Een song is het centrale middelpunt in de muziekindustrie zoals we die vandaag de dag
kennen. Omdat alle handelingen en verdiensten in de muziekindustrie hun origine kennen
in datzelfde middelpunt, de song, is het noodzakelijk geweest om wetgevingen te laten
ontstaan die een duidelijk inzicht en overzicht hebben gecreëerd wie nu precies rechten
kon verkrijgen en de voorwaarde waaronder die rechten kunnen ontstaan.
1. Hoe ontstaat het Auteursrecht, welke rechthebbende partijen kun je benoemen,
hoe groot is hun aandeel dan in die rechten en hoe leg je dat eigenaarschap vast?
Auteursrecht ontstaat automatisch. De rechthebbende partijen zijn de componist, de
tekstdichter en de muziekuitgever. Deze partijen hebben allemaal een net zo groot
aandeel, namelijk 1/3. Eigenaarschap kun je vastleggen op 3 manieren: een kopie van
de partituur in een zelfgeadresseerde envelop aangetekend versturen, een kopie van
de partituur via i-Depot laten registreren of een exploitatiecontract afsluiten met
Buma/Stemra.
Het belang van de uitvoering die een artiest aan een song geeft, is in het midden van de
vorige eeuw vastgelegd in een nieuwe wetgeving.
2. Welke wetgeving wordt hier bedoeld, is de uitvoerende artiest de enige partij die
aanspraak kan maken en wat zijn de omstandigheden waarbij de rechthebbenden
dit recht kunnen activeren?
Naburig recht. Ook producenten kunnen aanspraak maken op het naburig recht. Het naburig
recht kun je activeren direct bij een uitvoering, opname of uitzending van een werk met
auteursrecht.
Voor beide Intellectuele Eigendomsrechten geldt een bepaalde duur en termijn, en
daarnaast zijn ook nog allerlei andere voorwaarden benoemd die van kracht zijn.
3. Wat is er nodig om deze beide rechten te laten ontstaan, wat is de duur van die
rechten en welke zaken die een rol spelen kan je nog meer benoemen?
Intellectuele Eigendomsrechten: Auteursrecht en Naburig recht. Auteursrecht ontstaat
vanzelf, maar deze moet je wel zelf registreren. Het naburig recht ontstaat direct bij de
uitvoering, opname of uitzending van een werk met auteursrecht.
Het auteursrecht op een werk eindigt 70 jaar na de dood van de maker, te rekenen
vanaf de eerste januari, volgende op het jaar waarin de maker is overleden.
De meeste naburige rechten duren 50 jaar; dat is dus een stuk korter dan de duur
van het auteursrecht. Maar voor uitvoerend musici en muziekproducenten is de
termijn van bescherming in oktober 2013 verlengd naar 70 jaar na het uitkomen van
de opname.
Na de zeventig jaar komen alle rechten van een song of muziekstuk in het publieke
domein terecht. Dit betekent dat iedereen de muziek mag gebruiken zonder daar
toestemming voor te vragen.