreven klachten over politieke en geloofszaken op in een brief uit protest. Parma
belooft vaag minder streng te zijn protestantse vluchtelingen uit allerlei landen gaan naar
Nederland.
Begrippen 2.1
Begrip Betekenis
Gewest Gebied in de Nederlanden met eigen regels van bestuur en
privileges.
Privileges Speciale voorrechten die een gewest in de Nederlanden kreeg van
de landheer, vaak in ruil voor de belasting.
Landvoogd(es) Vervanger van de landsheer, verantwoordelijk voor alle gewesten
in de Nederlanden.
Stadhouder Plaatsvervanger van een vorst in een gewest
Gewestelijke Staten Bijeenkomst van vertegenwoordigers van steden en adel in een
gewest.
2.1: Spaans bestuur in de Nederlanden
Het bestuur van de Nederlanden
Zeventien gewesten verenigd door Karel V met elk eigen regels, bestuur en gewoontes
(onhandig). Karel maakte afspraken over belastingen en wetten in ruil voor privileges. Had
hij geld nodig? bede. Stadhouders, die soms overlegden met Gewestelijke Staten,
bestuurden gewesten voor landvoogd (= vervanger van Karel wanneer hij in buitenland was).
Modernisering van bestuur
Centralisatie van het bestuur wilde Karel. Alle macht naar één plaats: Brussel. Bijeenkomst
stadhouders: Staten-Generaal. Gewestelijke Staten wilden oude privileges behouden =
particularisme. Er komt minder macht voor iedereen.
Optreden tegen ketters
Karel V vond dat iedereen (Rooms-)Katholiek moest zijn. Mensen die protestants waren zijn
ketters (vooral in het noorden). Gevolg: (bloed)plakkaten en vervolging.
Filips II
1555: Karel V treedt af. Ferdinand (jongere broer): keizer Duitse Rijk. Filips II (zoon): koning
van Spanje en heer der Nederlanden. 1559: Filips II naar Madrid Margaretha van Parma
(halfzus Filips) wordt landvoogdes (bestuur vanuit Brussel). Filips wilde strenge naleving van
Bloedplakkaat. Hoge adel ontevreden doordat Filips stelde steeds vaker niet adellijke
bestuurders aan die niet uit Nederland kwamen.
Het Smeekschrift der Edelen
Edelen schreven klachten over politieke en geloofszaken op in een brief uit protest. Parma
belooft vaag minder streng te zijn protestantse vluchtelingen uit allerlei landen gaan naar
Nederland.
Begrippen 2.1
Begrip Betekenis
Gewest Gebied in de Nederlanden met eigen regels van bestuur en
privileges.
Privileges Speciale voorrechten die een gewest in de Nederlanden kreeg van
de landheer, vaak in ruil voor de belasting.
Landvoogd(es) Vervanger van de landsheer, verantwoordelijk voor alle gewesten
in de Nederlanden.
Stadhouder Plaatsvervanger van een vorst in een gewest
Gewestelijke Staten Bijeenkomst van vertegenwoordigers van steden en adel in een
gewest.