Strafrecht
Weekindeling
Week 1: hoofdstukken 2.7 en 3
Week 2: hoofdstukken 4, 5 en 6
Week 3: hoofdstukken 7, 8 (8.3.7 t/m 8.3.14 hoeft niet) en 9
Week 4: Hoofdstukken 10 en 11
Week 5: Hoofdstukken 11 en 12
Week 6: Hoofdstukken 12 en 13
Porsche arrest
Het bijlmer noodweerarrest
Uitzendbureau Cito arrest:
Grens wisselkantoor arrest
Melk en water arrest
Salduz arrest
Week 1:
Causaliteit houdt in dat er een oorzaak en gevolg is. Volgens deze theorie geldt als oorzaak elke
voorwaarde die niet kan worden weggedacht zonder dat daardoor ook het gevolg niet wegvalt.
In het strafrecht moet er sprake zijn van een causaal verband wil iemand strafrechtelijk worden
vervolgd.
Causaliteitstheorieën:
- Conditio sine qua non: voorwaarde zonder welke het gevolg er niet zou zijn. Bijv. iemand die uitgaat
en iemand op de neus slaat. De neus is waarschijnlijk gebroken. Schakel 1 gebroken neus, schakel 2:
gaat op de fiets naar de ziekenhuis. Schakel 3: hij wordt aangereden onderweg. Schakel 4: hij
overlijdt in het ziekenhuis. Zou de persoon overlijden als schakel 1 weg was gehaald, dus als hij niet
werd mishandeld. NEE, want hij zou niet naar het ziekenhuis gaan als hij niet was geslagen. Volgens
de conditio sine qua non is er wel een causaal verband. Jij kan dan veroordeeld worden hiervoor. In
Nederland gebruiken we deze leer niet.
- Kan tot problemen leiden bij delicten met geobjectiveerde gevolgen, omdat opzet of schuld dan
geen vereiste zijn voor het gevolg.
- Causa proxima-leer: er bestaat een causaal verband tussen de gedraging en het gevolg indien het
gevolg het onmiddellijk en rechtstreeks gevolg is van de gedraging. De dichtstbijzijnde veroorzakende
factor. Bij het ongeluk is de aanrijding dan het dichtstbijzijnde.
- Afhankelijk van de ernst van eerdere fouten kan deze theorie niet altijd doorslaggevend zijn.
- Adequatie-/ voorzienbaarheidstheorie(ën): er bestaat een causaal verband tussen de gedraging en
het gevolg indien voor de steller van de gedraging voorzienbaar was dat zijn gedraging het gevolg
met zich meebrengt.
- Subjectieve of objectieve voorzienbaarheid: zie week 6.
- Leer van redelijke toerekening: Is het redelijk om het gevolg aan de verdachte toe te rekenen?
Voorzienbaarheid is niet altijd beslissend. Deze theorie wordt nu gebruikt. (Arrest Letale
, Longembolie). Deze passen wij toe in Nederland. Is het vanuit het maatschappelijk oogpunt redelijk
om een verdachte voor het gevolg aansprakelijk te stellen.
- Redelijkheid is niet voor iedereen hetzelfde
3 vuistregels:
1. Als het letsel niet dodelijk is, maar het slachtoffer overlijdt toch door omstandigheid waar de
verdachte geen invloed heeft dan geen causaal verband.
2. Wanneer letsel in beginsel niet dodelijk is, maar door een normale complicatie komt de
slachtoffer wel te overlijden (letale long arrest) dan kan de dood redelijkerwijs toegerekend
worden aan de verdachte.
3. Zonder medisch ingrijpen was het slachtoffer sowieso overleden.
Wat is een strafbaar feit?
- Menselijke gedraging
- Delictsomschrijving (bestanddelen): gedragingen zijn pas strafbaar als zij in de strafwet terug te
vinden zijn.
