Inhoudsopgave
Voorblad paper
1.
Dit formulier moet samen met de paper worden ingeleverd. Met dit ingevulde formulier 1.
heeft de docent alle informatie die nodig is om de opdracht te beoordelen en de beoordeling
1.
te verwerken. Zonder deze gegevens kan de docent de paper niet beoordelen.
1.
Dit formulier is een toevoeging aan de opdracht maar telt niet mee als pagina in de
opdracht. 1.
Studentnummer: 1.
1.
Naam: 1.
Naam opleiding: HBO Bachelor Sociaal Pedagogische 1.
1.
Hulpverlening
1.
Opleidingscode: 7915 1.
Modulenummer: 1834 1.
1.
Modulenaam: Portfolio 2.2 SPH Theorie en praktijk 1.
vergelijken 1.
1.
Versie (indien meerdere versies aanwezig): 1 1.
Herkansing?: ja/nee nee 1.
1.
In de opdracht is de juiste bronvermelding* Ja/Nee
toegepast: 1.
In de opdracht zijn de verslagtechnieken Ja/Nee 1.
toegepast: 1.
Houd rekening met de knock-out criteria! 1.
1.
Je paper dient aan de onderstaande punten te voldoen. Is dit niet het geval, dan wordt je 1.
paper niet beoordeeld. 1.
Het voorblad is professioneel opgemaakt (zie instructie verslagtechnieken NTI) en 1.
aanwezig: 1.
De bronvermelding is zowel in de tekst als in de aparte literatuurlijst opgenomen 1.
volgens de juiste bronvermelding; 1.
Het verslag voldoet aan de vereisten m.b.t. het aantal pagina’s (in de opdracht wordt 1.
dit exact benoemd) en is in lettertype Times New Roman 12 als lettertype 1.
opgemaakt met regelafstand 1,5; 1.
Het verslag heeft een juiste paginanummering.
1.
1.
De instructie in de opdracht is leidend. Wanneer deze instructie afwijkt van de algemene 1.
instructie (verslagtechnieken en juiste bronvermelding), dan is dit leidend voor de te 1.
schrijven paper. 1.
Je vindt de regels rondom APA, de Leidraad voor juridische auteurs en de 1.
verslagtechnieken in de tegel Algemene informatie. 1.
1.
De casus 3
2. Psychische of psychiatrische problematiek 4
2.1 Symptomen en kenmerken 4
, 2.2 Risicofactoren en protectieve factoren 4
2.3 Gevolgen van ADHD 5
3. De rol van outreachend werken 5
3.1 Signalen verzamelen 5
3.2 Reageren op signalen en eerste contactlegging 6
3.3 Contact met de client voortzetten en afsluiten 6
4. Het diagnostisch proces 6
5. Een observatieplan 8
6. Begeleidingsplan 8
7. De vergelijking tussen theorie en praktijk 9
7.1 Diagnostisering 9
7.2 Begeleiding 10
7.3 Rol van outreachend werken 11
8. Reflectie 11
8.1 Keuze voor deze casus 11
8.2 Mijn eigen rol 11
8.3 Verschil tussen theorie en praktijk 12
8.4 Twee leerdoelen 12
Literatuurlijst 13
Bijlage 1: Observatieschaal 15
Bijlage 2: Diagnose ADHD volgens DSM-5 16
, 1. De casus
Daan is een jongen van 6 jaar. Zijn ouders zijn gescheiden en zij hebben co-ouderschap, waardoor hij
vier dagen in de week bij vader verblijft en drie dagen bij moeder. Daan heeft een halfzusje van 12
jaar oud; zij woont bij moeder. Door de scheiding is moeder onlangs verhuisd naar een andere wijk.
Moeder werkt twee dagen per week bij een grote meubelzaak en vader heeft een drukke baan in de
ICT. Moeder heeft de diagnose ADHD en depressie, waardoor vader vaak meer opvoedingstaken
moet uitvoeren dan moeder.
