Externaliserende Problemen bij Jonge Kinderen: Het Verband met Pro-Sociaal Gedrag en Gender
en het verband met Schoolprestaties en Aandacht Wisselen
Vrije Universiteit Amsterdam
Studentnummer:
Vak: Statistiek 2
Tutor: Julia Houben
Werkgroep:
Aantal woorden: 1369
1
, Externaliserende Problemen bij Jonge Kinderen: Het Verband met Pro-Sociaal Gedrag en Gender
en het verband met Schoolprestaties en Aandacht Wisselen
Uit onderzoek blijkt dat kinderen met externaliserende problemen meer conflicten hebben
met leerkrachten en een meer negatieve houding hebben tegenover de relatie met de leerkracht
(Henricsson & Rydell, 2004, in Metsäpelto, et al., 2015). Daarnaast slagen deze kinderen er vaak niet
in om de leermogelijkheden in de klas te benutten (Metsäpelto et al., 2015). Hiermee wordt
aangetoond dat kinderen met externaliserende problemen (problemen die zich naar buiten uiten)
minder goed zullen presteren op school.
Uit ander onderzoek komt naar voren dat pro-sociaal gedrag negatief gerelateerd is aan
externaliserende problemen (Flouri & Sarmadi, 2016). Pro-sociaal gedrag wordt omschreven als
vrijwillig gedrag gericht om anderen te helpen (Kramp, 2012). Ook zijn er steeds meer aanwijzingen
dat goede aandachtsregulatie een rol speelt bij externaliserende problematiek (Wang et al., 2012).
De samenhang tussen deze kenmerken met externaliserende problematiek kan interessant zijn om
goede schoolprestaties van kinderen te ondersteunen.
In dit onderzoek worden twee verbanden onderzocht bij jonge kinderen. Als eerste wordt
gekeken naar het verband tussen externaliserende problemen en schoolprestaties en welke invloed
aandacht wisselen op dit verband heeft. Als tweede wordt het verband tussen externaliserende
problemen en pro-sociaal gedrag onderzocht en wat het verschil is voor mannen en vrouwen. De
verwachting is dat kinderen die meer pro-sociaal gedrag laten zien, minder externaliserende
problemen hebben. Naar verwachting hebben jongens meer externaliserende problematiek dan
meisjes. Daarnaast wordt verwacht dat kinderen die meer externaliserende problemen hebben,
slechter presteren op school. Dit verband is naar verwachting sterker wanneer kinderen minder goed
van aandacht kunnen wisselen.
2
, Methode
Participanten
De steekproef bestond uit 350 kinderen die de voorschool bezochten, met een leeftijd van
drie jaar. De kinderen bestonden voor 50.3% uit jongens en 49.9% uit meisjes. Van de kinderen
kwam 33.7% uit een gezin met een lage Sociaal Economische Status (SES), 33.4% uit een gezin met
een gemiddelde SES en 32,9% uit een gezin met een hoge SES.
Materialen
Externaliserende problemen is gemeten aan de hand van een Strengt and Difficulties
vragenlijst die de ouders van de kinderen hebben ingevuld. De vragenlijst bestond uit 10 items waar
het antwoord 0 (niet waar), 1 (beetje waar) en 2 (zeker waar) gegeven kon worden. De range van
deze vragenlijst was 0-20. Pro-sociaal gedrag is ook gemeten aan de hand van een Strengt and
Difficulties vragenlijst die de ouders van de kinderen hebben ingevuld. Deze vragenlijst bestond uit 5
items waar het antwoord 0 (niet waar), 1 (beetje waar) en 2 (zeker waar) gegeven kon worden. De
range van deze vragenlijst was 0-10.
Aandacht wisselen is gemeten aan de hand van de Dimensional Card Sorting taak die de
kinderen op een iPad hebben uitgevoerd. Voor dit onderzoek zijn de pretest resultaten van een
pretest-posttest meting voor aandacht wisselen gebruikt. De test die tussen deze metingen plaats
vond is niet relevant voor dit onderzoek.
Schoolprestaties is twee jaar na de andere metingen gemeten aan de hand van de
gestandaardiseerde CITO-scores van groep 2. Deze scores zijn opgevraagd bij de leerkracht.
Procedure
De ouders van de kinderen hebben een vragenlijst toegestuurd gekregen met in totaal 25
items over drie verschillende onderdelen (internaliserende problematiek, externaliserende
problematiek en pro-sociaal gedrag). De ouders moesten deze vragenlijst voor het kind invullen. De
vragenlijst werd geïntroduceerd met een korte uitleg en praktische vragen, zoals het geslacht van het
kind en de Sociaal Economische status van het gezin.
