100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting inleiding bestuurskunde P1

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
19
Geüpload op
17-03-2022
Geschreven in
2021/2022

Samenvatting van het boek de bestuurlijke kaart van Nederland voor het vak inleiding bestuurskunde.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 1 t/m 6
Geüpload op
17 maart 2022
Aantal pagina's
19
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 2.1 Parlementair stelsel

Kern van parlementair stelsel; 18+ mag stemmen op hoogste besluitvormende orgaan; tweede
kamer.

Twee principes:

 Koning is onschendbaar en ministers verantwoordelijk. : Ministeriele verantwoordelijkheid.
Ministers moeten verantwoording afleggen over handelingen en uitingen van leden
koningshuis. En over functioneren van het ambtenarenapparaat dat namens regering beleid
voorbereidt en uitvoert. Worden gecontroleerd door parlement.
 Een kabinet moet het vertrouwen van een meerderheid in de tweede kamer hebben.
Vertrouwen wordt niet uitdrukkelijk uitgesproken, maar wordt verondersteld wanneer
tegendeel blijkt ; vertrouwensregel.

Hoofdstuk 2.2 Rechtsstaat

De Nederlandse staat houdt zich aan regels uit het recht, dit betekend dat Nederland een
rechtsstaat is. Kenmerken:

 Overheid mag niet handelen naar willekeur, maar moet gebaseerd zijn op bevoegdheden die
zijn vastgelegd in wetten.
 Trias politica, wetgevende macht, de uitvoerende en de rechtsprekende macht. Regering
betrokken bij uitvoerende macht en wetgevende macht
 Het bestaan van vrije en geheime verkiezingen
 Het bestaan van grondwetten zoals recht op vrijheid van meningsuiting, gelijke behandeling,
recht van vereniging en vergadering en vrijheid van godsdienst. Garanderen de burger een
staatsvrije sfeer.
 Het bestaan van vrije en onafhankelijke media (persvrijheid).



Hoofdstuk 2.3 Een gedecentraliseerde eenheidsstaat

Decentralisatie heeft te maken met op lager niveau dingen zelf regelen/ bepalen. Gemeentes mogen
afwijkende regels opstellen. Terwijl een eenheidstaat wijst op samenhang en coördinatie die
centraal, van bovenaf, worden opgelast.

Anatomie: de bevoegdheden dat een gemeente op eigen initiatief regels vaststellen. Algemene
plaatselijke verordeningen (APV) verschillen. Gemeenten hebben op bepaalde taken anatomie=
Veiligheid. Provincie = Ov.

Medebewind: Provincies en gemeenten stellen regels op die zijn opgedragen door hogere
regelingen. Wet ruimtelijke ordening (WRO) verplicht. Inhoud van de regels is vrij, maar moeten wel
rekening houden met regels van hogere orde.

Overheid kan alle besluiten vernietigingen wanneer deze in strijd zijn met de wet of algemeen
belang.

Best uurlijke indeling van Nederland in Rijk, provincies en gemeenten is territoriale indeling. Dit
houdt in dat ze vrij zijn om op verschillende terreinen initiatieven op hun eigen grondgebied uit te
voeren. Ook wel algemeen bestuur genoemd. Er zijn bestuursorganen met beperkt, in wetten
vastgelegd takenpakket, zoals waterschappen of politie


1

,Hoofdstuk 3 De politieke- bestuurlijke instituties.

Nederland heeft een dualistisch parlementair stelsel; Dat betekend dat de Staten-Generaal zich in
principe onafhankelijk opstellen ten opzichte van de regering en dat ministers geen lid zijn van de
Staten-Generaal.

3.1 De regering

Koning en de ministers vormen de regering in Nederland. Regering wordt ook wel kroon genoemd.

3.1.1 De koning en de kabinetsformatie

Onze monarchie eindigt op 30 november 1813. Op deze dag kwam Willem I aan in Scheveningen en
verklaarde hij bereid de soevereiniteit te aanvaarden als Koning der Nederlanden. De koning is de
functionaris die het koningschap en koninklijk gezag uitoefent, anno 2020 is dit Willem-Alexander.

De Functie van de koning is veranderd over de tijd. Aanvankelijk was de koning erg invloedrijk en
was er strijd tussen de koning en de ministers, deze waren ondergeschikt aan hem. Het werd als
autoritair benoemd. 1848 --> ministeriele verantwoordelijkheid en parlementaire stelsel ingevoerd.
--> strijd regering en parlement.

