HC CHINA 1842-2001
Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht (1842-1911)
1. Introductie
Ka 44 is gekoppeld aan tijdvak 8, omdat het verzet eerder plaatsvond in China
Westerse tijdrekening: 10 tijdvakken
Chinese tijdrekening: gebaseerd op Dynastieën: uitgebreide familie die over twee of
meer generaties invloed of macht uitoefent in een land
Keizer: (van een dynastie)
- Verheven boven andere vorsten
- Hemels mandaat om te regeren
China:
- Zag zich als het middenrijk-> ver verheven boven andere landen/ver
ontwikkeld
- Centrum: vruchtbare streken langs de kust en rondom de grote rivieren
- Belang van de staat gaat boven belang van het individu
Dat laatste komt voor uit het confucianisme: leer van de filosoof Confucius:
Een goed mens kent zijn plaats in de maatschappij en houdt zich aan de rituelen. Dat
zorgt voor orde en harmonie
Vijf belangrijke relaties:
- Vorst is superieur aan volk
- Vader superieur aan zoon
- Oudere broer superieur aan jongere broer
- Echtgenoot is superieur aan echtgenote
- Vrienden zijn elkaars gelijken en moeten elkaar respecteren
Hiërarchische verhoudingen in het bestuur: Keizer -> prefecturen -> provincies ->
gemeentes Voor een effectieve bureaucratie zijn betrouwbare ambtenaren
noodzakelijk -> rigide ambtenarenexamen:
- Een keer per drie jaar
- Zeer grote kennis van Chinese literatuur
- Slagingspercentage van 1% -> orde en harmonie belangrijk
2. Problemen in de 19e eeuw
Het centrale gezag in China was gebaseerd op het confucianisme.
- Nadruk op persoonlijke gedrag, als mensen zich goed gedragen zouden de
problemen in de samenleving verdwijnen
- Vijf menselijke relaties gaven aan wat de juiste betrekkingen waren tussen
bepaalde mensen
- Van hoger geplaatsten werd welwillendheid en vriendelijkheid verwacht. Van
de lager geplaatsten toewijding en gehoorzaamheid.
- Om te zorgen dat iedereen zich gedroeg waren er rituelen en
omgangsvormen.
, HC CHINA 1842-2001
19e eeuw: regering van de Qing-dynastie -> over het algemeen succesvol, maar het
centrale gezag raakt verzwakt:
- Hongersnoden, als gevolg van natuurrampen en overbevolking
- Corruptie binnen het bestuur
- Politieke crises door opstanden om religieuze of sociaaleconomische redenen
Positie van China verzwakt verder door moderne imperialisme.
3. Opiumoorlogen
Keerpunt in de verhoudingen Europa en China -> China lag altijd voorop, zagen zich
als belangrijk. China werd arrogant, Europa ondervond veranderingen, namelijk:
Vanaf 1650: wetenschappelijke revolutie in Europa, vanaf 1780: industriële
revolutie in Europa -> 19e eeuw: Europa heeft technologische voorsprong op China.
Europeanen konden wil opleggen aan Chinezen.
Europeanen smokkelen Opium naar China via Kanton, gevolgen:
- Miljoenen verslaafde Chinezen
- Grote economische schade door negatieve handelsbalans
Chinese regering verbiedt opiumhandel, door corruptie groeit de handel toch
(omkopen ambtenaren) -> verzoek van Chinezen om de handel te verbieden. Britten
wilde niet luisteren. 1839: Inbeslagname en vernietiging 1,5 miljoen kilo Britse opium
Britten zijn er niet blij mee, dat leidt tot Eerste opiumoorlog tussen China en de
Britten. China werd gemakkelijk verslagen, Europeanen ver ontwikkeld, de Britten
hadden sterkere schepen en wapens. 1842: einde eerste Opiumoorlog
1842: Verdrag van Nanking:
- Schadevergoeding voor Britten
- Hongkong wordt Engelse factorij
- Onbeperkt handel in vijf havensteden in China
Nadelig verdrag voor Chinezen -> Verdrag van Nanking is een voorbeeld van een
ongelijk verdrag waarin de bepalingen gunstiger zijn voor westerse mogendheden
dan voor China.
Ongelijke verdragen komen vaak neer op: (verdrag van nanking)
- Chinezen verlies van zeggenschap over grondgebied (dus Hongkong)
- Mislopen van inkomen uit economische centra (handel in havensteden)
Eerste opiumoorlog is een voorbeeld van een keerpunt in de geschiedenis -> China
moet achter de oren krabben, Europeanen sterker geworden
Meer westerse landen bemoeien zich: Na de tweede opiumoorlog krijgen GB, FR en
de VS steeds meer invloed in steden als Shanghai en Hongkong in het oosten en
zuidoosten, Ook andere westerse landen sluiten ongelijke verdragen
In de periode van moderne imperialisme blijkt dat China de boot heeft gemist en dat
westerse landen veel sterker zijn geworden dan China
Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht (1842-1911)
1. Introductie
Ka 44 is gekoppeld aan tijdvak 8, omdat het verzet eerder plaatsvond in China
Westerse tijdrekening: 10 tijdvakken
Chinese tijdrekening: gebaseerd op Dynastieën: uitgebreide familie die over twee of
meer generaties invloed of macht uitoefent in een land
Keizer: (van een dynastie)
- Verheven boven andere vorsten
- Hemels mandaat om te regeren
China:
- Zag zich als het middenrijk-> ver verheven boven andere landen/ver
ontwikkeld
- Centrum: vruchtbare streken langs de kust en rondom de grote rivieren
- Belang van de staat gaat boven belang van het individu
Dat laatste komt voor uit het confucianisme: leer van de filosoof Confucius:
Een goed mens kent zijn plaats in de maatschappij en houdt zich aan de rituelen. Dat
zorgt voor orde en harmonie
Vijf belangrijke relaties:
- Vorst is superieur aan volk
- Vader superieur aan zoon
- Oudere broer superieur aan jongere broer
- Echtgenoot is superieur aan echtgenote
- Vrienden zijn elkaars gelijken en moeten elkaar respecteren
Hiërarchische verhoudingen in het bestuur: Keizer -> prefecturen -> provincies ->
gemeentes Voor een effectieve bureaucratie zijn betrouwbare ambtenaren
noodzakelijk -> rigide ambtenarenexamen:
- Een keer per drie jaar
- Zeer grote kennis van Chinese literatuur
- Slagingspercentage van 1% -> orde en harmonie belangrijk
2. Problemen in de 19e eeuw
Het centrale gezag in China was gebaseerd op het confucianisme.
- Nadruk op persoonlijke gedrag, als mensen zich goed gedragen zouden de
problemen in de samenleving verdwijnen
- Vijf menselijke relaties gaven aan wat de juiste betrekkingen waren tussen
bepaalde mensen
- Van hoger geplaatsten werd welwillendheid en vriendelijkheid verwacht. Van
de lager geplaatsten toewijding en gehoorzaamheid.
- Om te zorgen dat iedereen zich gedroeg waren er rituelen en
omgangsvormen.
, HC CHINA 1842-2001
19e eeuw: regering van de Qing-dynastie -> over het algemeen succesvol, maar het
centrale gezag raakt verzwakt:
- Hongersnoden, als gevolg van natuurrampen en overbevolking
- Corruptie binnen het bestuur
- Politieke crises door opstanden om religieuze of sociaaleconomische redenen
Positie van China verzwakt verder door moderne imperialisme.
3. Opiumoorlogen
Keerpunt in de verhoudingen Europa en China -> China lag altijd voorop, zagen zich
als belangrijk. China werd arrogant, Europa ondervond veranderingen, namelijk:
Vanaf 1650: wetenschappelijke revolutie in Europa, vanaf 1780: industriële
revolutie in Europa -> 19e eeuw: Europa heeft technologische voorsprong op China.
Europeanen konden wil opleggen aan Chinezen.
Europeanen smokkelen Opium naar China via Kanton, gevolgen:
- Miljoenen verslaafde Chinezen
- Grote economische schade door negatieve handelsbalans
Chinese regering verbiedt opiumhandel, door corruptie groeit de handel toch
(omkopen ambtenaren) -> verzoek van Chinezen om de handel te verbieden. Britten
wilde niet luisteren. 1839: Inbeslagname en vernietiging 1,5 miljoen kilo Britse opium
Britten zijn er niet blij mee, dat leidt tot Eerste opiumoorlog tussen China en de
Britten. China werd gemakkelijk verslagen, Europeanen ver ontwikkeld, de Britten
hadden sterkere schepen en wapens. 1842: einde eerste Opiumoorlog
1842: Verdrag van Nanking:
- Schadevergoeding voor Britten
- Hongkong wordt Engelse factorij
- Onbeperkt handel in vijf havensteden in China
Nadelig verdrag voor Chinezen -> Verdrag van Nanking is een voorbeeld van een
ongelijk verdrag waarin de bepalingen gunstiger zijn voor westerse mogendheden
dan voor China.
Ongelijke verdragen komen vaak neer op: (verdrag van nanking)
- Chinezen verlies van zeggenschap over grondgebied (dus Hongkong)
- Mislopen van inkomen uit economische centra (handel in havensteden)
Eerste opiumoorlog is een voorbeeld van een keerpunt in de geschiedenis -> China
moet achter de oren krabben, Europeanen sterker geworden
Meer westerse landen bemoeien zich: Na de tweede opiumoorlog krijgen GB, FR en
de VS steeds meer invloed in steden als Shanghai en Hongkong in het oosten en
zuidoosten, Ook andere westerse landen sluiten ongelijke verdragen
In de periode van moderne imperialisme blijkt dat China de boot heeft gemist en dat
westerse landen veel sterker zijn geworden dan China
