Activiteitencyclus in groep 3
Thema: Reizen
Naam: Veerle van der Aa
Klas: DT2B
Groep: 3
Mentor: Marianne de Groot
Stageschool: IKC de Plattenburg
Beoordelaar: Elien Steverink
1
,Samenvatting
In dit verslag is de activiteitencyclus met het thema ‘reizen’ uitgewerkt. Het was belangrijk om deze
activiteitencyclus bij de leerlingen uit te voeren omdat de leerlingen nog een jonge leeftijd hebben
en zelf nog niet zo veel afweten van alle werelddelen en soorten klimaten. Daarom is deze
activiteitencyclus in groep 3 uitgevoerd om ze een beter beeld te geven van de wereld om hen heen.
De leervraag in dit verslag was: “Hoe kan de leerkracht een reeks onderwijsactiviteiten ontwerpen
waarbij rekening gehouden wordt met de belevingswereld en de verschillende interesses van
leerlingen?”. Door middel van een theoretisch onderzoek, een observatie bij de mentor en een
gesprek met de mentor is het volgende antwoord ontstaan: Uit theoretisch onderzoek bleek dat
kinderen intrinsiek gemotiveerd raken en dat ze beter leren waarom het belangrijk is om bepaalde
dingen te leren als het lesonderdeel gekoppeld is aan hun belevingswereld. Ook is het goed om
betekenisvolle activiteiten aan te bieden, hier nemen kinderen graag deel aan en ze zijn er bijzonder
intens mee bezig. Daarnaast is het belangrijk om leerlingen spelenderwijs te laten leren, aangezien
ze een lage spanningsboog hebben. Hierdoor zullen ze meer interesse hebben in de activiteit en
langer bezig kunnen zijn met de opdracht. Dit sluit aan op het praktijkonderzoek waarbij naar voren
kwam, als er kleine dingen aangepast werden in de les, het aansluit op de belevingswereld van de
kinderen waardoor ze veel actiever en meer geïnteresseerd waren in opdrachten maken.
2
,Inhoud
Samenvatting 2
Inleiding 5
Hoofdstuk 1: Oriëntatie op onderwijs aan het jonge kind 6
1.1 Ontwikkelingsgericht onderwijs 6
Theoretische onderbouwing 6
Praktijkvoorbeeld 6
1.2 Basisbehoeftes van het jonge kind 6
Theoretische onderbouwing 6
Praktijkvoorbeeld 6
1.3 Betekenisvolle leeromgeving 6
Theoretische onderbouwing 6
Praktijkvoorbeeld 7
1.4 Spelenderwijs leren 7
Theoretische onderbouwing 7
Praktijkvoorbeeld 7
1.5 Belevingswereld van het jonge kind 7
Theoretische onderbouwing 7
Praktijkvoorbeeld 7
1.6 Intrinsieke motivatie 7
Theoretische onderbouwing 7
Praktijkvoorbeeld 7
Hoofdstuk 2: Leervraag met betrekking tot eigen leerkrachtgedrag 8
2.1 De Leervraag 8
2.2 Verantwoording leervraag 8
2.3 Theoretisch onderzoek 8
2.4 Praktijkonderzoek 8
2.4.1 Observatie tijdens les van mentor 8
2.4.2 Gesprek met mentor 8
2.5 Conclusie 8
Hoofdstuk 3: Verantwoording beredeneerd thematisch activiteitenaanbod 10
3.1 Keuze thema, prentenboek en kernwoorden 10
3.2 Beredenerend aanbod 10
3.3 Verantwoording keuzes ontwikkelingsgebieden 10
3.4 Verantwoording activiteiten binnen één leerlijn 11
Hoofdstuk 4: Ontwerp en verantwoording circuitles 12
3
, Hoofdstuk 5: Eindreflectie pedagogisch en didactisch handelen 13
5.1 Algemene terugblik 13
5.2 Groei- en leerpunten op pedagogisch en didactisch handelen 13
5.3 Verandering in visie op onderwijs voor het jonge kind 13
Hoofdstuk 6: Bibliografie en bijlagen 14
6.1 Literatuurlijst 14
6.2 Bijlagen 14
6.2.1 Uitgewerkte praktijkobservatie 14
6.2.2 Schema planning rooster 15
6.2.3 Schema ontwikkelingsgebieden en uitwerking activiteiten 20
6.2.4 Lesvoorbereiding circuitles 29
6.2.5 Bewijslasten: ouderparticipatie, materialen, feedback mentor, werk/foto’s kinderen 37
6.2.5.1 Ouderparticipatie 37
6.2.5.2 Materialen 37
6.2.5.3 Feedback mentor 44
6.2.5.4 Werk van kinderen 44
6.2.6 Lesvoorbereiding en evaluatie van les bewegingsonderwijs 45
4
Thema: Reizen
Naam: Veerle van der Aa
Klas: DT2B
Groep: 3
Mentor: Marianne de Groot
Stageschool: IKC de Plattenburg
Beoordelaar: Elien Steverink
1
,Samenvatting
In dit verslag is de activiteitencyclus met het thema ‘reizen’ uitgewerkt. Het was belangrijk om deze
activiteitencyclus bij de leerlingen uit te voeren omdat de leerlingen nog een jonge leeftijd hebben
en zelf nog niet zo veel afweten van alle werelddelen en soorten klimaten. Daarom is deze
activiteitencyclus in groep 3 uitgevoerd om ze een beter beeld te geven van de wereld om hen heen.
