Samenvatting van
W.H. van Boom; Goederen- en zekerhedenrecht
ISBN: 978-94-6212-658-9
Hoofdstukken 2 tot en met 37
,WEEK 1
2. Een eerste overzicht
2.1 Vermogensrecht in het algemeen
Vermogensrecht: geheel van goederen en schulden (art 3:1 en 3:276 bw)
- goederenrecht: verkrijging/verlies, wat is een goed, vermogen vaststellen etc.
- verbintenissenrecht: ontstaan/tenietgaan verbintenissen en bescherming
- rechtspersoon = natuurlijk persoon, twab art 2:5 bw
Subjectieve vermogensrechten:
- relatieve rechten: verbintenissenrecht → aanspraak tegenover een bepaald persoon
- absolute rechten: goederenrecht → verhouding tussen een goed en een persoon
Goederen (art 3:1 bw):
- zaken: voor mensen vatbare stoffelijke objecten (art 3:2 bw)
- vermogensrechten: rechten die ofwel
- overdraagbaar zijn, afzonderlijk of samen
- ertoe strekken stoffelijk voordeel te verschaffen
- verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel
2.2 Een aantal beginselen en uitgangspunten
Het meest omvattende recht: eigenaar heeft exclusief recht op zijn eigendom, art 5:1 bw
- niet beperkt in tijd en/of functie
- exclusieve bevoegdheid: gebruiken, vruchten genieten en verantwoordelijkheid voor lasten
Numerus clausus - gesloten systeem
- verbintenissenrecht: open systeem, men kan verbintenisrechtelijke rechtsverhouding zelf
bepalen
- goederenrecht: gesloten systeem, de wet bepaalt het wezen, de inhoud en de grenzen
- beperkte rechten vloeien voort uit moederrechten → genots- en zekerheidsrechten:
- g: vruchtgebruik (art 3:201 bw)
- g: erfdienstbaarheid (art 5:70 lid 1 bw)
- g: erfpacht (art 5:85 lid 1 bw)
- g: opstalrecht (art 5:101 lid 1 bw)
- z: pand en hypotheek (art 3:227 lid 1 bw)
Dispositie vrijheid: elk persoon is vrij en bekwaam om vermogen te verwerven en te vervreemden
Alle goederen zijn uitwinbaar voor de schulden van de rechthebbende: art 3:276 bw
- A mag zich verhalen op de goederen van B als A de crediteur is van B
- goederen van anderen dan B zij niet uitwinbaar voor de schuld van B aan A
- als A crediteur van B is, is hij bevoegd om zich te verhalen op elk goed van debiteur B
- preferentie: art 3:278 bw
Droit de suite/zaaksgevolg/volgrecht: recht dat de zaak volgt en er op blijft rusten
- uitzonderingen in art 3:86 bw
Publiciteit, specialiteit, eenheid
- publiciteitsbeginsel: goederenrechtelijke aanspraken moeten voor de buitenwereld kenbaar
gemaakt worden → voorspelbaarheid en stabiliteit
- specialiteitsbeginsel: goederen moeten voldoende bepaald worden om er aanspraak op te
kunnen maken → rechtszekerheid
- eenheidsbeginsel: aanspraak op het goed in het geheel →eenvoud, behoud van waarde en
bescherming van derden
1
,Nemo plus en Prior tempore
- chronologie is belangrijk
- nemo plus: je kan niet meer recht overdragen dan je zelf hebt
- prior tempore: oudere >>> jongere goederenrechtelijke aanspraak
3. Goederen en hun rechthebbenden - het juridisch raamwerk
3.1 Een nadere onderverdeling
Art 3:1 bw:
Goederen
- zaken (art 3:2 bw)
- roerende (art 3:3 bw)
- onroerende (art 3:3 bw)
- vermogensrechten
- absolute
- relatieve: vorderingsrechten
- beperkte rechten op goederen
Goederen
- registergoederen
- onroerende zaken en beperkte rechten op die zaken
- teboekgestelde roerende zaken en beperkte rechten op die zaken
- niet-registergoederen
- roerende zaken
- vorderingsrechten
3.2 Zaken en bestanddelen
Zaken: voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object (art 3:2 bw)
- de mogelijkheid om te identificeren/isoleren/individualiseren
Bestanddelen: twee regels (art 3:4 bw)
- lid 2: afscheiding leidt tot beschadiging → bestanddeel van de hoofdzaak
- HR: Zalco II
- lid 1: volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak → bestanddeel van die zaak
- HR: Dépex/curatoren Bergel
Roerend of onroerend:
- o: grond, nog niet gewonnen delfstoffen, met de grond verenigde beplantingen, gebouwen en
werken die duurzaam met de grond zijn verenigd (rechtstreeks of door vereniging met andere
gebouwen of werken)
>>> Portacabin arrest: onroerende zaak?
