H11 Middelen tegen allergische
aandoeningen
Inleiding
Lichaam maakt antilichamen tegen lichaamsvreemde stoffen.
Lichaamsvreemde stoffen = antigenen
Lichaam blijf antigenen herinneren. Zo wordt het lichaam immuun tegen
bepaalde antigenen.
Allergische reactie = abnormale reactie op lichaamsvreemde stof
waarbij de betrokkene klachten krijgt
Lichaamsvreemde stof = allergeen (bij allergische reactie)
Allergie
Overgevoeligheid ontstaat alleen na herhaald contact met een antigeen.
Bij eerst contact gebeurt er niks. Pas na de 2e of veelvuldig contact kan
een overgevoeligheidsreactie ontstaan.
Sensibilisatie = ontstaan van overgevoeligheidsreactie
Elk antigeen/lichaamsvreemde stof maakt een specifiek antilichaam aan.
Deze worden opgeslagen doordat ze zich binden aan cellen (mestcellen).
Deze mestcellen bevinden zich in slijmvliezen van o.a. luchtwegen, het
maag-darmkanaal en in de huid.
Als er een antigeen komt, komen er mediatoren vrij die aan de
mestcel doorgeven dat er antilichamen moeten vrijkomen en wordt het
antigeen onschadelijk gemaakt.
Soms kan er een heftige reactie ontstaan tussen een antigeen en de aan
de mestcel gehechte antilichamen de mestcel valt hierdoor uiteen
uit de mestcel komen stoffen vrij (mediatoren) die reacties veroorzaken.
Voorbeeld van mediator = Histamine en leukotriënen (bij astma)
Overgevoeligheid voor een bepaald allergeen is niet aangeboren of
ergelijk. Wel is de aanleg voor allergie erfelijk. Het kind moet in aanraking
komen met het allergeen om de allergie te krijgen.
Allergische reacties en allergenen
Ernst van allergische reactie is afhankelijk van hoeveelheid stoffen die
vrijkomen bij uiteen vallen van de mestcel.
Lichte reacties loopneus, tranende ogen, geprikkelde slijmvliezen en
hoesten.
Ernstiger reactie diarree en benauwdheid
Zeer ernstige reactie uitgebreide huiduitslag en daling bloeddruk
, Soorten allergenen:
Inhalatieallergenen na inademen van stuifmeel of huisstofmijt
astma en hooikoorts
Voedingsallergenen koemelkeiwit, vissoorten, paddenstoelen en
noten anafylactische shock
Insectenallergenen bijen- of wespensteek
Contactallergenen parfums, conserveermiddelen en nikkel eczeem
Diagnostiek
Klachtenpatroon doet vermoeden van allergie
- Bloedonderzoek kan worden uitgevoerd voor meerdere allergieën
- Provocatietest de allergische aanval wordt uitgelokt
- Lapjestest worden nu vervangen door bloedtests
Allergische ziekten
Hooikoorts (= pollinosis)
Overgevoeligheid voor stuifmeel
Klachten geïrriteerde ogen, jeuk, niezen, loopneus en irritatie van de
keel.
Klachten verschillen van patiënt tot patiënt en van tijd tot tijd.
Mensen overgevoelig voor boompollen feb. tot april.
Mensen overgevoelig voor graspollen mei tot half sep. (juni als
topmaand)
Advies: contact zoveel mogelijk vermijden, pollenweer in de gaten houden,
zonnebril dragen, ramen gesloten houden.
Klachten kunnen na 4 tot 12 jaar afnemen. Het kan 10 tot 30 jaar duren
voor de klachten helemaal verdwenen zijn. Ook kunnen de klachten
overgaan tot astmatische klachten.
Huisstofallergie
Mensen die allergisch zijn voor huisstofmijt, zijn allergisch voor de
uitwerpselen van huisstofmijt. Deze huisstofmijt komt overal voor op
plekken waar zich veel stof verzamelt.
Klachten geïrriteerde ogen, jeuk, niezen, loopneus, irritatie van de keel,
maar ook ernstige benauwdheid.
De klachten zijn niet zo seizoensgebonden als bij hooikoorts.
Advies: Het huis stofvrij houden,saneren van materialen
(stofvasthoudende materialen vervangen door synthetische en
gemakkelijk te reinigen materialen),
aandoeningen
Inleiding
Lichaam maakt antilichamen tegen lichaamsvreemde stoffen.
