Samenvatting Farmacotherapie in de Apotheek- H1 Pijnstillers

Samenvatting: Farmacotherapie in de Apotheek H1. Pijnstillers


1.1 Pijn



Pijnstillers = Analgenetica

1.1.1 Wat is pijn?

Pijn is pijn als iets pijn doet!

Hoe ontstaat pijn?  Ontsteking, wond of weefselbeschadiging  aanmaak
en afgifte prostaglandines  prikkelen zenuwuiteinden 
signalen doorgegeven aan de hersenen  ontstaat
pijngewaarwording.

Receptor  aangrijpingspunt in het lichaam die aanwijzingen doorgeeft.

Synthese  aanmaak bij bijv. Prostaglandinesyntheseremmers.

Prostaglandinen  maken receptoren gevoeliger voor de vorig genoemde stoffen.

- OORZAKEN VAN PIJN

Hoofdpijn
Bijv. hersenschudding, spanning, migraine of een gezwel.

Kiespijn
Bijv. koude/warme voeding, zenuwontsteking, cariës of geïrriteerde
kiezen/tanden.

Buikpijn
Bijv. buikkramp, menstruatie, nervositeit, darmontsteking of
blindedarmontsteking.

- ACUTE OF CHRONISCHE PIJN

Acute pijn  de oorzaak is vrijwel altijd duidelijk
Bijv. kiespijn er kan dan gekozen worden voor een pijnstiller.

Chronische pijn  ‘rond de klok doseren’: pijn bestaat langer en de oorzaak is
niet altijd duidelijk.
Het wordt veroorzaakt door veranderde zenuwgevoeligheid.
Bijv. slijtage van het gewricht, je kunt hier qua medicatie niks aan doen.