- Wederrechtelijkheid (element): in strijd met het recht
- Schuld (element)
Opbouw strafbaar feit (bijvoorbeeld art. 287 sr)
- Delictsomschrijving: hij die opzettelijk iemand van het leven berooft. De 3 bestanddelen in dit delict
die bewezen moeten worden zijn: opzettelijk, een ander, van het leven beroven. Als je een
bestanddeel niet kan bewijzen, dan volgt er vrijspraak.
- Kwalificatie: schuldig aan doodslag. de juridische benaming van de misdrijf.
- Sanctienorm: gevangenisstraf van ten hoogste 15 jaar of geldboete van de 5 e categorie.
Voorbeeld art. 298 Sr.
4 voorwaarden strafbaar feit (4 lagen model) (cumulatief: je moet aan alle voorwaarden
voldoen):
- Menselijke gedragingen: gewilde spierbeweging. Handelen of nalaten. Natuurlijke personen en
rechtspersonen, art. 51 Sr.
- Wettelijke delictsomschrijving: Strafbaar op grond van een voorafgaande wettelijke bepaling:
- Legaliteitsbeginsel art. 1 Sr.
- Wettelijke strafbepaling
- Verbod van terugwerkende kracht (je kunt niet strafbaar worden gesteld voor iets wat eerder
niet strafbaar was)
- Meest gunstige bepaling (stel je pleegt een moord en de maximale celstraf is dan 30 jaar, een
week later wordt jij vervolgt en dan is de wet veranderd en is de maximale celstraf 40 jaar. Dan
geldt de meest gunstige bepaling, dus de 30 jaar. Ook andersom geldt dit).
- Wederrechtelijkheid:
- Gedraging is in strijd met het recht.
- Behoudens rechtvaardigingsgronden
- Schuld (verwijtbaarheid):
- Het moet iemands schuld zijn
- Verwijtbaarheid: je had anders kunnen gedragen dan je deed
- Behoudens schulduitsluitingsgronden
- Let op!: niet te verwarren met opzet.
Weekindeling
Week 1: hoofdstukken 2.7 en 3
Week 2: hoofdstukken 4, 5 en 6
Week 3: hoofdstukken 7, 8 (8.3.7 t/m 8.3.14 hoeft niet) en 9
Week 4: Hoofdstukken 10 en 11
Week 5: Hoofdstukken 11 en 12
Week 6: Hoofdstukken 12 en 13
Porsche arrest
Het bijlmer noodweerarrest
Uitzendbureau Cito arrest:
Grens wisselkantoor arrest
Melk en water arrest
Salduz arrest
Week 1:
Causaliteit houdt in dat er een oorzaak en gevolg is. Volgens deze theorie geldt als oorzaak elke
voorwaarde die niet kan worden weggedacht zonder dat daardoor ook het gevolg niet wegvalt.
In het strafrecht moet er sprake zijn van een causaal verband wil iemand strafrechtelijk worden
vervolgd.
Causaliteitstheorieën:
- Conditio sine qua non: voorwaarde zonder welke het gevolg er niet zou zijn. Bijv. iemand die uitgaat
en iemand op de neus slaat. De neus is waarschijnlijk gebroken. Schakel 1 gebroken neus, schakel 2:
gaat op de fiets naar de ziekenhuis. Schakel 3: hij wordt aangereden onderweg. Schakel 4: hij
overlijdt in het ziekenhuis. Zou de persoon overlijden als schakel 1 weg was gehaald, dus als hij niet
werd mishandeld. NEE, want hij zou niet naar het ziekenhuis gaan als hij niet was geslagen. Volgens
de conditio sine qua non is er wel een causaal verband. Jij kan dan veroordeeld worden hiervoor. In
Nederland gebruiken we deze leer niet.
- Kan tot problemen leiden bij delicten met geobjectiveerde gevolgen, omdat opzet of schuld dan
geen vereiste zijn voor het gevolg.