3
en het verband met Schoolprestaties en Aandacht Wisselen
Vrije Universiteit Amsterdam
Studentnummer:
Vak: Statistiek 2
Tutor: Julia Houben
Werkgroep:
Aantal woorden: 1369
1
, Externaliserende Problemen bij Jonge Kinderen: Het Verband met Pro-Sociaal Gedrag en Gender
en het verband met Schoolprestaties en Aandacht Wisselen
Uit onderzoek blijkt dat kinderen met externaliserende problemen meer conflicten hebben
met leerkrachten en een meer negatieve houding hebben tegenover de relatie met de leerkracht
(Henricsson & Rydell, 2004, in Metsäpelto, et al., 2015). Daarnaast slagen deze kinderen er vaak niet
in om de leermogelijkheden in de klas te benutten (Metsäpelto et al., 2015). Hiermee wordt
aangetoond dat kinderen met externaliserende problemen (problemen die zich naar buiten uiten)
minder goed zullen presteren op school.
Uit ander onderzoek komt naar voren dat pro-sociaal gedrag negatief gerelateerd is aan
externaliserende problemen (Flouri & Sarmadi, 2016). Pro-sociaal gedrag wordt omschreven als
vrijwillig gedrag gericht om anderen te helpen (Kramp, 2012). Ook zijn er steeds meer aanwijzingen
dat goede aandachtsregulatie een rol speelt bij externaliserende problematiek (Wang et al., 2012).
De samenhang tussen deze kenmerken met externaliserende problematiek kan interessant zijn om
goede schoolprestaties van kinderen te ondersteunen.
In dit onderzoek worden twee verbanden onderzocht bij jonge kinderen. Als eerste wordt
gekeken naar het verband tussen externaliserende problemen en schoolprestaties en welke invloed
aandacht wisselen op dit verband heeft. Als tweede wordt het verband tussen externaliserende
problemen en pro-sociaal gedrag onderzocht en wat het verschil is voor mannen en vrouwen. De
verwachting is dat kinderen die meer pro-sociaal gedrag laten zien, minder externaliserende
problemen hebben. Naar verwachting hebben jongens meer externaliserende problematiek dan
meisjes. Daarnaast wordt verwacht dat kinderen die meer externaliserende problemen hebben,
slechter presteren op school. Dit verband is naar verwachting sterker wanneer kinderen minder goed
van aandacht kunnen wisselen.
2
, Methode
Participanten
De steekproef bestond uit 350 kinderen die de voorschool bezochten, met een leeftijd van
drie jaar. De kinderen bestonden voor 50.3% uit jongens en 49.9% uit meisjes. Van de kinderen
kwam 33.7% uit een gezin met een lage Sociaal Economische Status (SES), 33.4% uit een gezin met
een gemiddelde SES en 32,9% uit een gezin met een hoge SES.
Materialen
Externaliserende problemen is gemeten aan de hand van een Strengt and Difficulties
vragenlijst die de ouders van de kinderen hebben ingevuld. De vragenlijst bestond uit 10 items waar
het antwoord 0 (niet waar), 1 (beetje waar) en 2 (zeker waar) gegeven kon worden. De range van
deze vragenlijst was 0-20. Pro-sociaal gedrag is ook gemeten aan de hand van een Strengt and
Difficulties vragenlijst die de ouders van de kinderen hebben ingevuld. Deze vragenlijst bestond uit 5
items waar het antwoord 0 (niet waar), 1 (beetje waar) en 2 (zeker waar) gegeven kon worden. De
range van deze vragenlijst was 0-10.
Aandacht wisselen is gemeten aan de hand van de Dimensional Card Sorting taak die de
kinderen op een iPad hebben uitgevoerd. Voor dit onderzoek zijn de pretest resultaten van een
pretest-posttest meting voor aandacht wisselen gebruikt. De test die tussen deze metingen plaats
vond is niet relevant voor dit onderzoek.
Schoolprestaties is twee jaar na de andere metingen gemeten aan de hand van de
gestandaardiseerde CITO-scores van groep 2. Deze scores zijn opgevraagd bij de leerkracht.
Procedure
De ouders van de kinderen hebben een vragenlijst toegestuurd gekregen met in totaal 25
items over drie verschillende onderdelen (internaliserende problematiek, externaliserende
problematiek en pro-sociaal gedrag). De ouders moesten deze vragenlijst voor het kind invullen. De
vragenlijst werd geïntroduceerd met een korte uitleg en praktische vragen, zoals het geslacht van het
kind en de Sociaal Economische status van het gezin.
3
