Communicatie samenvatting
Hoofdstuk 1
Communicatie richt zich op communicatie met, door en in organisaties
De communicatiemedewerker is niet de enige die in een organisatie communiceert
Alle medewerkers staan in contact met elkaar en anderen binnen de organisatie
Drie soorten communicatie:
1. Interne communicatie medewerkers
2. Corporate communicatie relaties
3. Marketing communicatie klanten
Publieksgroepen en doelgroepen
- Publieksgroepen en stakeholders heb je als organisatie
- Doelgroepen kies je als organisatie
Hoofdtaken communicatiemedewerker:
- Reputatie: bouwen en beschermen
- Regie: juiste toon en timing
- Realisatie: feilloze uitvoering
6 kerntaken
1. Analyseren
2. Adviseren
3. Integreren
4. Creëren
5. Begeleiden
6. Organiseren
Trends en ontwikkelingen
1. Digitalisering en online:
2. Data driven en real time
3. Emotie en de sociale omgeving
4. Van tekst naar beeld
5. Transparantie en open communiceren
6. Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen
7. Accountability en meetbaar maken
8. Leven in netwerken
Stakeholder: een belanghebbende persoon/organisatie die zowel positief als negatief invloed
ondervindt of kan uitoefenen op een organisatie
, H2
Communicatie is een proces van tweerichtingsverkeer waarbij zowel de zender als de ontvanger
actief zijn. Beiden kunnen van positie wisselen. Communicatie is daarom een interactief proces.
Klassieke communicatiemodel
Het klassieke communicatiemodel bestaat uit: zender – boodschap – medium – ontvanger
Door feedback van de ontvanger en terugkoppeling van de zender ontstaat er een interactie.
Boodschap
- Zakelijk aspect
- Expressief aspect
- Relationeel aspect
- Appellerend aspect
Encoderen: het omzetten van gedachten in woorden en beelden door de zender
Decoderen: het omzetten van boodschap in gedachten door de ontvanger
Feedback: de reactie van de ontvanger
Terugkoppeling: als de zender weer op de feedback reageert
Ruis: factoren die het communicatieproces verstoren
Redunantie: overtollige informatie
Referentiekader en context: het geheel van gewoonten, ervaringen etc waarop de ontvanger zijn
denken en handelen baseert
Moderne model Noelle Aarts
Ontvangers zijn ook zenders en andersom, deze rollen wisselen continu.
Communicatietheorieën
1. Stimulus-respons/injectienaald: ontvangers nemen klakkeloos over wat de zender hen
voorschotelt
2. Two step flow: een beperkt aantal opinieleiders/influencers wordt beïnvloedt die vervolgens
intermediair zijn tussen e zender en een grotere (doel)groep
3. Uses and gratifications: nadruk op de actieve rol van de ontvanger. Je maakt zelf keuzes over
welke media je gebruikt, wanneer en welke boodschappen je wilt ontvangen.
4. Agendasetting: de massa media bepalen niet wát we denken, wel waaróver we denken.
5. Netwerkmodellen: onze maatschappij is een groot netwerk waarin de leden met elkaar
communiceren en elkaar beïnvloeden.
Selectieve perceptie: je ziet wat je wilt zien (als je zelf een kinderwens hebt zie je om je heen ineens
allemaal vrouwen die zwanger zijn)
Framing: een communicatietechniek om mensen te overtuigen door informatie op een bepaalde
manier te presenteren.
Communicatiemodaliteiten (een communicatiewijze die zich onderscheidt van andere
communicatiemiddelen)
1. Voorlichting: bewust gegeven hulp bij menings- en besluitvorming door middel van
communicatie (minste beïnvloeding)
2. Public relations: het stelselmatig bevorderen van wederzijds begrip tussen een organisatie en
haar publieksgroepen
Hoofdstuk 1
Communicatie richt zich op communicatie met, door en in organisaties
De communicatiemedewerker is niet de enige die in een organisatie communiceert
Alle medewerkers staan in contact met elkaar en anderen binnen de organisatie
Drie soorten communicatie:
1. Interne communicatie medewerkers
2. Corporate communicatie relaties
3. Marketing communicatie klanten
Publieksgroepen en doelgroepen
- Publieksgroepen en stakeholders heb je als organisatie
- Doelgroepen kies je als organisatie
Hoofdtaken communicatiemedewerker:
- Reputatie: bouwen en beschermen
- Regie: juiste toon en timing
- Realisatie: feilloze uitvoering
6 kerntaken
1. Analyseren
2. Adviseren
3. Integreren
4. Creëren
5. Begeleiden
6. Organiseren
Trends en ontwikkelingen
1. Digitalisering en online:
2. Data driven en real time
3. Emotie en de sociale omgeving
4. Van tekst naar beeld
5. Transparantie en open communiceren
6. Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen
7. Accountability en meetbaar maken
8. Leven in netwerken
Stakeholder: een belanghebbende persoon/organisatie die zowel positief als negatief invloed
ondervindt of kan uitoefenen op een organisatie
, H2
Communicatie is een proces van tweerichtingsverkeer waarbij zowel de zender als de ontvanger
actief zijn. Beiden kunnen van positie wisselen. Communicatie is daarom een interactief proces.
Klassieke communicatiemodel
Het klassieke communicatiemodel bestaat uit: zender – boodschap – medium – ontvanger
Door feedback van de ontvanger en terugkoppeling van de zender ontstaat er een interactie.
Boodschap
- Zakelijk aspect
- Expressief aspect
- Relationeel aspect
- Appellerend aspect
Encoderen: het omzetten van gedachten in woorden en beelden door de zender
Decoderen: het omzetten van boodschap in gedachten door de ontvanger
Feedback: de reactie van de ontvanger
Terugkoppeling: als de zender weer op de feedback reageert
Ruis: factoren die het communicatieproces verstoren
Redunantie: overtollige informatie
Referentiekader en context: het geheel van gewoonten, ervaringen etc waarop de ontvanger zijn
denken en handelen baseert
Moderne model Noelle Aarts
Ontvangers zijn ook zenders en andersom, deze rollen wisselen continu.
Communicatietheorieën
1. Stimulus-respons/injectienaald: ontvangers nemen klakkeloos over wat de zender hen
voorschotelt
2. Two step flow: een beperkt aantal opinieleiders/influencers wordt beïnvloedt die vervolgens
intermediair zijn tussen e zender en een grotere (doel)groep
3. Uses and gratifications: nadruk op de actieve rol van de ontvanger. Je maakt zelf keuzes over
welke media je gebruikt, wanneer en welke boodschappen je wilt ontvangen.
4. Agendasetting: de massa media bepalen niet wát we denken, wel waaróver we denken.
5. Netwerkmodellen: onze maatschappij is een groot netwerk waarin de leden met elkaar
communiceren en elkaar beïnvloeden.
Selectieve perceptie: je ziet wat je wilt zien (als je zelf een kinderwens hebt zie je om je heen ineens
allemaal vrouwen die zwanger zijn)
Framing: een communicatietechniek om mensen te overtuigen door informatie op een bepaalde
manier te presenteren.
Communicatiemodaliteiten (een communicatiewijze die zich onderscheidt van andere
communicatiemiddelen)
1. Voorlichting: bewust gegeven hulp bij menings- en besluitvorming door middel van
communicatie (minste beïnvloeding)
2. Public relations: het stelselmatig bevorderen van wederzijds begrip tussen een organisatie en
haar publieksgroepen
