100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
College aantekeningen

Uitwerking ALLE problemen 1 t/m 8 inleiding rechtswetenschap EUR

Beoordeling
3,5
(2)
Verkocht
-
Pagina's
34
Geüpload op
23-10-2022
Geschreven in
2022/2023

Alle problemen inleiding rechtswetenschap uitgebreid uitgewerkt












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
23 oktober 2022
Aantal pagina's
34
Geschreven in
2022/2023
Type
College aantekeningen
Docent(en)
Sanne taekema
Bevat
Alle colleges

Onderwerpen

  • erasmus problem

Voorbeeld van de inhoud

Uitwerking probleemleerdoelen

Inhoudsopgave
PROBLEEM 1.................................................................................................................................................. 3
WELKE VERSCHILLENDE TERREINEN KENT HET RECHT? + CRITERIA......................................................................................3
OP WELKE MANIEREN KUN JE HET RECHT BEKIJKEN? (INVALSHOEKEN)...............................................................................4
PROBLEEM 2.................................................................................................................................................. 5
WANNEER IS ER SPRAKE VAN EEN ONRECHTMATIGE DAAD?............................................................................................5
WAT HOUDT DE ZORGVULDIGHEIDSNORM IN?..............................................................................................................6
WELKE ROL SPELEN DE OMSTANDIGHEDEN VAN HET GEVAL IN HET PRIVAATRECHT?.............................................................7
PROBLEEM 3.................................................................................................................................................. 8
WELKE SOORTEN WETTEN ZIJN ER EN HOE KOMEN DIE TOT STAND?..................................................................................9
WAT ZIJN GELDINGSVOORWAARDEN VOOR EEN WET EN WAT IS DE ONDERLINGE RANGORDE?.............................................11
HOE VERHOUDEN INTERNATIONALE VERDRAGEN ZICH TOT HET NEDERLANDSE RECHT EN WANNEER IS EEN VERDRAG GELDIG IN
NEDERLAND?.......................................................................................................................................................11
WANNEER KAN EEN VERDRAG EEN WETTELIJKE REGELING OPZIJZETTEN EN WAT IS DE TAAK VAN DE RECHTER HIERBIJ?..............12
PROBLEEM 4................................................................................................................................................ 13
WAT IS ONGESCHREVEN RECHT?..............................................................................................................................13
WAT ZIJN RECHTSBEGINSELEN?...............................................................................................................................13
HOE VERHOUDEN BEGINSELEN ZICH TOT HET GESCHREVEN RECHT?.................................................................................13
WAT ZIJN ANDERE BRONNEN VAN GESCHREVEN RECHT?  GEWOONTE.............................................................................14
PROBLEEM 5................................................................................................................................................ 15
WELKE ROL SPELEN DE BEGINSELEN IN HET BESTUURSRECHT?........................................................................................15
HOE VERHOUDEN DE TAKEN VAN HET BESTUUR EN DE RECHTER ZICH TOT ELKAAR?............................................................16
BIEDT EEN GANG NAAR DE RECHTER EEN OPLOSSING VOOR HET PROBLEEM?....................................................................17
PROBLEEM 6................................................................................................................................................ 18
WELKE RECHTSTHEORIEËN ZIJN ER? + KENMERKEN EN VERTEGENWOORDIGERS.................................................................18
RECHTSPOSITIVISME (NORMATIEVE MOMENT)............................................................................................................18
NATUURRECHT (IDEËLE MOMENT)...........................................................................................................................19
RECHTSREALISME (HET ACTUELE MOMENT)................................................................................................................20
INTERPRETIVISME..................................................................................................................................................21
CULTUURRECHT....................................................................................................................................................22
INTERACTIONISME.................................................................................................................................................22
OP WELKE PUNTEN VERSCHILLEN DE THEORIEËN?........................................................................................................23
HOE KUNNEN DE THEORIEËN IN CONCRETE GEVALLEN WORDEN TOEGEPAST? (FULLER).......................................................25
PROBLEEM 7................................................................................................................................................ 28
WAT ZIJN DE UITGANGSPUNTEN VAN EEN DEMOCRATIE?..............................................................................................28
WAT ZIJN DE UITGANGSPUNTEN VAN EEN RECHTSSTAAT?.............................................................................................29
HOE VERHOUDEN DE DEMOCRATIE EN RECHTSSTAAT ZICH TOT ELKAAR?..........................................................................30
WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN DE VS EN EU ALS HET GAAT OM DEMOCRATIE EN MENINGSUITING?......................................30
PROBLEEM 8................................................................................................................................................ 31
WAT HOUDT HET STRAFRECHTELIJKE LEGALITEITSBEGINSEL IN?......................................................................................31
HOE MOET HET ARTIKEL OVER DIEFSTAL WORDEN GEÏNTERPRETEERD?............................................................................31
WAT BETEKENT HET LEGALITEITSBEGINSEL VOOR DE INTERPRETATIE DOOR DE RECHTER VAN STRAFRECHTELIJKE BEPALINGEN?....32
HOE KOMT DE RECHTER TOT ZIJN INTERPRETATIE VAN EEN WETTELIJKE BEPALING?............................................................32

