Leerdoelen:
Blok 1 - Flexicurity
• Je kan relevante juridische aspecten van verschillende vormen van flexibele arbeidsrelaties beschrijven en adviseren
welke vormen het beste aansluiten bij de behoeften van de organisatie. (Toepassen en analyse)
• Je kan relevante wet- en regelgeving ten aanzien van collectieve arbeidsvoorwaarden toepassen in het HR beleid en de
verhouding beschrijven tussen een cao en/of arbeidsvoorwaardenreglement en een arbeidsovereenkomst. (Toepassen
en analyse)
Blok 2 – Over de grens
• Je kan de werkgever adviseren over de toepasselijkheid en uitvoering van de Wet Arbeid Vreemdeling binnen de
organisatie. (Toepassen)
BLOK 1 - Flexicurity
Aantekeningen kennisclips
Kennisclip 1: Juridisch HRM KC 1 – een introductie
Flexibele arbeidsrelaties vast versus flexibel
19 februari 2018 → ‘’Vooral hoogopgeleiden vaker vast werk
Van de 112 duizend vaste werknemers die er in vergelijking met het vierde kwartaal vorig jaar bij zijn gekomen,
gaat het bij 78 procent om hoogopgeleiden; de helft was tussen de 55 en 65 jaar. Deze groepen hadden over
het algemeen al vaker vast werk dan lager opgeleiden en jongeren.’’ (CBS, z.d.)
• Hoogopgeleiden & ouderen werknemers (>55): vaste overeenkomst, contract voor onbepaalde tijd.
• Laagopgeleide & jongeren werknemers: flexibele arbeidsovereenkomst, flexibele arbeidsrelatie.
Flexibele arbeidsrelaties
Wat is dan precies flexibiliteit in de context van de arbeidsrelatie of het arbeidsrecht?
- Flexibel in tijd/werktijden (welk tijdstip?) – op welk tijdstip begin je je arbeid
- Flexibel in omvang (hoeveel uur?) – werk je 3 uur per dag? Of 8 uur? 40 uur?
- Flexibel in duur (dagen, weken, maanden, jaren?)
- Flexibiliteit in plaats (waar?) – vaste plek? Of telkens een andere plek?
- Flexibiliteit in frequentie (hoe vaak?) – weet je dit van tevoren (iedere week of onduidelijk?)
- Flexibiliteit in ja/nee (arbeid accepteren?) – kan je nee zeggen of MOET je ja zeggen
Waar die flexibiliteit moet zitten, dat is afhankelijk van de behoefte. Is het een werkgever die heel incidenteel
iemand nodig heeft? Is het een werknemers waarvan de omstandigheden zijn veranderd (bijvoorbeeld doordat
ze kinderen heeft gekregen en nu liever minder wil werken). Deze factoren kunnen beïnvloeden waar de
flexibiliteit precies zit (dit kunnen factoren zoals hierboven genoemd zijn, of externe factoren zoals de
coronacrisis).
• Interne factoren (tijd, omvang, duur, plaats, frequentie, ja/nee)
• Verandering in behoeften
• Externe factoren (DESTEMP, bijvoorbeeld coronacrisis of technologische ontwikkelingen)
1
, Blok 1 & 2 (jaar 2) – Semester 1 Juridisch HRM
Welke vormen van flexibele arbeidsrelaties zijn er?
• Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
• Arbeidsovereenkomst (ot/bt) in deeltijd
• Oproepkrachten (zuiver oproep of min/max)
• Uitzendkrachten
• Payrollwerknemers
▪ Detachering?
• Overeenkomst van opdracht (+ zzp)
Waar heeft men behoefte aan?
• Opkomende platformwerkers (platform economie/kluseconomie)
• Deze geven in de praktijk allemaal nieuwe behoeftes (veel platformen die vraag en aanbod bij elkaar
brengen op het gebied van klussen)
Om te kunnen bepalen welke overeenkomst het beste past bij een praktijksituatie zul je goed thuis moeten zijn
in de belangrijkste kenmerken van alle verschillende contractvormen.
2