Lichaamsvreemde stoffen = antigenen
Lichaam blijf antigenen herinneren. Zo wordt het lichaam immuun tegen
bepaalde antigenen.
Allergische reactie = abnormale reactie op lichaamsvreemde stof
waarbij de betrokkene klachten krijgt
Lichaamsvreemde stof = allergeen (bij allergische reactie)
Allergie
Overgevoeligheid ontstaat alleen na herhaald contact met een antigeen.
Bij eerst contact gebeurt er niks. Pas na de 2e of veelvuldig contact kan
een overgevoeligheidsreactie ontstaan.
Sensibilisatie = ontstaan van overgevoeligheidsreactie
Elk antigeen/lichaamsvreemde stof maakt een specifiek antilichaam aan.
Deze worden opgeslagen doordat ze zich binden aan cellen (mestcellen).
Deze mestcellen bevinden zich in slijmvliezen van o.a. luchtwegen, het
maag-darmkanaal en in de huid.
Als er een antigeen komt, komen er mediatoren vrij die aan de
mestcel doorgeven dat er antilichamen moeten vrijkomen en wordt het
antigeen onschadelijk gemaakt.
Soms kan er een heftige reactie ontstaan tussen een antigeen en de aan
de mestcel gehechte antilichamen de mestcel valt hierdoor uiteen
uit de mestcel komen stoffen vrij (mediatoren) die reacties veroorzaken.
Voorbeeld van mediator = Histamine en leukotriënen (bij astma)
Overgevoeligheid voor een bepaald allergeen is niet aangeboren of
ergelijk. Wel is de aanleg voor allergie erfelijk. Het kind moet in aanraking
komen met het allergeen om de allergie te krijgen.
Allergische reacties en allergenen
Ernst van allergische reactie is afhankelijk van hoeveelheid stoffen die
vrijkomen bij uiteen vallen van de mestcel.
Lichte reacties loopneus, tranende ogen, geprikkelde slijmvliezen en
hoesten.
Ernstiger reactie diarree en benauwdheid
Zeer ernstige reactie uitgebreide huiduitslag en daling bloeddruk
, Soorten allergenen:
Inhalatieallergenen na inademen van stuifmeel of huisstofmijt
astma en hooikoorts
Voedingsallergenen koemelkeiwit, vissoorten, paddenstoelen en
noten anafylactische shock
Insectenallergenen bijen- of wespensteek
Contactallergenen parfums, conserveermiddelen en nikkel eczeem
Diagnostiek
Klachtenpatroon doet vermoeden van allergie
- Bloedonderzoek kan worden uitgevoerd voor meerdere allergieën
- Provocatietest de allergische aanval wordt uitgelokt
- Lapjestest worden nu vervangen door bloedtests
Allergische ziekten
Hooikoorts (= pollinosis)
Overgevoeligheid voor stuifmeel
Klachten geïrriteerde ogen, jeuk, niezen, loopneus en irritatie van de
keel.
Klachten verschillen van patiënt tot patiënt en van tijd tot tijd.
Mensen overgevoelig voor boompollen feb. tot april.
Mensen overgevoelig voor graspollen mei tot half sep. (juni als
topmaand)
Advies: contact zoveel mogelijk vermijden, pollenweer in de gaten houden,
zonnebril dragen, ramen gesloten houden.
Klachten kunnen na 4 tot 12 jaar afnemen. Het kan 10 tot 30 jaar duren
voor de klachten helemaal verdwenen zijn. Ook kunnen de klachten
overgaan tot astmatische klachten.
Huisstofallergie
Mensen die allergisch zijn voor huisstofmijt, zijn allergisch voor de
uitwerpselen van huisstofmijt. Deze huisstofmijt komt overal voor op
plekken waar zich veel stof verzamelt.
Klachten geïrriteerde ogen, jeuk, niezen, loopneus, irritatie van de keel,
maar ook ernstige benauwdheid.
De klachten zijn niet zo seizoensgebonden als bij hooikoorts.
Advies: Het huis stofvrij houden,saneren van materialen
(stofvasthoudende materialen vervangen door synthetische en
gemakkelijk te reinigen materialen),