Zwaartepunt naar de ministers --> Nederland constitutionele monarchie. King heeft minder inspraak
en macht, toch is hij direct betrokken bij het regeringsbeleid: hij ontvangt notulen
ministerraadsvergaderingen en heeft wekelijks gesprek met minister-president. Wat uit deze
gesprekken komt wordt niet naar buiten gebracht, dit wordt ‘geheim van Paleis Noordeinde’ of het
‘Geheim van Huis ten Bosch’

In de Grondwet staat niks over de kabinetsformatie. Sinds 2012 is de procedure in haar reglement
van orde opgenomen. De kamer moet direct na de verkiezingen bijeenkomen en een
(in)formateur/verkenner aanwijst. Op basis van diens bevindingen benoemt Tweede Kamer
informateur(s) die de onderhandelingen voor de vorming van een kabinet leiden. De informateur is
meestal afkomstig van de grootste partij.

In besprekingen die de betrokken fractievoorzitters onder leiding van informateur voeren, komen
programmatische aspecten en verdeling van de portefeuilles aan de orde.

Portefeuilles = geheel van (min of meer) verwante beleidsterreinen en/of vraagstukken waarvoor
een bewindspersoon (minister of staatssecretaris) verantwoordelijk is. Specifieke onderwerpen

Beleidsterrein = dossiers van de minister of staatssecretaris.

Formateur= Wordt aangewezen door Tweede Kamer, rondt de vorming van het kabinet af door voor
de verschillende portefeuilles personen te zoeken.

De kamer kan de formateur(s) en informateur(s) na afloop van de opdracht tot kabinet (in)formatie
vragen voor een debat.

Na de formatie komt het nieuwe kabinet bij elkaar om het regeerakkoord op te stellen.




2

, = afspraken tussen coalitiepartijen over het voeren regeringsbeleid. Benoem en beëdiging door de
koning en presentatie aan parlement. Regeringsverklaring = beoogde regeringsbeleid uiteen aan. De
volksvertegenwoordiging, die met de nieuwe Minister-President in debat gaat.

Gedoogd akkoord= PVV maakt geen deel uit van de regering, maar steunt het kabinet wel; in ruil
daarvoor zouden de andere partijen haar wensen honoreren.



3.1.2 De ministers

Ministers zijn verantwoordelijk voor al het doen en laten van de onder hen vallende ambtenaren en
de volksvertegenwoordiging kan ze daarop aanspreken.

Een minister is in beginsel belast met een ministerie of departement van algemeen bestuur. Je hebt
sinds 1938 ook ministers zonder portefeuille; minister zonder eigen ministerie, deze hebben wel
stemrecht in de ministerraad. Het instituut minister zonder portefeuille was oorspronkelijk bedoeld
om de minister-president zich aan zijn coördinerende taken te kunnen laten wijden zonder ook nog
en volwaardige ministerie onder zich te hebben. Bij afwezigheid treedt collega-ministerie op als
hoofd; de minister ad interim. Sinds 1998 kan een staatssecretaris optreden als tijdelijke vervanger
van de minister en, raadgevende stem, deelnemen aan vergaderingen van de ministerraad.

Er is formeel geen hiërarchie tussen ministers, maar de minister-president of premier is er
uitgegroeid tot de belangrijkste bewindspersoon. Sinds 1983 voorzitter ministerraad.
Bevoegdheden:

 Zelfstandig vaststellen van de agenda van de ministerraad.
 Als regeringsleider deel uitmaken van de Europese raad.
 Wekelijkse vergadering van de minsterraad op een persconferentie.
 Verantwoordelijk voor Rijksvoorlichtingsdienst (RVD)
 Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid

Bijgestaan door een of meer vicepremier, afkomstig uit gelederen van de coalitiepartner(s), die hem
vervangen wanneer nodig als voorzitter van de ministerraad.

De Ministerraad wordt gevormd door de gezamenlijke ministers. De taak is te beraadslagen en
namens het kabinet, ministers en staatssecretarissen, te besluiten over het algemene
regeringsbeleid.

 Voorstellen van de wet
 De ontwerpen van Algemene Maatregelen van het Bestuur
 De bekrachtiging van de door de Staten-Generaal aangenomen initiatiefwetsvoorstellen
 Nota’s
 Belangrijke benoemingen
 Internationale verdragen

Het Kabinet-Rutte III heeft zeven onderraden en zes commissies.
Commissie blijft vaak bestaan voor zolang het specifieke onderwerp actueel is en de onderraden zijn
blijvend.

De Staatssecretaris

 Maakt geen deel uit van de ministerraad, hij kan wel bij de vergaderingen bijwonen als er
een onderwerp op de agenda staat uit zijn portefeuille.

3
€8,39
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
counottekimberly

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
counottekimberly Avans Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
5
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
4
Documenten
8
Laatst verkocht
2 jaar geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen