Motorisch leren Samenvatting
Welke leerstrategie en waarom?
Inleiding
In sport wordt veel geoefend. Vaak een sterk accent op herhaling op
kracht- en duurtraining, op spieren en bewegingen en op
uithoudingsvermogen. Vaak wordt vergeten dat onze bewegingen en
acties door het centraal zenuwstelsel (Hersenen en ruggenmerg). Tijdens
het motorisch leerproces wordt het doeltreffende patroon ontdekt en
vastgelegd in het zenuwstelsel. Dit proces verloopt individueel
verschillend. Leerprocessen kunnen geblokkeerd worden na een spoedige
start. De intensiteit van een training is dan wel hoog maar er is dan geen
vooruitgang. Nieuwe beeldvormende technieken zijn de nieuwe
gerelativeerde strategieën voor de geactiveerde hersengebieden.
Expliciet en impliciet leren
Tijdens het aanleren van motorische vaardigheden kan een leraar bewust
zijn van een impliciete en expliciete leerstrategie. Expliciet leren is een
vorm dat iedereen bewust is van wat er precies gebruikt De pianist wist
precies hoe hij zijn vingers moet gebruiken. Bij deze vorm van leren wordt
gekeken naar expliciet leren. Bij het leren van sportvaardigheden worden
vanzelfsprekend expliciete strategieën gebruikt Bij skiën wordt precies
uitgelegd hoe je gewicht verplaatst moet worden. Bij expliciet leren ligt
een sterk accent kop het bewegingspatroon, de performance, ervan
uitgaande dat een verbetering hiervan sowieso tot prestatieverbetering
leidt.
Bij impliciet leren is de lerende zich niet of nauwelijks bewust van wat er
precies gebeurt tijdens het leerproces een voorbeeld is fietsen of veters
strikken. De prestatie kan toenemen. Wanneer presentatie toeneemt noem
je dit procedureel leren. Een ander voorbeeld van het impliciet leren is
staan op een bewegend platform, de reflexen die in de kuitspier zitten zijn
dan gevoeliger.
Leren in de praktijk
Kinderen vaak veel beter impliciet dan expliciet leren. Kinderbrein heeft
geen belangstelling voor bewegingen met bereik van de gewenste doelen.
Bij volwassen kan impliciet leren soms beter werken.
Bij het leren van nieuwe vaardigheden kan de aandacht expliciet gericht
worden op precieze bewegingen. Het hangt af van de factoren zoals de
leerfase, taak en beperkingen. Expliciet of impliciet leren is dus totaal
afhankelijk van het activiteit.
Welke leerstrategie en waarom?
Inleiding
In sport wordt veel geoefend. Vaak een sterk accent op herhaling op
kracht- en duurtraining, op spieren en bewegingen en op
uithoudingsvermogen. Vaak wordt vergeten dat onze bewegingen en
acties door het centraal zenuwstelsel (Hersenen en ruggenmerg). Tijdens
het motorisch leerproces wordt het doeltreffende patroon ontdekt en
vastgelegd in het zenuwstelsel. Dit proces verloopt individueel
verschillend. Leerprocessen kunnen geblokkeerd worden na een spoedige
start. De intensiteit van een training is dan wel hoog maar er is dan geen
vooruitgang. Nieuwe beeldvormende technieken zijn de nieuwe
gerelativeerde strategieën voor de geactiveerde hersengebieden.
Expliciet en impliciet leren
Tijdens het aanleren van motorische vaardigheden kan een leraar bewust
zijn van een impliciete en expliciete leerstrategie. Expliciet leren is een
vorm dat iedereen bewust is van wat er precies gebruikt De pianist wist
precies hoe hij zijn vingers moet gebruiken. Bij deze vorm van leren wordt
gekeken naar expliciet leren. Bij het leren van sportvaardigheden worden
vanzelfsprekend expliciete strategieën gebruikt Bij skiën wordt precies
uitgelegd hoe je gewicht verplaatst moet worden. Bij expliciet leren ligt
een sterk accent kop het bewegingspatroon, de performance, ervan
uitgaande dat een verbetering hiervan sowieso tot prestatieverbetering
leidt.
Bij impliciet leren is de lerende zich niet of nauwelijks bewust van wat er
precies gebeurt tijdens het leerproces een voorbeeld is fietsen of veters
strikken. De prestatie kan toenemen. Wanneer presentatie toeneemt noem
je dit procedureel leren. Een ander voorbeeld van het impliciet leren is
staan op een bewegend platform, de reflexen die in de kuitspier zitten zijn
dan gevoeliger.
Leren in de praktijk
Kinderen vaak veel beter impliciet dan expliciet leren. Kinderbrein heeft
geen belangstelling voor bewegingen met bereik van de gewenste doelen.
Bij volwassen kan impliciet leren soms beter werken.
Bij het leren van nieuwe vaardigheden kan de aandacht expliciet gericht
worden op precieze bewegingen. Het hangt af van de factoren zoals de
leerfase, taak en beperkingen. Expliciet of impliciet leren is dus totaal
afhankelijk van het activiteit.