Inhoudsopgave
Week 1 & 2: Fase analyse en probleemstelling...............................................................................................2
Week 3 & 4: Onderzoeksvraag & theorie sensorisch onderzoek......................................................................5
Week 5: Theorie consumentengroepen en koopgedrag................................................................................19
Week 6: Productanalyse en onderzoeksopzet...............................................................................................25
Week 7: Koopgedrag in een (on)gezonde voedselomgeving en intervisie marktonderzoek............................27
Week 8 & 9: Productaanbod en productdescriptoren...................................................................................30
,Week 1 & 2: Fase analyse en probleemstelling
Double diamond model
Het model geeft de fases discover, define, develop en deliver weer. Het double diamond
model bestaat uit twee diamanten die elk symbool staan voor een proces van divergeren
(iets verkennen en onderzoeken) en vervolgens convergeren (keuzes maken en tot actie
overgaan).
- Discover fase: heeft als doel om echt begrip van/ervaring met het vraagstuk te
ontwikkelen.
- Define fase: is bedoeld voor het definiëren van de ontwerpopgave. Hierbij gebruik je
de informatie en ervaring die is opgedaan tijdens de discover fase.
- Develop fase: in deze fase wordt gezocht naar zoveel mogelijk mogelijke oplossingen
voor de ontwerpopgave.
- Deliver fase: hierin ga je verschillende oplossingen op kleine schaal proberen. Je
neemt afscheid van wat niet werkt en wat wel werkt ontwikkel je door.
Een trendwatcher signaleert en voorspelt trends. Ze zijn er omdat het voor organisaties
belangrijk is om in te spelen op trends en ontwikkelingen om zo een relevant product te
kunnen verkopen.
,Hype: iets nieuws dat tijdelijk sterk de aandacht trekt, maar weinig voorstelt.
Hoax: wordt gebruikt voor een falsificatie die als waarheid wordt gepresenteerd.
Trend: een ontwikkeling op langere termijn naar een bepaalde richting.
Signaal: een nieuw product/idee/dienst (een uitkomst van een behoefte), maximaal 1 jaar
oud.
Actualiteit: een nieuwsbericht, onderzoek, interview (maximaal 3 maanden oud).
Adoptiecurve: consumenten worden ingedeeld in zogenaamde adoptiecategorieën. De
categorieën maken een onderscheid op basis van de snelheid waarmee consumenten een
product adopteren.
Cross sectoraal: sectoren aan elkaar verbinden en de kracht van alle sectoren laten zien, en
hoe de kracht van de een ook de kracht van de ander kan zijn.
Micro-omgeving:
Gaat over binnen de organisatie. Om te weten hoe het bedrijf hun klanten wil bedienen en
een plaats op de markt wil veroveren, moeten ze hun sterke en zwakke punten kennen.
Daarvoor moet op microniveau een organisatieanalyse gemaakt worden. De informatie uit
deze analyse geeft marketeers een goed beeld van de commerciële mogelijkheden van het
bedrijf.
De elementen waaruit de micro-omgeving bestaat zijn voor bedrijven beheers- en
beïnvloedbaar. Dat wil zeggen dat ze er eventueel iets aan kunnen doen of veranderen.
Meso-omgeving:
Mensen die dicht bij je staan, die je vertrouwt, van wie je zaken aanneemt en voor wie je
bereid bent iets te doen, maken in veel gevallen deel uit van jouw familie en van je vrienden-
en kennissenkring. Je kunt de mensen uit deze omgeving niet veranderen, maar wel met ze
meedenken en -doen. Ook zullen ze jou beïnvloeden.
De meso-omgeving van bedrijven wordt in kaart gebracht met behulp van een analyse van
de verschillende stakeholders. Het gaat hierbij om de:
- Bedrijfstakanalyse: hierbij kijken we naar de winstgevendheid van een bedrijfstak.
- Concurrentenanalyse: hierin staat de (marketing)strategie van de concurrenten
centraal.
- Klantenanalyse: deze is gericht op het verkrijgen van inzichten in de klanten aan de
hand van interne klantendata.
- (Overige) stakeholder-analyse: waarbij we omgevingsfactoren onder de loep nemen
die van invloed kunnen zijn op bedrijven. Het gaat hier om factoren waarop bedrijven
invloed kunnen uitoefenen, maar die ze niet kunnen beheersen.
, Macro-omgeving:
In de macro-omgeving bevinden zich factoren die bedrijven indirect kunnen beïnvloeden en
die de bedrijven niet kunnen controleren. Deze factoren hebben niet meteen invloed op de
organisatie, maar kunnen dat op termijn wel krijgen. De factoren waarop gelet moet
worden, vallen onder DESTEP:
- Demografisch: demografische trends spelen een zeer belangrijke rol bij het vinden
van mogelijkheden om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen.
o Leeftijd, man/vrouw verdeling, verspreiding over stad en platteland,
familiesamenstelling, groepen binnen landsgrenzen (subgroepen),
opleidingsniveau en arbeidsparticipatie.
- Economisch: de economische situatie in het land of de landen waarin een bedrijf
actief is, heeft een belangrijke invloed op de strategie.
o Inkomens(verdeling), koopkracht, consumentenvertrouwen en -uitgaven en
economische trends.
- Sociaal/cultureel: trends zijn aan veranderingen onderhevig. Hierdoor wisselen de
behoeften van consumenten continu.
o Het zelfbeeld van consumenten en gemeenschappelijke overtuigingen, de
aanwezigheid van culturen en subculturen, evenementen en levensstijlen.
- Technologisch: dankzij technologische ontwikkelingen komen verbeterde of nieuwe
producten op de markt, evenals nieuwe efficiëntere of schonere
productietechnieken.
- Ecologisch: een groeiende groep consumenten is zich ervan bewust dat de productie
van goederen soms gepaard gaat met uitbuiting en slechte arbeidsomstandigheden.
- Politiek en juridisch: de overheersende politieke voorkeur van een land bepaalt mede
de rol van de overheid.
o Productveiligheidsregels en regels voor het gebruik van bepaalde producten.
Maatschappelijke ontwikkelingen kunnen ondernemingen kansen bieden, bijvoorbeeld als ze
ruimte creëren voor de ontwikkeling en introductie van nieuwe producten.
Ze kunnen echter ook een bedreiging vormen als de markt krimpt of wanneer door
technologische veranderingen producten van bedrijven verouderd raken.