Werkgroep 3B: Executierecht en Insolventierecht
Literatuur
Deel 5 Studiereeks burgerlijk procesrecht (A.W. Jongbloed, Executierecht), de volgende
nummers
o 1.1-1.3, 1.6-1.7, 1.9-1.15, 1.20, 1.24
o 2.1, 2.4-2.17
o 3.1-3.3, 3.6-3.8, 3.12, 3.14
o 4.1-4.19, 4.22-4.23
o 5.1-5.5
o 6.1-6.7, 6.10-6.17, 6.22-6.27, 6.41-6.42
Deel 6 Studiereeks burgerlijk procesrecht (E.F. Groot, Insolventierecht), Hoofdstuk 1 t/m 5.
Alleen de grote letters.
Jurisprudentie
Geheel:
Rabo/Visser, HR 26 juni 1992, NJ 1993, 449, met noot Snijders (bundel nr. 70);
DKHB/KIVO, HR 23 februari 1996, NJ 1996, 434 (bundel nr. 74);
Ritzen/Hoekstra, HR 22 april 1983, NJ 1984, 154, met noot Heemskerk (bundel nr. 85).
Alleen de opgegeven rechtsoverweging(en):
Ontvanger/Bos, HR 13 januari 1995, NJ 1997, 366, met noot Brunner (bundel nr. 72): r.o. 4.2;
Wassenburg/Petit, BGH 11 mei 1982, NJ 1983, 613, met noot Heemskerk (bundel nr. 87):
overwegingen van het Benelux-gerechtshof.
Opdracht 1: Beslagrecht
Geef uw mening over de volgende stellingen. Motiveer kort en bondig.
1. Met executoriaal beslag wordt voorkomen dat de schuldenaar geen verhaal biedt als
later een executoriale titel wordt verkregen.
Dit is onjuist. In de stelling wordt juist het conservatoir beslag omschreven. Bij executoriaal beslag ga
je titel ten uitvoer brengen, en vervolgens leg je bijvoorbeeld beslag op de auto van de schuldenaar.
2. Beslaglegging heeft een blokkerende werking. Dit houdt in dat na de beslaglegging
verrichte rechtshandelingen niet tegen de beslaglegger kunnen worden ingeroepen,
omdat deze nietig zijn ten opzichte van de beslaglegger.
Beslaglegging heeft wel blokkerende werking; er is sprake van een relatieve nietigheid, want als er
beslag is gelegd op een auto, kan de schuldenaar die auto nog wel verkopen, maar dan werkt die
verkoop niet tegenover de schuldeiser. Tegenover de schuldeiser is die verkoop nietig.
3. Niet van iedere soort conservatoir beslag is ook een executoriale variant.
Juist, zie bewijsbeslag. Vreemdelingenbeslag (art. 765 Rv) en maritaal beslag (art. 768 Rv).
1
Literatuur
Deel 5 Studiereeks burgerlijk procesrecht (A.W. Jongbloed, Executierecht), de volgende
nummers
o 1.1-1.3, 1.6-1.7, 1.9-1.15, 1.20, 1.24
o 2.1, 2.4-2.17
o 3.1-3.3, 3.6-3.8, 3.12, 3.14
o 4.1-4.19, 4.22-4.23
o 5.1-5.5
o 6.1-6.7, 6.10-6.17, 6.22-6.27, 6.41-6.42
Deel 6 Studiereeks burgerlijk procesrecht (E.F. Groot, Insolventierecht), Hoofdstuk 1 t/m 5.
Alleen de grote letters.
Jurisprudentie
Geheel:
Rabo/Visser, HR 26 juni 1992, NJ 1993, 449, met noot Snijders (bundel nr. 70);
DKHB/KIVO, HR 23 februari 1996, NJ 1996, 434 (bundel nr. 74);
Ritzen/Hoekstra, HR 22 april 1983, NJ 1984, 154, met noot Heemskerk (bundel nr. 85).
Alleen de opgegeven rechtsoverweging(en):
Ontvanger/Bos, HR 13 januari 1995, NJ 1997, 366, met noot Brunner (bundel nr. 72): r.o. 4.2;
Wassenburg/Petit, BGH 11 mei 1982, NJ 1983, 613, met noot Heemskerk (bundel nr. 87):
overwegingen van het Benelux-gerechtshof.
Opdracht 1: Beslagrecht
Geef uw mening over de volgende stellingen. Motiveer kort en bondig.
1. Met executoriaal beslag wordt voorkomen dat de schuldenaar geen verhaal biedt als
later een executoriale titel wordt verkregen.
Dit is onjuist. In de stelling wordt juist het conservatoir beslag omschreven. Bij executoriaal beslag ga
je titel ten uitvoer brengen, en vervolgens leg je bijvoorbeeld beslag op de auto van de schuldenaar.
2. Beslaglegging heeft een blokkerende werking. Dit houdt in dat na de beslaglegging
verrichte rechtshandelingen niet tegen de beslaglegger kunnen worden ingeroepen,
omdat deze nietig zijn ten opzichte van de beslaglegger.
Beslaglegging heeft wel blokkerende werking; er is sprake van een relatieve nietigheid, want als er
beslag is gelegd op een auto, kan de schuldenaar die auto nog wel verkopen, maar dan werkt die
verkoop niet tegenover de schuldeiser. Tegenover de schuldeiser is die verkoop nietig.
3. Niet van iedere soort conservatoir beslag is ook een executoriale variant.
Juist, zie bewijsbeslag. Vreemdelingenbeslag (art. 765 Rv) en maritaal beslag (art. 768 Rv).
1