Hoofdstuk 9
Als de plannen om een Organisatiecockpit in te voeren in een gevorderd stadium
komen, gaat men in menige organisatie op zoek naar de ICT (informatie- en
communicatietechnologie) om ze te realiseren. Er zijn 7 typen ICT-oplossingen.
De grote diversiteit aan tools en functionaliteit waarop deze termen en begrippen
duiden zijn te plaatsen in een kader van 7 verschillende typen ICT-oplossingen.
Deze oplossingen krijgen de vorm van; operationele rapportages, flexibele
rapportages op tactisch niveau, strategische informatie op een presenteerblad,
diepgaande analyses op informatie uit het verleden, beslissingsondersteuning
gericht op de toekomst, gegevensverzameling en- integratie en ten slotte het
realiseren van een flexibele en laagdrempelige toegang tot de
informatiesystemen.
1. Operationele rapportages; al decennia lang worden informatiesystemen
voorzien van rapportagemogelijkheden. De gegevens die je erin stopt, moeten er
immers ook weer uitkomen. De operationele rapportages kunnen vooraf
gedefinieerd zijn, bijv. een maandelijks verkoopoverzicht, maar kunnen ook een
ad-hockarakter hebben. In dit laatste geval kan de gebruiker zelf een vraag aan
de database stellen en de resultaten ervan opmaken.
2. Flexibele rapportages op tactisch niveau; De Gartner Group(1990) wijdde
een spraakmakend rapport, getiteld The trouble with SQL, aan een nieuwe
manier om managementinformatie te presenteren; een multidimensionaal
model. Dit model vormde de oplossing van het probleem dat het bestaande
rationele databasemanagementsysteem en de rapportagetools die hierop gericht
zijn, onvoldoende kunnen voorzien in de informatiebehoefte van managers op
tactisch niveau.
3. Strategisch informatie op presenteerblaadje; de term executive
information system, waarmee oorspronkelijk een elektronische presentatie map
met rapportages voor topmanagers werd bedoeld, heeft door het succes van de
Balanced Scorecard een geheel andere invulling gekregen. Door de BBSC is er
een raamwerk voor de presentatie aanwezig, wat drempelverlagend werkt.
Bovendien werd de focus verlegd naar het gebruik van een beperkte set
indicatoren.
4. Advanced analytics; analyses van het verleden; de hiervoor beschreven
typen software maken gegevens inzichtelijk op operationeel, tactisch en
strategisch niveau. De volgende stap is het toevoegen van intelligentie. Diverse
tools zijn in staat deze extra analysestap te maken, gericht op het verleden of de
toekomst. Gaat het om analyses van informatie uit het verleden, dan spreken we
over datamining. Dit is erop gericht om relaties tussen een veelheid van
, variabelen en patronen in grote hoeveelheid date te ontdekken en komt vooral
voor bij customer relationship management.
5 Beslissingsondersteuning; gaat het om de toekomst, dan spreken we over
beslissingsondersteunende systemen. D.m.v. scenarioanalyse, forecasting
en what-if analyses worden managers ondersteund bij het nemen van
beslissingen.
6. Gegevensverzameling en –integratie; voor operationele rapportages is de
enkelvoudige database van een informatiesysteem doorgaans voldoende. Op
tactisch/strategisch niveau is een specifieke set nodig. Onderstaand figuur toont
een aantal mogelijkheden om deze integratie te verzorgen. Redenen om te
kiezen voor een seperate integratiestap zijn:
- integratie; gegevens uit verschillende bronsystemen moeten samenkomen.
- historie; het bronsysteem kan geen historie vasthouden.
- datamodel; het datamodel van het bronsysteem laat niet toe om de gewenste
rapportages te definiëren.
- performance; een aparte database verstoort de performance van de systemen
niet.
- platform; bronsystemen en de rapportagesoftware werken op verschillende
platformen.
- architectuur; logische scheiding van gegevensverwerkingsstappen maakt
onderhoud goedkoper.
7. Flexibele en laagdrempelige toegang tot de informatie;
softwareleveranciers breiden hun pakketten uit met uiteenlopende
functionaliteiten die het nog makkelijker en eenvoudiger maken om rapportages
te benaderen. Voorbeelden van functionaliteit voor flexibele en laagdrempelige
toegang zijn te zien in onderstaand figuur.
9.3 Een keuzemodel
Het voorgaande maakt duidelijk dat er een diversiteit aan software beschikbaar
is. Welke oplossingen nodig zijn hangt af van de vraag wat men in de organisatie
met prestatiemanagement wil bereiken. Onderstaand figuur toont een model met
drie basiskeuzes die daarbij kunnen helpen. He gepresenteerde keuzemodel is
een simplicatie die is toegepast om didactische redenen. De keuze hangt af van
de situatie waarin de organisatie verkeert; bij aanvang wil men vooral signaleren,
Als de plannen om een Organisatiecockpit in te voeren in een gevorderd stadium
komen, gaat men in menige organisatie op zoek naar de ICT (informatie- en
communicatietechnologie) om ze te realiseren. Er zijn 7 typen ICT-oplossingen.