Op school is Daan heel goed in gym, maar hij kan zich niet goed concentreren voor vakken zoals
rekenen en taal. Tijdens deze vakken is hij snel afgeleid en praat hij vaak voor zijn beurt. Voor de
algemene vakken zijn de cijfers van Daan matig. Hij maakt makkelijk contact met klasgenoten en
schept er plezier in om de clown uit te hangen. Daan dringt zich soms op aan anderen die hier niet
om hebben gevraagd. Tijdens de pauzes speelt hij vaak wild en ruw met klasgenoten, hetgeen vaak
uitloopt op ruzie. De juf van Daan weet dat hij de diagnose ADHD heeft gekregen en maakt zich
zorgen om hem. Ze is bang dat hij dit jaar moet doubleren.
Daan is een jongen die altijd nadrukkelijk aanwezig is. Verder is hij impulsief van aard, wordt hij
snel boos en maakt hij regelmatig ruzie met zijn halfzus en met vriendjes. Dit gebeurt vooral
wanneer hij zijn zin niet krijgt. Hierdoor zijn er vaak spanningen in het gezin bij moeder. Vader durft
zich niet al te streng op te stellen, uit vrees dat Daan hem gaat zien als de ‘boeman’. Hij geeft wel
iets meer zijn grenzen aan, maar is soms ook te toegeeflijk. Moeder weet niet hoe ze Daan moet
aanpakken die nu al de baas over haar probeert te spelen. Alle aandacht gaat uit naar Daan, waardoor
zijn zus soms aandacht tekort komt.
De buren van moeder horen de gezinsleden regelmatig naar elkaar schreeuwen. De buurvrouw heeft
Daan al een paar keer laat in de avond alleen op straat aangetroffen. Na een tijdje besluit zij moeder
hierop aan te spreken. Deze geeft aan dat ze de opvoeding van Daan als erg zwaar ervaart en hem
soms gewoon niet de baas kan. Als de buurvrouw hem twee weken later weer op straat aantreft, ziet
ze dat hij er onverzorgd uit ziet. Bovendien loopt hij op blote voeten. Hierop besluit ze een melding
te doen bij het sociale wijkteam.
3
Voorblad paper
1.
Dit formulier moet samen met de paper worden ingeleverd. Met dit ingevulde formulier 1.
heeft de docent alle informatie die nodig is om de opdracht te beoordelen en de beoordeling
1.
te verwerken. Zonder deze gegevens kan de docent de paper niet beoordelen.
1.
Dit formulier is een toevoeging aan de opdracht maar telt niet mee als pagina in de
opdracht. 1.
Studentnummer: 1.
1.
Naam: 1.
Naam opleiding: HBO Bachelor Sociaal Pedagogische 1.
1.
Hulpverlening
1.
Opleidingscode: 7915 1.
Modulenummer: 1834 1.
1.
Modulenaam: Portfolio 2.2 SPH Theorie en praktijk 1.
vergelijken 1.
1.
Versie (indien meerdere versies aanwezig): 1 1.
Herkansing?: ja/nee nee 1.
1.
In de opdracht is de juiste bronvermelding* Ja/Nee
toegepast: 1.
In de opdracht zijn de verslagtechnieken Ja/Nee 1.
toegepast: 1.
Houd rekening met de knock-out criteria! 1.
1.
Je paper dient aan de onderstaande punten te voldoen. Is dit niet het geval, dan wordt je 1.
paper niet beoordeeld. 1.
Het voorblad is professioneel opgemaakt (zie instructie verslagtechnieken NTI) en 1.
aanwezig: 1.
De bronvermelding is zowel in de tekst als in de aparte literatuurlijst opgenomen 1.
volgens de juiste bronvermelding; 1.
Het verslag voldoet aan de vereisten m.b.t. het aantal pagina’s (in de opdracht wordt 1.
dit exact benoemd) en is in lettertype Times New Roman 12 als lettertype 1.
opgemaakt met regelafstand 1,5; 1.
Het verslag heeft een juiste paginanummering.
1.
1.
De instructie in de opdracht is leidend. Wanneer deze instructie afwijkt van de algemene 1.
instructie (verslagtechnieken en juiste bronvermelding), dan is dit leidend voor de te 1.
schrijven paper. 1.