- gebouw kan duurzaam verenigd met de grond zijn als de aard/inrichting gericht is om
duurzaam ter plaatse te blijven
- verplaatsbaarheid is geen zelfstandige maatstaf
- de naar buiten kenbare bedoeling van de bouwer of opdrachtgever van de bouw is van belang
- bestemming om duurzaam ter plaatse te blijven moet naar buiten kenbaar zijn vanwege de
positie van derden
→ gevolgen voor natrekking, art 5:20 bw
2
, 3.3 Onroerende zaken en eigendom er van
Het Nederlandse grondgebied
- perceel zonder eigenaar → Staat wordt eigenaar (art 5:24 bw) = vangnetbepaling
- ontbreken inschrijving ≠ geen eigenaar
- eigendom grond omvat in beginsel de bovengrond en de aardlagen in de verticale kolom,
zonder dieptegrens (art 5:20 lid 1 bw)
Offshore: bodem van de territoriale zee en de Waddenzee is eigendom van de staat (art 5:25 bw)
- beperkte rechten op de zeebodem: art 3:8 lid 1 bw
- eigendom stranden en oevers: art 5:26-5:35 bw
Netwerken:
- onroerende zaak (art 3:3 bw)
- natrekking is mogelijk (art 5:20 lid 1 aanhef en onder e bw) → lastig want netwerken
lopen over verschillende percelen
- art 5:20 lid 2 bw: alleen de aanlegger is eigenaar → netwerk moet ingeschreven
worden in kadaster en openbare registers (art 3:17 lid 1 aanhef en onder k bw)
Eenheid door natrekking bij onroerende zaken
- eigenaar grond wordt van rechtswege eigenaar → beëindiging zelfstandig bestaan van de
roerende zaak en verval eigendomsrechten en beperkte rechten die daaruit worden afgeleid
- verticale natrekking kan doorbroken worden door:
- horizontale natrekking over perceelsgrenzen heen: h >>> v → overbouw en onderbouw
- horizontale scheiding: eigenaar onroerend goed is geen eigenaar van de grond (art
5:101 bw)
3.4 Registergoederen
Art 3:10 bw: het is noodzakelijk om de goederen bij overdracht of vestiging in te schrijven in daartoe
bestemde registers
- alle percelen grond, te boek gestelde zee- en binnenvaartschepen en te boek gestelde
vliegtuigen en de gevestigde beperkte rechten op deze registergoederen en de daarop
gevestigde beperkte rechten
Stoffelijke objecten (zaken):
- art 3:89 lid 1 bw: levering dmv een notariële akte en inschrijving in de openbare registers
- art 8:199 en 8:790 bw: de roerende zaken die schip zijn, zijn dat pas zodra ze in de openbare
registers te boek staan
- art 8:1306 bw: te boek staande luchtvaartuigen zijn registergoederen
→ onroerende zaken zijn altijd registergoed en er zijn roerende zaken die registergoed zijn
Beperkte rechten op registergoederen: vruchtgebruik etc. op een registergoed moet ook in een
notariële akte staan en ingeschreven worden in de openbare registers.
3.5 Vruchten
- art 3:9 lid 1 bw: vrucht van een goed? → verkeersopvattingen
- natuurlijke: veulen, fruit
- burgerlijke: rechten uit goederen → recht op dividend
- art 5:1 lid 3 bw: eigenaar zaak wordt eigenaar van de vruchten op moment dat vrucht
zelfstandig wordt (art 3:9 lid 4 bw)
- uitzondering art 5:45 bw: valt op perceel van de buren, dus buren worden eigenaar
3