september 2014
Het vierfasenmodel voor EIBO (Engels in het basisonderwijs)
Fase 3 oefenfase (Reproduction)
• Oefenen van nieuwe stof in gesloten oefeningen (klein, weinig zelf
bedenken)
• Zinvolle context
• Leerkracht weet precies wat leerling gaat zeggen
• Mondelinge en schriftelijke oefeningen (schriftelijk vanaf groep 4/5)
• Oefeningen lopen op in moeilijkheidsgraad, van receptief naar productief
• Verwerking via vaste en variabele noties en varianten naar functies
(taalfunctie = wat je gaat zeggen, taalnotie = hoe je het zegt)
Oefenen door middel van:
• Rollenkaarten (tekst staat vast)
• Dialoog uit het hoofd leren
• Patterndrills (automatiseren)
• Woorden invullen
• Zinnen aanvullen/in de juiste volgorde zetten)
• Spellen met vaste dialoog (Wie is het, Kwartet, Bingo)
• Liedjes zingen en oefenen
• Variatie door voorkennis
In de oefenfase ga je van gesloten naar half open naar zelfstandig gesprek
(makkelijk moeilijk). Je kunt ook oefenen met behulp van Patterndrills. Dat is
het herhalen van audiofragmenten.