Je vindt de regels rondom APA, de Leidraad voor juridische auteurs en de 1.
verslagtechnieken in de tegel Algemene informatie. 1.
1.
De casus 3
2. Psychische of psychiatrische problematiek 4
2.1 Symptomen en kenmerken 4
, 2.2 Risicofactoren en protectieve factoren 4
2.3 Gevolgen van ADHD 5
3. De rol van outreachend werken 5
3.1 Signalen verzamelen 5
3.2 Reageren op signalen en eerste contactlegging 6
3.3 Contact met de client voortzetten en afsluiten 6
4. Het diagnostisch proces 6
5. Een observatieplan 8
6. Begeleidingsplan 8
7. De vergelijking tussen theorie en praktijk 9
7.1 Diagnostisering 9
7.2 Begeleiding 10
7.3 Rol van outreachend werken 11
8. Reflectie 11
8.1 Keuze voor deze casus 11
8.2 Mijn eigen rol 11
8.3 Verschil tussen theorie en praktijk 12
8.4 Twee leerdoelen 12
Literatuurlijst 13
Bijlage 1: Observatieschaal 15
Bijlage 2: Diagnose ADHD volgens DSM-5 16
, 1. De casus
Daan is een jongen van 6 jaar. Zijn ouders zijn gescheiden en zij hebben co-ouderschap, waardoor hij
vier dagen in de week bij vader verblijft en drie dagen bij moeder. Daan heeft een halfzusje van 12
jaar oud; zij woont bij moeder. Door de scheiding is moeder onlangs verhuisd naar een andere wijk.
Moeder werkt twee dagen per week bij een grote meubelzaak en vader heeft een drukke baan in de
ICT. Moeder heeft de diagnose ADHD en depressie, waardoor vader vaak meer opvoedingstaken
moet uitvoeren dan moeder.
Op school is Daan heel goed in gym, maar hij kan zich niet goed concentreren voor vakken zoals
rekenen en taal. Tijdens deze vakken is hij snel afgeleid en praat hij vaak voor zijn beurt. Voor de
algemene vakken zijn de cijfers van Daan matig. Hij maakt makkelijk contact met klasgenoten en
schept er plezier in om de clown uit te hangen. Daan dringt zich soms op aan anderen die hier niet
om hebben gevraagd. Tijdens de pauzes speelt hij vaak wild en ruw met klasgenoten, hetgeen vaak
uitloopt op ruzie. De juf van Daan weet dat hij de diagnose ADHD heeft gekregen en maakt zich
zorgen om hem. Ze is bang dat hij dit jaar moet doubleren.
Daan is een jongen die altijd nadrukkelijk aanwezig is. Verder is hij impulsief van aard, wordt hij
snel boos en maakt hij regelmatig ruzie met zijn halfzus en met vriendjes. Dit gebeurt vooral
wanneer hij zijn zin niet krijgt. Hierdoor zijn er vaak spanningen in het gezin bij moeder. Vader durft
zich niet al te streng op te stellen, uit vrees dat Daan hem gaat zien als de ‘boeman’. Hij geeft wel
iets meer zijn grenzen aan, maar is soms ook te toegeeflijk. Moeder weet niet hoe ze Daan moet
aanpakken die nu al de baas over haar probeert te spelen. Alle aandacht gaat uit naar Daan, waardoor
zijn zus soms aandacht tekort komt.
De buren van moeder horen de gezinsleden regelmatig naar elkaar schreeuwen. De buurvrouw heeft
Daan al een paar keer laat in de avond alleen op straat aangetroffen. Na een tijdje besluit zij moeder
hierop aan te spreken. Deze geeft aan dat ze de opvoeding van Daan als erg zwaar ervaart en hem
soms gewoon niet de baas kan. Als de buurvrouw hem twee weken later weer op straat aantreft, ziet
ze dat hij er onverzorgd uit ziet. Bovendien loopt hij op blote voeten. Hierop besluit ze een melding
te doen bij het sociale wijkteam.
3