1

, EXTENSIEVE INTERPRETATIE EN RESTRICTIEVE INTERPRETATIE.........................................................................................33
DE ANALOGIE- EN DE A CONTRARIOREDENERING.........................................................................................................33
BELANGENAFWEGING DOOR DE RECHTER..................................................................................................................34




2

,Probleem 1
Welke verschillende terreinen kent het recht? + criteria
1. Formeel en materieel recht
 Formeel recht: het procesrecht. (Forma is latijn voor vorm) dus hoe. Regelt de wijze waarop
burgers jegens elkaar hun rechten kunnen handhaven.
 Materieel recht: welke gedragingen leveren strafbare feiten op en welke sancties kunnen
daarop worden toegepast, dus wat.

2. Privaatrecht en publiekrecht
 Privaatrecht: rechtsverhouding tussen burgers onderling.
 Het vermogensrecht, onderverdeeld in
o Goederenrecht.
o Verbintenissenrecht.
Bij vermogensrecht gaat het om op geld waardeerbare rechten en plichten van
rechtssubjecten.
o Personen- en familierecht, wat wel tot het privaatrecht hoort, maar niet tot het
vermogensrecht hoort, omdat deze rechten en plichten niet op geld waardeerbaar
zijn, niet overdraagbaar zijn en hier kan niet van afgeweken worden.
 Publiekrecht: rechtsverhouding tussen burgers en overheid. Gebaseerd op de bescherming
van het algemeen belang en bestaat uit:
o Staatsrecht: geeft regels voor de inrichting van de staat en verdeling van
bevoegdheden. Dus hoe werkt de Staat?
o Bestuursrecht: regels voor de verhouding tussen bestuursorganen en burgers. Dus
aan welke regels moet de Staat zich houden?
o Strafrecht: de overheid heeft het geweldsmonopolie en kan bij overtreding van een
wetsbepaling een sanctie opleggen.
 Materieel strafrecht: welke gedragingen zijn strafbaar en welke sancties
kunnen daarop worden toegepast?
 Formeel strafrecht: strafprocesrecht, omvat regels voor opsporing, vervolging,
berechting en executie.

3. Objectief en subjectief recht
 Objectief recht: geldende rechtsnormen/rechtsregels (positieve recht). Hier kan een
rechtssubject, een drager van rechten en plichten, zich op beroepen. Heeft de wetgever deze
bevoegdheid niet ontleent aan een rechtssubject? Dan kan dat rechtssubject zich er ook niet
op beroepen.
 Subjectief recht: bevoegdheden die toekomen aan personen zoals grondrechten.

4. Internationaal publiekrecht
Bestaat uit:
 Volkenrecht. Dit gaat over het recht tussen staten onderling.
 Het gemeenschapsrecht, wat veel bepalingen betreft met een directe werking.
Het internationaal publiekrecht is gedeeltelijk vastgelegd in verdragen, maar bestaat ook uit
gewoonterecht en algemene rechtsbeginselen.

5. Internationaal privaatrecht (conflictenrecht)
Gaat voornamelijk om de vraag: welk nationaal recht is van toepassing, welke rechter is bevoegd?

6. Nationaal recht
Het recht wat in een bepaald land op een bepaald moment geldt.

7. Dwingend recht en regelend recht
 Dwingend recht: hier mag niet van afgeweken worden. Publiekrecht bestaat voornamelijk uit
dwingend recht.
 Aanvullend/regelend recht: hier mag wel van afgeweken worden. Men kan ervoor kiezen
regels buiten toepassing te laten. Vooral privaatrecht bestaat uit aanvullend recht.


3

, Het onderscheid tussen privaat- en publiekrecht is gebaseerd op vier criteria:
1. De aard van de betrokken partijen (particulier/publiekrechtelijk)
2. De aard van het te beschermen belang (algemeen/particulier)
3. Het initiatief tot handhaving van het recht (geweldsmonopolie)
4. De middelen tot rechtshandhaving (strafvervolging/bestuursdwang  publiekrechtelijk of juist
nakoming/schadevergoeding  privaatrechtelijk)
Treedt de overheid privaatrechtelijk op, dan is zij ook gebonden aan privaatrechtelijke middelen tot
handhaving.




Op welke manieren kun je het recht bekijken? (Invalshoeken).


4

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle 2 reviews worden weergegeven
2 jaar geleden

2 jaar geleden

3,5

2 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
1
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
super1es Erasmus Universiteit Rotterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
120
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
81
Documenten
27
Laatst verkocht
1 maand geleden
Samenvattingen en uitwerkingen

Heb eerst jaar 1 SJD/Rechten gedaan, hiervan zijn samenvattingen en aantekeningen beschikbaar. Ben na het behalen van mijn propedeuse naar de uni gegaan. Zit nu in jaar 1 rechtsgeleerdheid op het Erasmus. Hiervan zal ik zsm samenvattingen en probleemuitwerkingen beschikbaar maken. Ik probeer maandelijks te updaten.

3,6

21 beoordelingen

5
9
4
1
3
7
2
1
1
3

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen