MRI 2.3
2.3a Snel, sneller, snelst deel 1
Aantal sequenties t/m 2.2:
- Spin Echo
o TR 400ms kort en 2000ms lang
o TE 10ms kort en 120ms lang
o Scantijd = TR x aantal fasecoderingen
- Turbo Spin Echo
o Meerdere 180 graden en echo’s per TR
o 5 TF voor een T1 en 20 TF voor een T2 opname → in een T2 opname heb je namelijk
een langere TR
o Scantijd = ( TR x aantal fasecoderingen) / TF
- Gradiënt Echo
o Fliphoek en gradiënt i.p.v. 90 en 180 graden puls
o Met een gradiënt maak je het magneetveld slechter, maar dit is een lineaire
gecontroleerde verandering van het magneetveld. Dus je weet wat je slechter maakt.
Hierna herstel je het magneetveld weer.
Eerst ga je alles de faseren, in de FID, en daarna weer re faseren, echo.
o GRE heeft een kleinere scantijd, omdat de TR korter kan zijn omdat je met een
kleinere fliphoek aan de slag gaat.
o Scantijd = TR x aantal fasecoderingen
- Iversion Puls Spin Echo
o Voor de 90 graden puls, komt er een 180 graden puls
o De netto magnetisatie vector staat negatief. In de relaxatie komt er een moment dat
een weefsel door de 0-lijn heen gaat. Als de 90 graden puls wordt gegeven op het
moment dat een weefsel door de 0-lijn heen gaat, dan zal dit weefsel geen signaal
geven.
o Short Ti = vet -> korte inversie tijd
FLAIR = water -> lange inversie tijd
o Nadeel van de scan is dat deze heel erg lang is omdat TR + Ti is. Dus de inversie tijd
wordt erbij opgeteld.
,Snel, sneller snelst = nieuwe technieken waardoor MRI sneller kan
Verschillende fabrikanten gebruiken verschillende afkortingen/namen. Dus wat zit er achter deze
technieken.
Hierbij staan links de Spin echo
varianten en recht de Gradiënt
echo varianten.
HASTE = Half Scan Turbo Spin
Echo
Nu gaan we vooral kijken naar
de gradiënt echo en welke
afkortingen er daarbij horen.
Gradiënt echo
Het contrast wordt bepaald door de fliphoek.
- T1 = grote fliphoek en kleine TE
- T2 = kleine fliphoek en grote TE
- PD = gematigde fliphoek en kleine TE
Hoe komen we aan de korte scantijd?
Combinatie TR en a – Effect 1
- SE -> 90 graden
- Evenveel portonen parallel als antiparallel
- Na lange TR volledige aangroei Mz
We gaan een systeem krijgen waarbij de TR zo kort is dat de protonen niet de kans krijgen om
volledig terug te komen. Het volgende gebeurt: Elke keer als een iets omhoog komt (RF puls), dan
geef je weer een klap.
Als je een TR korter dan de T1 tijd neemt dan
krijg je het effect dat je iedere keer een kleiner
signaal terugkrijgt en dan gaat het naar de
steady state (Mss). De magnetisatie gaat naar
de zogenaamde steady state. Dit is afhankelijk
van twee dingen: fliphoek en TR.
, Als de TR langer wordt, krijg je meer signaal. De fliphoek is
ook afhankelijk van de TR. Nu is de vraag wanneer je een
optimaal signaal hebt. Hier heb je een bepaald optimum, wat
Ernsthoek wordt genoemd. Wordt de TR korter, dan heb je
een kleinere fliphoek nodig om bij de steady state,
Ernsthoek, te komen.
Wat is het effect van de fliphoek op het contrast?
Als je fliphoek klein is dan zie je dat water helder is en als je fliphoek groter wordt dan zie je dat
water donkerder wordt.
Kleine fliphoek is dan ook T2 en grote fliphoek is T1.
Welk contrast is hierbij het
beste?
Hierbij zie je dat een grote
fliphoek, dus T1 gewogen
afbeelding beter is voor de
contrast dan een T2 gewogen
afbeelding.
Wat gebeurt er als de TR langer
wordt?
De scantijd wordt groter. Ook
wordt de SNR beter als de TR
langer wordt.
Wat gebeurt er als de TE groter wordt?
Langere TE geeft meer verschillen in T2. Ook zie je dat de verschillen in T1 zijn afgenomen. Hierbij kijk
je weer naar een kleine of grote fliphoek.
De Ernsthoek geeft dus de relatie aan van de fliphoek aan de ene kant en TR aan de andere kant. De
vraag is wat er gebeurt als de TR korter en korter en korter wordt.
Gradiënt echo – Effect 2
Als de TR heel kort wordt dan heb je elke keer een FID. Maar er gebeurt nog iets. Er komt namelijk
ook een echo. Dit heet ook wel de HAAN echo. De puls van de eerste fliphoekjes hebben de
elementen in zich van een spin echo. Dat betekend als de TR heel kort is, dan denkt het systeem bij
de eerste een fliphoek, bij de tweede een fliphoek met een beetje 180 graden en bij de derde een
echo van de eerste FID. Dit is eigenlijk niet fijn, maar het gebeurt wel… Het lijkt dus op een 90-180
2.3a Snel, sneller, snelst deel 1
Aantal sequenties t/m 2.2:
- Spin Echo
o TR 400ms kort en 2000ms lang
o TE 10ms kort en 120ms lang
o Scantijd = TR x aantal fasecoderingen
- Turbo Spin Echo
o Meerdere 180 graden en echo’s per TR
o 5 TF voor een T1 en 20 TF voor een T2 opname → in een T2 opname heb je namelijk
een langere TR
o Scantijd = ( TR x aantal fasecoderingen) / TF
- Gradiënt Echo
o Fliphoek en gradiënt i.p.v. 90 en 180 graden puls
o Met een gradiënt maak je het magneetveld slechter, maar dit is een lineaire
gecontroleerde verandering van het magneetveld. Dus je weet wat je slechter maakt.
Hierna herstel je het magneetveld weer.
Eerst ga je alles de faseren, in de FID, en daarna weer re faseren, echo.
o GRE heeft een kleinere scantijd, omdat de TR korter kan zijn omdat je met een
kleinere fliphoek aan de slag gaat.
o Scantijd = TR x aantal fasecoderingen
- Iversion Puls Spin Echo
o Voor de 90 graden puls, komt er een 180 graden puls
o De netto magnetisatie vector staat negatief. In de relaxatie komt er een moment dat
een weefsel door de 0-lijn heen gaat. Als de 90 graden puls wordt gegeven op het
moment dat een weefsel door de 0-lijn heen gaat, dan zal dit weefsel geen signaal
geven.
o Short Ti = vet -> korte inversie tijd
FLAIR = water -> lange inversie tijd
o Nadeel van de scan is dat deze heel erg lang is omdat TR + Ti is. Dus de inversie tijd
wordt erbij opgeteld.
,Snel, sneller snelst = nieuwe technieken waardoor MRI sneller kan
Verschillende fabrikanten gebruiken verschillende afkortingen/namen. Dus wat zit er achter deze
technieken.
Hierbij staan links de Spin echo
varianten en recht de Gradiënt
echo varianten.
HASTE = Half Scan Turbo Spin
Echo
Nu gaan we vooral kijken naar
de gradiënt echo en welke
afkortingen er daarbij horen.
Gradiënt echo
Het contrast wordt bepaald door de fliphoek.
- T1 = grote fliphoek en kleine TE
- T2 = kleine fliphoek en grote TE
- PD = gematigde fliphoek en kleine TE
Hoe komen we aan de korte scantijd?
Combinatie TR en a – Effect 1
- SE -> 90 graden
- Evenveel portonen parallel als antiparallel
- Na lange TR volledige aangroei Mz
We gaan een systeem krijgen waarbij de TR zo kort is dat de protonen niet de kans krijgen om
volledig terug te komen. Het volgende gebeurt: Elke keer als een iets omhoog komt (RF puls), dan
geef je weer een klap.
Als je een TR korter dan de T1 tijd neemt dan
krijg je het effect dat je iedere keer een kleiner
signaal terugkrijgt en dan gaat het naar de
steady state (Mss). De magnetisatie gaat naar
de zogenaamde steady state. Dit is afhankelijk
van twee dingen: fliphoek en TR.
, Als de TR langer wordt, krijg je meer signaal. De fliphoek is
ook afhankelijk van de TR. Nu is de vraag wanneer je een
optimaal signaal hebt. Hier heb je een bepaald optimum, wat
Ernsthoek wordt genoemd. Wordt de TR korter, dan heb je
een kleinere fliphoek nodig om bij de steady state,
Ernsthoek, te komen.
Wat is het effect van de fliphoek op het contrast?
Als je fliphoek klein is dan zie je dat water helder is en als je fliphoek groter wordt dan zie je dat
water donkerder wordt.
Kleine fliphoek is dan ook T2 en grote fliphoek is T1.
Welk contrast is hierbij het
beste?
Hierbij zie je dat een grote
fliphoek, dus T1 gewogen
afbeelding beter is voor de
contrast dan een T2 gewogen
afbeelding.
Wat gebeurt er als de TR langer
wordt?
De scantijd wordt groter. Ook
wordt de SNR beter als de TR
langer wordt.
Wat gebeurt er als de TE groter wordt?
Langere TE geeft meer verschillen in T2. Ook zie je dat de verschillen in T1 zijn afgenomen. Hierbij kijk
je weer naar een kleine of grote fliphoek.
De Ernsthoek geeft dus de relatie aan van de fliphoek aan de ene kant en TR aan de andere kant. De
vraag is wat er gebeurt als de TR korter en korter en korter wordt.
Gradiënt echo – Effect 2
Als de TR heel kort wordt dan heb je elke keer een FID. Maar er gebeurt nog iets. Er komt namelijk
ook een echo. Dit heet ook wel de HAAN echo. De puls van de eerste fliphoekjes hebben de
elementen in zich van een spin echo. Dat betekend als de TR heel kort is, dan denkt het systeem bij
de eerste een fliphoek, bij de tweede een fliphoek met een beetje 180 graden en bij de derde een
echo van de eerste FID. Dit is eigenlijk niet fijn, maar het gebeurt wel… Het lijkt dus op een 90-180
