Proeftentamen CE4 - les 1 t/m 6 (april 2021)
(dit proeftentamen bestaat uit 4 opgaven)
Opgave 1
Gegevens
Zie het artikel over Decathlon in het aparte bestand!
Gevraagd
a. Wat is het verschil tussen een lijn- en een staforganisatie? (1 punt)
b. Wat wordt bedoeld met het verwijderen van management- lagen (zie eerste regel van het artikel)?
(2 punten)
c. Wat is het verschil tussen een top-down benadering en een holacracy ? (2 punten)
d. Noem twee voordelen van een holacracy benadering? (2 punten)
e. Wat zou bedoeld worden met empowering people? (3 punten)
Opgave 2
Gegevens:
Een detaillist opent zijn zaak op 1 oktober 2019. Eind september wordt de inventaris aangekocht
voor een bedrag van € 10.000 en voorraden voor een bedrag van € 25.000. De goederen moeten
voor een bedrag van € 14.000 voor 1 oktober betaald worden en voor het restant krijgt de
onderneming een betalingstermijn van een maand. De inventaris wordt betaald en geschonken door
een familielid. Een gebouw wordt gehuurd; de huur bedraagt € 18.000 per jaar en moet voor 2
maanden vooruit betaald worden op 30 september 2018. De onderneming start met € 1.000
kasgeld. Voorafgaand aan de start heeft de ondernemer een banktegoed van € 5.300, die hij
inbrengt in de zaak. Voor het financieringsgat dat ontstaat is de bank bereid om een langlopende
lening te verstrekken.
Gevraagd:
a. Stel de investeringsbegroting op door de volgende tabel in te vullen: (2 punten)
Posten debetzijde Bedragen in €
1
(dit proeftentamen bestaat uit 4 opgaven)
Opgave 1
Gegevens
Zie het artikel over Decathlon in het aparte bestand!
Gevraagd
a. Wat is het verschil tussen een lijn- en een staforganisatie? (1 punt)
b. Wat wordt bedoeld met het verwijderen van management- lagen (zie eerste regel van het artikel)?
(2 punten)
c. Wat is het verschil tussen een top-down benadering en een holacracy ? (2 punten)
d. Noem twee voordelen van een holacracy benadering? (2 punten)
e. Wat zou bedoeld worden met empowering people? (3 punten)
Opgave 2
Gegevens:
Een detaillist opent zijn zaak op 1 oktober 2019. Eind september wordt de inventaris aangekocht
voor een bedrag van € 10.000 en voorraden voor een bedrag van € 25.000. De goederen moeten
voor een bedrag van € 14.000 voor 1 oktober betaald worden en voor het restant krijgt de
onderneming een betalingstermijn van een maand. De inventaris wordt betaald en geschonken door
een familielid. Een gebouw wordt gehuurd; de huur bedraagt € 18.000 per jaar en moet voor 2
maanden vooruit betaald worden op 30 september 2018. De onderneming start met € 1.000
kasgeld. Voorafgaand aan de start heeft de ondernemer een banktegoed van € 5.300, die hij
inbrengt in de zaak. Voor het financieringsgat dat ontstaat is de bank bereid om een langlopende
lening te verstrekken.
Gevraagd:
a. Stel de investeringsbegroting op door de volgende tabel in te vullen: (2 punten)
Posten debetzijde Bedragen in €
1