Services and Earnings Management
1. Wat is het managementprobleem?
In 2000 heeft de SEC (Amerikaanse AFM) de onafhankelijkheidsregels aangepast voor CPA’s
(Registeraccountants). De accountantscontrole boette in aan vertrouwen vanuit de maatschappij
omdat accountants steeds meer non-auditservices leverden. Gebruikers zien de afhankelijkheid van
accountants van non-auditservices als een indicatie op een minder betrouwbare controle. Door de
aanpassing van de SEC moesten voortaan de controlefee’s en fee’s uit overige dienstverlenging
vermeld worden in de jaarrekening.
Deze wijziging vormde de basis voor het onderzoek dat Frankel et al. Uitvoerde. De auteurs wilden
aantonen dat earningsmanagement, onafhankelijkheid en de geloofwaardigheid van de jaarrekening
een relatie hebben. Dit hebben ze onderzocht door te onderzoeken of een toename van overige
dienstverlening of het toepassen van earningsmanagement leidt tot een afname van de
geloofwaardigheid. Ze eindigen met de conclusie dat controle- en overige werkzaamheden impact
hebben op de kwaliteit en derhalve op de geloofwaardigheid van de jaarrekening.
2. Vanuit welk perspectief wordt het managementprobleem
bestudeerd?
In het onderzoek zijn er vier potentiële stakeholders te onderkennen, namelijk:
1. De accountant -> overige dienstverlening verlenen;
2. Het management van het bedrijf -> earnings management toepassen;
3. De investeerders -> zij gebruiken de jrk om een beslissing te nemen;
4. SEC (AFM) -> Instellers van de onafhankelijkheidsregel.
Het perspectief van de investeerder staat m.i. centraal. Er wordt namelijk onderzocht hoe
investeerders reageren op de toelichting omtrent auditfee/nonaudit fee in de jaarrekening.
3. Wat is de onderzoeksvraag?
De auteurs willen vaststellen of er een relatie is tussen nonaudit services en de onafhankelijkheid van
de accountant.
Hypothese: (Non)auditfee’s en earnings management:
1. H1a: de fees van nonaudit services van controleklanten heeft geen verband met earnings
management.
2. H1b: de fees van nonaudit services van controleklanten hebben geen verband met earnings
management.
Hypothese: Toelichting auditorsfee’s en beurskoers
1. H2a: de beurskoers reageert niet op een toelichting van nonaudit services.
2. H2b: de beurskoers reageert niet op een toelichting van audit services.
4. Wat is het conceptueel model?
Het conceptuele model is beperkt in dit onderzoek (niet zoals bijv. Gray van ADVA). Het behelst
slechts de twee hypothesen, waarbij de onafhankelijke variabele de (non)auditfee’s is en de
afhankelijke variabelen de earningsmanagement en de beurskoersreactie.