De grote diversiteit aan tools en functionaliteit waarop deze termen en begrippen
duiden zijn te plaatsen in een kader van 7 verschillende typen ICT-oplossingen.
Deze oplossingen krijgen de vorm van; operationele rapportages, flexibele
rapportages op tactisch niveau, strategische informatie op een presenteerblad,
diepgaande analyses op informatie uit het verleden, beslissingsondersteuning
gericht op de toekomst, gegevensverzameling en- integratie en ten slotte het
realiseren van een flexibele en laagdrempelige toegang tot de
informatiesystemen.
1. Operationele rapportages; al decennia lang worden informatiesystemen
voorzien van rapportagemogelijkheden. De gegevens die je erin stopt, moeten er
immers ook weer uitkomen. De operationele rapportages kunnen vooraf
gedefinieerd zijn, bijv. een maandelijks verkoopoverzicht, maar kunnen ook een
ad-hockarakter hebben. In dit laatste geval kan de gebruiker zelf een vraag aan
de database stellen en de resultaten ervan opmaken.
2. Flexibele rapportages op tactisch niveau; De Gartner Group(1990) wijdde
een spraakmakend rapport, getiteld The trouble with SQL, aan een nieuwe
manier om managementinformatie te presenteren; een multidimensionaal
model. Dit model vormde de oplossing van het probleem dat het bestaande
rationele databasemanagementsysteem en de rapportagetools die hierop gericht
zijn, onvoldoende kunnen voorzien in de informatiebehoefte van managers op
tactisch niveau.
3. Strategisch informatie op presenteerblaadje; de term executive
information system, waarmee oorspronkelijk een elektronische presentatie map
met rapportages voor topmanagers werd bedoeld, heeft door het succes van de
Balanced Scorecard een geheel andere invulling gekregen. Door de BBSC is er
een raamwerk voor de presentatie aanwezig, wat drempelverlagend werkt.
Bovendien werd de focus verlegd naar het gebruik van een beperkte set
indicatoren.
4. Advanced analytics; analyses van het verleden; de hiervoor beschreven
typen software maken gegevens inzichtelijk op operationeel, tactisch en
strategisch niveau. De volgende stap is het toevoegen van intelligentie. Diverse
tools zijn in staat deze extra analysestap te maken, gericht op het verleden of de
toekomst. Gaat het om analyses van informatie uit het verleden, dan spreken we
over datamining. Dit is erop gericht om relaties tussen een veelheid van
, variabelen en patronen in grote hoeveelheid date te ontdekken en komt vooral
voor bij customer relationship management.
5 Beslissingsondersteuning; gaat het om de toekomst, dan spreken we over
beslissingsondersteunende systemen. D.m.v. scenarioanalyse, forecasting
en what-if analyses worden managers ondersteund bij het nemen van
beslissingen.
6. Gegevensverzameling en –integratie; voor operationele rapportages is de
enkelvoudige database van een informatiesysteem doorgaans voldoende. Op
tactisch/strategisch niveau is een specifieke set nodig. Onderstaand figuur toont
een aantal mogelijkheden om deze integratie te verzorgen. Redenen om te
kiezen voor een seperate integratiestap zijn:
- integratie; gegevens uit verschillende bronsystemen moeten samenkomen.
- historie; het bronsysteem kan geen historie vasthouden.
- datamodel; het datamodel van het bronsysteem laat niet toe om de gewenste
rapportages te definiëren.
- performance; een aparte database verstoort de performance van de systemen
niet.
- platform; bronsystemen en de rapportagesoftware werken op verschillende
platformen.
- architectuur; logische scheiding van gegevensverwerkingsstappen maakt
onderhoud goedkoper.
7. Flexibele en laagdrempelige toegang tot de informatie;
softwareleveranciers breiden hun pakketten uit met uiteenlopende
functionaliteiten die het nog makkelijker en eenvoudiger maken om rapportages
te benaderen. Voorbeelden van functionaliteit voor flexibele en laagdrempelige
toegang zijn te zien in onderstaand figuur.
9.3 Een keuzemodel
Het voorgaande maakt duidelijk dat er een diversiteit aan software beschikbaar
is. Welke oplossingen nodig zijn hangt af van de vraag wat men in de organisatie
met prestatiemanagement wil bereiken. Onderstaand figuur toont een model met
drie basiskeuzes die daarbij kunnen helpen. He gepresenteerde keuzemodel is
een simplicatie die is toegepast om didactische redenen. De keuze hangt af van
de situatie waarin de organisatie verkeert; bij aanvang wil men vooral signaleren,
