Opdracht glucose

Glucose
Deelvragen over het onderwerp:

 Welke hormoonklieren, hormonen, en cellen zijn erbij betrokken? = Chelsea
 Wat doet het hormoon, en wat gebeurt er als het er te veel of te weinig is? = Annika
 Wat staat erover in de Binas, en wat moet je uit je hoofd weten? = Jorg


Hormoonklieren, hormonen, en cellen
Er zijn verschillende hormonen die betrokken zijn bij de glucoseregeling. Deze hormonen worden
gemaakt door de cellen in de alvleesklier, de hormoonklier die het meest centraal staat in de
glucoseregeling.
De alvleesklier bevat de eilandjes van Langerhans en deze
bestaan weer uit α- en β- cellen. De β- cellen maken het
hormoon insuline en α-cellen maken
het hormoon glucagon. Insuline en
glucagon houden het glucosegehalte
op peil. Adrenaline is het laatste
hormoon wat invloed heeft op het
glucosegehalte. Het hormoon komt
vrij bij spanning en heeft invloed op
de toename van glucose in het
lichaam.

Wat doet het hormoon?

Insuline

Insuline bevordert de opname van glucose in cellen. Insulinemoleculen
binden aan receptoren in het celmembraan, waardoor blaasjes met
glucosepoortjes versmelten met het celmembraan en
glucosemoleculen de cel in stromen. Insuline werkt enkele uren, maar
heeft niet op elk orgaan effect. Zo nemen hersencellen ook zonder
insuline glucose op, en in de lever
en spieren wordt ook de vorming
van glycogeen.

Bij een tekort blijft de
bloedsuikerwaarde na het eten te
hoog, bij een teveel wordt het glucosegehalte in het bloed te
laag en is er teveel opgeslagen.

Glucagon

Glucagon bevordert in levercellen de omzetting van glycogeen
in glucose en de afgifte van glucose aan het bloed. Bij hoge
concentraties vetzuren wordt veel insuline afgegeven, hierdoor