Blok 1 Filosofie
Hoorcollege 1: Filosofie van het pedagogisch denkveld
Van gedachten wisselen
● De verwondering is de oorsprong van de filosofie
○ Filosofie stelt vragen over wat wij vanzelfsprekend vinden
○ De weg van het bekende naar het onbekende
○ Het problematiseren van de vanzelfsprekendheid en bestaande orde legt de
ethisch-politieke dimensie van het sociaal werk bloot
De kracht en de essentie van het sociaal werk ligt niet in het bestrijden van achterstanden
en het verhelpen van stoornissen, maar in het ondersteunen van mensen, zodat ze greep
krijgen op de complexiteit, het richting leren geven aan hun bestaan en het bevorderen van
sociale redzaamheid.
Normatieve professionalisering: moedig balanceren
Instrumentaliteit modus l-> Uitvoerder voert uit wat het systeem voorschrijft
Instrumentaliteit modus ll-> uitvoerder die functioneert in relatieve autonomie en een vrije
ruimte.
Subjectief oordelen-> Een leraar kan niet het systeem precies overnemen zonder er
invloed op te hebben, de leraar is een oordelend en bepalend subject
● Er moet meer ruimte gemaakt worden voor de normatieve professional om zelf
keuzes te maken
‘Het leven dat zichzelf niet onderzoekt is geen leven’ Aldus Socrates
Dolor complexitatis-> Complexiteit ontkennen
Amor complexitatis -> Complexiteit erkennen
Instrumentele professionaliteit-> technische vragen
Normatieve professionaliteit-> Normatieve vragen
, Hoorcollege 2: De schipperende ouder
De schipperende ouder
● Opvoederen is schipperen-> twijfelen kan waardevol zijn
○ erkenning van complexiteit
○ keuzemogelijkheid en onderbouwing
Streng zijn of luisteren?
Kant
● Descriptief (hoe is de mens) -> vrijheid, redelijkheid, moraliteit
● Prescriptief (hoe moet de mens zijn) -> autonomie
● 4 stadia van opvoeden
1. Disiplineren-> impulsen leren beheersen, regelmaat creëren
2. Cultivering-> cultuur, muziek
3. Civiliseren-> goed gedrag, goed burger
4. Moraliseren-> moreel besef, leiden door rede/wil, autonomie
● Categorisch imperatief (gedragswet) -> Als iedereen het zo zou doen, zou dat dan
goed gaan, mag het een algemene wet worden?
● Geen lijfstraffen
Locke
● Medemenselijkheid en redelijkheid
● Kind als onbeschreven blad, van nature leergierig
● Gebalanceerde ontwikkeling, aandacht voor lijf
● Niet te veel straffen-> leren en opvoeden kan leuk zijn
● Gewoontes aanleren
Berlin
● Negatieve en positieve vrijheid, wel of niet aanwezig
● Negatieve vrijheid-> Afwezigheid van belemmeringen van buitenaf
● Positieve vrijheid-> Aanwezigheid van mogelijkheid, van binnenuit
● Begrenzing geeft ontplooiingsmogelijkheden
Burgerschap of geluk?
Plato
● Kind opvoeden tot burgerschap, beter als de kinderen niet weten wie hun ouders
zijn
● Grot vergelijking
○ Kinderen leven in een grot waarin ze alleen de schaduwen zien van de echte
wereld, hierdoor denken ze dat de schaduwen de echte wereld zijn, ze weten
niet beter
○ Opvoeden is niet leuk omdat de ouders nadat ze uit de grot zijn eigenlijk niet
terug willen om hun kinderen uit de grot te lijden. Aan de andere kant blijven
de kinderen liever in de grot, dit is vertrouwd.
Hoorcollege 1: Filosofie van het pedagogisch denkveld
Van gedachten wisselen
● De verwondering is de oorsprong van de filosofie
○ Filosofie stelt vragen over wat wij vanzelfsprekend vinden
○ De weg van het bekende naar het onbekende
○ Het problematiseren van de vanzelfsprekendheid en bestaande orde legt de
ethisch-politieke dimensie van het sociaal werk bloot
De kracht en de essentie van het sociaal werk ligt niet in het bestrijden van achterstanden
en het verhelpen van stoornissen, maar in het ondersteunen van mensen, zodat ze greep
krijgen op de complexiteit, het richting leren geven aan hun bestaan en het bevorderen van
sociale redzaamheid.
Normatieve professionalisering: moedig balanceren
Instrumentaliteit modus l-> Uitvoerder voert uit wat het systeem voorschrijft
Instrumentaliteit modus ll-> uitvoerder die functioneert in relatieve autonomie en een vrije
ruimte.
Subjectief oordelen-> Een leraar kan niet het systeem precies overnemen zonder er
invloed op te hebben, de leraar is een oordelend en bepalend subject
● Er moet meer ruimte gemaakt worden voor de normatieve professional om zelf
keuzes te maken
‘Het leven dat zichzelf niet onderzoekt is geen leven’ Aldus Socrates
Dolor complexitatis-> Complexiteit ontkennen
Amor complexitatis -> Complexiteit erkennen
Instrumentele professionaliteit-> technische vragen
Normatieve professionaliteit-> Normatieve vragen
, Hoorcollege 2: De schipperende ouder
De schipperende ouder
● Opvoederen is schipperen-> twijfelen kan waardevol zijn
○ erkenning van complexiteit
○ keuzemogelijkheid en onderbouwing
Streng zijn of luisteren?
Kant
● Descriptief (hoe is de mens) -> vrijheid, redelijkheid, moraliteit
● Prescriptief (hoe moet de mens zijn) -> autonomie
● 4 stadia van opvoeden
1. Disiplineren-> impulsen leren beheersen, regelmaat creëren
2. Cultivering-> cultuur, muziek
3. Civiliseren-> goed gedrag, goed burger
4. Moraliseren-> moreel besef, leiden door rede/wil, autonomie
● Categorisch imperatief (gedragswet) -> Als iedereen het zo zou doen, zou dat dan
goed gaan, mag het een algemene wet worden?
● Geen lijfstraffen
Locke
● Medemenselijkheid en redelijkheid
● Kind als onbeschreven blad, van nature leergierig
● Gebalanceerde ontwikkeling, aandacht voor lijf
● Niet te veel straffen-> leren en opvoeden kan leuk zijn
● Gewoontes aanleren
Berlin
● Negatieve en positieve vrijheid, wel of niet aanwezig
● Negatieve vrijheid-> Afwezigheid van belemmeringen van buitenaf
● Positieve vrijheid-> Aanwezigheid van mogelijkheid, van binnenuit
● Begrenzing geeft ontplooiingsmogelijkheden
Burgerschap of geluk?
Plato
● Kind opvoeden tot burgerschap, beter als de kinderen niet weten wie hun ouders
zijn
● Grot vergelijking
○ Kinderen leven in een grot waarin ze alleen de schaduwen zien van de echte
wereld, hierdoor denken ze dat de schaduwen de echte wereld zijn, ze weten
niet beter
○ Opvoeden is niet leuk omdat de ouders nadat ze uit de grot zijn eigenlijk niet
terug willen om hun kinderen uit de grot te lijden. Aan de andere kant blijven
de kinderen liever in de grot, dit is vertrouwd.