Verdediging:
Situatie:
FPA 2 bestaat uit 9 patiënten, waarbij de neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en psychotische
stoornissen op de voorgrond staan binnen hun behandeling.
Het afgelopen jaar is er een flinke verschuiving geweest binnen de patiëntenpopulatie en vooral op
cognitief niveau is er een daling te zien. Door de LVB-problematiek vallen veel van de patiënten op
FPA 2 onder de groep met triple-problematiek een groep mensen met een licht verstandelijke
beperking (LVB-ers) die tevens kampen met problematisch middelengebruik en psychiatrische
problematiek.
Het team heeft moeite met het begeleiden van deze doelgroep. Dit resulteert in meer conflicten tussen
teamleden en patiënten. Het team raakt gedemotiveerd en de patiënten voelen zich overvraagd. De
overvraging uit bij de patiënten, doordat ze sneller geïrriteerd raken, ze trekken zich meer terug op
hun eigen kamer en zijn minder gemotiveerd om hun dagprogramma te volgen.
Daarnaast zijn de wachttijden voor vervolginstellingen steeds langer, en doordat patiënten worden
afgewezen door het niet voldoen aan specifieke eisen die sommige vervolginstellingen hebben, is het
perspectief van de patiënten ook steeds minder aanwezig.
Om hier overzicht te krijgen worden de vragen hieronder nogmaals afzonderlijk beschreven.
- Hoe kunnen OFZ-afdelingen de overgang van gesloten klinieken naar resocialisatie afdelingen
minder groot kunnen maken voor de LVB doelgroep.
- Hoe kunnen OFZ-afdelingen tegemoet kunnen komen aan eisen van de vervolginstellingen, zodat
de doorstroom beter verloopt.
- Wat er nodig is om de samenwerking en begeleiding tussen staf en patiënten kan verbeteren.
Overlap in de vragen is het gebrek aan motivatie bij zowel staf als patiënten, waardoor de behandeling
stagneert, de samenwerking slecht verloopt en de incidenten vaker voorkomen.
Diagnostisch onderzoek:
Bio-psychosociaal model uitgevoerd op 6 niveaus om een hypothese te stellen.
Belangrijke factoren binnen het model:
Conflictueuze relaties, huiselijk geweld
Psychiatrische problematiek die de dagelijkse relaties (persoonlijke, maar ook
begeleidingscontacten) beïnvloedt
Minimaal of geen steunend netwerk
Vaak sprake van overdracht door anderen
Beïnvloedbaar voor misbruik
Impulsief
Verslavingsgevoelig.
Overschatten eigen kunnen.
Moeite met reflecteren op eigen gedrag.
Hoe komt de verschuiving van de patiëntengroep:
- Aangepaste indicatiestelling. De regels voor opname zijn aangepast en er moeten eerst behoorlijk
wat gedragsproblemen zijn voor iemand met LVB wordt opgenomen.
- Maatschappelijke ontwikkelingen. hogere opleidingseisen, verdwijnen eenvoudige banen,
Groeiende anonimiteit en de snelheid en intensiteit van de handelingen in het alledaagse leven.
Vanuit de afdeling komt naar voren dat de overgang erg groot is, doordat ze op de FPA veel meer
verantwoordelijkheden krijgen. Hierdoor wordt de LVB-problematiek duidelijker dan dat dit in de TBS
kliniek is waargenomen.
Situatie:
FPA 2 bestaat uit 9 patiënten, waarbij de neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en psychotische
stoornissen op de voorgrond staan binnen hun behandeling.
Het afgelopen jaar is er een flinke verschuiving geweest binnen de patiëntenpopulatie en vooral op
cognitief niveau is er een daling te zien. Door de LVB-problematiek vallen veel van de patiënten op
FPA 2 onder de groep met triple-problematiek een groep mensen met een licht verstandelijke
beperking (LVB-ers) die tevens kampen met problematisch middelengebruik en psychiatrische
problematiek.
Het team heeft moeite met het begeleiden van deze doelgroep. Dit resulteert in meer conflicten tussen
teamleden en patiënten. Het team raakt gedemotiveerd en de patiënten voelen zich overvraagd. De
overvraging uit bij de patiënten, doordat ze sneller geïrriteerd raken, ze trekken zich meer terug op
hun eigen kamer en zijn minder gemotiveerd om hun dagprogramma te volgen.
Daarnaast zijn de wachttijden voor vervolginstellingen steeds langer, en doordat patiënten worden
afgewezen door het niet voldoen aan specifieke eisen die sommige vervolginstellingen hebben, is het
perspectief van de patiënten ook steeds minder aanwezig.
Om hier overzicht te krijgen worden de vragen hieronder nogmaals afzonderlijk beschreven.
- Hoe kunnen OFZ-afdelingen de overgang van gesloten klinieken naar resocialisatie afdelingen
minder groot kunnen maken voor de LVB doelgroep.
- Hoe kunnen OFZ-afdelingen tegemoet kunnen komen aan eisen van de vervolginstellingen, zodat
de doorstroom beter verloopt.
- Wat er nodig is om de samenwerking en begeleiding tussen staf en patiënten kan verbeteren.
Overlap in de vragen is het gebrek aan motivatie bij zowel staf als patiënten, waardoor de behandeling
stagneert, de samenwerking slecht verloopt en de incidenten vaker voorkomen.
Diagnostisch onderzoek:
Bio-psychosociaal model uitgevoerd op 6 niveaus om een hypothese te stellen.
Belangrijke factoren binnen het model:
Conflictueuze relaties, huiselijk geweld
Psychiatrische problematiek die de dagelijkse relaties (persoonlijke, maar ook
begeleidingscontacten) beïnvloedt
Minimaal of geen steunend netwerk
Vaak sprake van overdracht door anderen
Beïnvloedbaar voor misbruik
Impulsief
Verslavingsgevoelig.
Overschatten eigen kunnen.
Moeite met reflecteren op eigen gedrag.
Hoe komt de verschuiving van de patiëntengroep:
- Aangepaste indicatiestelling. De regels voor opname zijn aangepast en er moeten eerst behoorlijk
wat gedragsproblemen zijn voor iemand met LVB wordt opgenomen.
- Maatschappelijke ontwikkelingen. hogere opleidingseisen, verdwijnen eenvoudige banen,
Groeiende anonimiteit en de snelheid en intensiteit van de handelingen in het alledaagse leven.
Vanuit de afdeling komt naar voren dat de overgang erg groot is, doordat ze op de FPA veel meer
verantwoordelijkheden krijgen. Hierdoor wordt de LVB-problematiek duidelijker dan dat dit in de TBS
kliniek is waargenomen.