De leervraag in dit verslag was: “Hoe kan de leerkracht een reeks onderwijsactiviteiten ontwerpen
waarbij rekening gehouden wordt met de belevingswereld en de verschillende interesses van
leerlingen?”. Door middel van een theoretisch onderzoek, een observatie bij de mentor en een
gesprek met de mentor is het volgende antwoord ontstaan: Uit theoretisch onderzoek bleek dat
kinderen intrinsiek gemotiveerd raken en dat ze beter leren waarom het belangrijk is om bepaalde
dingen te leren als het lesonderdeel gekoppeld is aan hun belevingswereld. Ook is het goed om
betekenisvolle activiteiten aan te bieden, hier nemen kinderen graag deel aan en ze zijn er bijzonder
intens mee bezig. Daarnaast is het belangrijk om leerlingen spelenderwijs te laten leren, aangezien
ze een lage spanningsboog hebben. Hierdoor zullen ze meer interesse hebben in de activiteit en
langer bezig kunnen zijn met de opdracht. Dit sluit aan op het praktijkonderzoek waarbij naar voren
kwam, als er kleine dingen aangepast werden in de les, het aansluit op de belevingswereld van de
kinderen waardoor ze veel actiever en meer geïnteresseerd waren in opdrachten maken.
2
,Inhoud
Samenvatting 2
Inleiding 5
Hoofdstuk 1: Oriëntatie op onderwijs aan het jonge kind 6
1.1 Ontwikkelingsgericht onderwijs 6
Theoretische onderbouwing 6
Praktijkvoorbeeld 6
1.2 Basisbehoeftes van het jonge kind 6
Theoretische onderbouwing 6
Praktijkvoorbeeld 6
1.3 Betekenisvolle leeromgeving 6
Theoretische onderbouwing 6
Praktijkvoorbeeld 7
1.4 Spelenderwijs leren 7
Theoretische onderbouwing 7
Praktijkvoorbeeld 7
1.5 Belevingswereld van het jonge kind 7
Theoretische onderbouwing 7
Praktijkvoorbeeld 7
1.6 Intrinsieke motivatie 7
Theoretische onderbouwing 7
Praktijkvoorbeeld 7
Hoofdstuk 2: Leervraag met betrekking tot eigen leerkrachtgedrag 8
2.1 De Leervraag 8
2.2 Verantwoording leervraag 8
2.3 Theoretisch onderzoek 8
2.4 Praktijkonderzoek 8
2.4.1 Observatie tijdens les van mentor 8
2.4.2 Gesprek met mentor 8
2.5 Conclusie 8
Hoofdstuk 3: Verantwoording beredeneerd thematisch activiteitenaanbod 10
3.1 Keuze thema, prentenboek en kernwoorden 10
3.2 Beredenerend aanbod 10
3.3 Verantwoording keuzes ontwikkelingsgebieden 10
3.4 Verantwoording activiteiten binnen één leerlijn 11
Hoofdstuk 4: Ontwerp en verantwoording circuitles 12
3
, Hoofdstuk 5: Eindreflectie pedagogisch en didactisch handelen 13
5.1 Algemene terugblik 13
5.2 Groei- en leerpunten op pedagogisch en didactisch handelen 13
5.3 Verandering in visie op onderwijs voor het jonge kind 13
Hoofdstuk 6: Bibliografie en bijlagen 14
6.1 Literatuurlijst 14
6.2 Bijlagen 14
6.2.1 Uitgewerkte praktijkobservatie 14
6.2.2 Schema planning rooster 15
6.2.3 Schema ontwikkelingsgebieden en uitwerking activiteiten 20
6.2.4 Lesvoorbereiding circuitles 29
6.2.5 Bewijslasten: ouderparticipatie, materialen, feedback mentor, werk/foto’s kinderen 37
6.2.5.1 Ouderparticipatie 37
6.2.5.2 Materialen 37
6.2.5.3 Feedback mentor 44
6.2.5.4 Werk van kinderen 44
6.2.6 Lesvoorbereiding en evaluatie van les bewegingsonderwijs 45
4