Samenvatting
Chemie blok 1
ALGEMENE CHEMIE • ΔEN bij Cl-H EN H=2.1 en Cl=3.2 ΔEn=1.1
Chemische bindingen Het is een
Apolaire atoombinding ΔEN <0,5
1. Moleculaire stoffen Polaire atoombinding ΔEN=/>0,5
2. Zouten
3. Metalen Dipool: Bij H2O trekt O harder aan het elektronenpaar
dan H.
Intermoleculaire krachten Hierdoor wordt
O een beetje negatief geladen (Delta -) δ-
Moleculen trekken elkaar aan: vanderwaalskrachten
H een beetje positief geladen (Delta +) δ+
Hoe groter de massa hoe groter de aantrekkingskracht
Vanderwaalskrachten
Grote molecuul massa > Grote aantrekkingskracht
Kleine molecuul massa > “minder sterke”
aantrekkingskracht
Atoombindingen = gedeeld elektronenpaar Ionbinding: ΔEN>1.7
Hier zal een elektron overspringen
Edelgasconfiguratie: naar de andere atoom.
8 elektronen in de buitenste schil
4 elektronen paren
Valentie-elektronen Dipoolmoment:
• Elektronen in de buitenste
schil
Krachten tussen moleculen - Intermoleculaire krachten
• Vrije elektron vormt een
elektronenpaar met een • Vanderwaalskrachten
vrije elektron van een • Dipool-dipool binding
andere stof • H-bruggen
(N-H of O-H of f-H)
Atoombinding (covalente binding)
• Verbinding: verschillende
atomen “water”
Apolaire atoombinding: Trekken
even hard aan de elektronen (zelfde elektronen)
Naamgeving moleculaire stoffen
Polaire atoombinding: éen atoom trekt harder aan de Binas tabel 66c
elektronen dan de ander. blz. 48
Dit heeft te maken met de ΔEN (Elektronegativiteit). Het • Naam eerste atoom
verschil tussen de atomen van de atoombinding.
• ΔEN bij H-H En H = 2.1 ΔEN=0
1
, • Koolstofdioxide Hier spreken wij over een Ester binding
Dit betekend dat Di oxide voor 2 zuurstof atomen
om 1 koolstof atoom staat.
Zouten bestaan uit ionen. Hier is een
Ion: geladen de ➔ glycerol +
3 vetzuren
Koolwaterstoffen:
• Alkanen
• Alkenen (triglyceriden) weergeven met een esterbinding
• Alkynen
Naamgeving belangrijke functionele groepen
koolwaterstoffen
Samengevat bindingen:
Vetzuren/Vetten
Condensatie reactie: Onder vetten verstaan wij verschillende vetten.
Binding van bijvoorbeeld triglyceriden waarbij H2O bij Onverzadigde vetten
vrijkomt. Verzadigde vetten
Onverzadigde vetten:
• Hebben 1 of meer dubbele bindingen
• Heeft een lager smeltpunt (oliën dus)
• Niet goed stapelbaar door de dubbele binding
Triglyceride water • Lager smeltpunt dan verzadigde vetten
doordat niet goed stapelbaar.
• Cis – trans vetten
Cis onverzadigde vetten (boot vorm)
Hydrolyse reactie:
Omgekeerde van condensatie reactie. H2O nodig om
bijvoorbeeld triglyceriden van elkaar te splitsen naar
glycerol en vetzuren
Hier wordt water aan toegevoegd.
2
Chemie blok 1
ALGEMENE CHEMIE • ΔEN bij Cl-H EN H=2.1 en Cl=3.2 ΔEn=1.1
Chemische bindingen Het is een
Apolaire atoombinding ΔEN <0,5
1. Moleculaire stoffen Polaire atoombinding ΔEN=/>0,5
2. Zouten
3. Metalen Dipool: Bij H2O trekt O harder aan het elektronenpaar
dan H.
Intermoleculaire krachten Hierdoor wordt
O een beetje negatief geladen (Delta -) δ-
Moleculen trekken elkaar aan: vanderwaalskrachten
H een beetje positief geladen (Delta +) δ+
Hoe groter de massa hoe groter de aantrekkingskracht
Vanderwaalskrachten
Grote molecuul massa > Grote aantrekkingskracht
Kleine molecuul massa > “minder sterke”
aantrekkingskracht
Atoombindingen = gedeeld elektronenpaar Ionbinding: ΔEN>1.7
Hier zal een elektron overspringen
Edelgasconfiguratie: naar de andere atoom.
8 elektronen in de buitenste schil
4 elektronen paren
Valentie-elektronen Dipoolmoment:
• Elektronen in de buitenste
schil
Krachten tussen moleculen - Intermoleculaire krachten
• Vrije elektron vormt een
elektronenpaar met een • Vanderwaalskrachten
vrije elektron van een • Dipool-dipool binding
andere stof • H-bruggen
(N-H of O-H of f-H)
Atoombinding (covalente binding)
• Verbinding: verschillende
atomen “water”
Apolaire atoombinding: Trekken
even hard aan de elektronen (zelfde elektronen)
Naamgeving moleculaire stoffen
Polaire atoombinding: éen atoom trekt harder aan de Binas tabel 66c
elektronen dan de ander. blz. 48
Dit heeft te maken met de ΔEN (Elektronegativiteit). Het • Naam eerste atoom
verschil tussen de atomen van de atoombinding.
• ΔEN bij H-H En H = 2.1 ΔEN=0
1
, • Koolstofdioxide Hier spreken wij over een Ester binding
Dit betekend dat Di oxide voor 2 zuurstof atomen
om 1 koolstof atoom staat.
Zouten bestaan uit ionen. Hier is een
Ion: geladen de ➔ glycerol +
3 vetzuren
Koolwaterstoffen:
• Alkanen
• Alkenen (triglyceriden) weergeven met een esterbinding
• Alkynen
Naamgeving belangrijke functionele groepen
koolwaterstoffen
Samengevat bindingen:
Vetzuren/Vetten
Condensatie reactie: Onder vetten verstaan wij verschillende vetten.
Binding van bijvoorbeeld triglyceriden waarbij H2O bij Onverzadigde vetten
vrijkomt. Verzadigde vetten
Onverzadigde vetten:
• Hebben 1 of meer dubbele bindingen
• Heeft een lager smeltpunt (oliën dus)
• Niet goed stapelbaar door de dubbele binding
Triglyceride water • Lager smeltpunt dan verzadigde vetten
doordat niet goed stapelbaar.
• Cis – trans vetten
Cis onverzadigde vetten (boot vorm)
Hydrolyse reactie:
Omgekeerde van condensatie reactie. H2O nodig om
bijvoorbeeld triglyceriden van elkaar te splitsen naar
glycerol en vetzuren
Hier wordt water aan toegevoegd.
2