- Causa proxima-leer: er bestaat een causaal verband tussen de gedraging en het gevolg indien het
gevolg het onmiddellijk en rechtstreeks gevolg is van de gedraging. De dichtstbijzijnde veroorzakende
factor. Bij het ongeluk is de aanrijding dan het dichtstbijzijnde.
- Afhankelijk van de ernst van eerdere fouten kan deze theorie niet altijd doorslaggevend zijn.
- Adequatie-/ voorzienbaarheidstheorie(ën): er bestaat een causaal verband tussen de gedraging en
het gevolg indien voor de steller van de gedraging voorzienbaar was dat zijn gedraging het gevolg
met zich meebrengt.
- Subjectieve of objectieve voorzienbaarheid: zie week 6.
- Leer van redelijke toerekening: Is het redelijk om het gevolg aan de verdachte toe te rekenen?
Voorzienbaarheid is niet altijd beslissend. Deze theorie wordt nu gebruikt. (Arrest Letale
, Longembolie). Deze passen wij toe in Nederland. Is het vanuit het maatschappelijk oogpunt redelijk
om een verdachte voor het gevolg aansprakelijk te stellen.
- Redelijkheid is niet voor iedereen hetzelfde
3 vuistregels:
1. Als het letsel niet dodelijk is, maar het slachtoffer overlijdt toch door omstandigheid waar de
verdachte geen invloed heeft dan geen causaal verband.
2. Wanneer letsel in beginsel niet dodelijk is, maar door een normale complicatie komt de
slachtoffer wel te overlijden (letale long arrest) dan kan de dood redelijkerwijs toegerekend
worden aan de verdachte.
3. Zonder medisch ingrijpen was het slachtoffer sowieso overleden.
Wat is een strafbaar feit?
- Menselijke gedraging
- Delictsomschrijving (bestanddelen): gedragingen zijn pas strafbaar als zij in de strafwet terug te
vinden zijn.
- Wederrechtelijkheid (element): in strijd met het recht
- Schuld (element)
Opbouw strafbaar feit (bijvoorbeeld art. 287 sr)
- Delictsomschrijving: hij die opzettelijk iemand van het leven berooft. De 3 bestanddelen in dit delict
die bewezen moeten worden zijn: opzettelijk, een ander, van het leven beroven. Als je een
bestanddeel niet kan bewijzen, dan volgt er vrijspraak.
- Kwalificatie: schuldig aan doodslag. de juridische benaming van de misdrijf.
- Sanctienorm: gevangenisstraf van ten hoogste 15 jaar of geldboete van de 5 e categorie.
Voorbeeld art. 298 Sr.
4 voorwaarden strafbaar feit (4 lagen model) (cumulatief: je moet aan alle voorwaarden
voldoen):
- Menselijke gedragingen: gewilde spierbeweging. Handelen of nalaten. Natuurlijke personen en
rechtspersonen, art. 51 Sr.
- Wettelijke delictsomschrijving: Strafbaar op grond van een voorafgaande wettelijke bepaling:
- Legaliteitsbeginsel art. 1 Sr.
- Wettelijke strafbepaling
- Verbod van terugwerkende kracht (je kunt niet strafbaar worden gesteld voor iets wat eerder
niet strafbaar was)
- Meest gunstige bepaling (stel je pleegt een moord en de maximale celstraf is dan 30 jaar, een
week later wordt jij vervolgt en dan is de wet veranderd en is de maximale celstraf 40 jaar. Dan
geldt de meest gunstige bepaling, dus de 30 jaar. Ook andersom geldt dit).
- Wederrechtelijkheid:
- Gedraging is in strijd met het recht.
- Behoudens rechtvaardigingsgronden
- Schuld (verwijtbaarheid):
- Het moet iemands schuld zijn
- Verwijtbaarheid: je had anders kunnen gedragen dan je deed
- Behoudens schulduitsluitingsgronden
- Let op!: niet te verwarren met opzet.
