Samenvatting Management Logistiek
H1 Markt gestuurde logistiek (paragraaf 1 t/m 4)
Als startende ondernemer begint iedere onderneming met een ondernemingsplan. Je komt veel
verschillende vragen tegen op logistiek en niet-logistiek gebied. Voorbeelden van commerciële
vragen:
• Ga je je richten op consumenten of ook op bedrijfsmatige klanten?
• Welke behoeften aan producten en/of diensten leven er bij die afnemers?
• Hoe omvangrijk is die markt? Door welke producten of diensten kan jouw bedrijf zich
onderscheiden?
Na een eerste schets over de aard en omvang van de door jou te bedienen markt, komt de vraag hoe
je de verkoop wil gaan organiseren:
• Welke levertijd/servicegraad verwachten jouw klanten?
• Sluit je je aan bij een verkoopplatform of wil je alles in eigen regie houden?
• Ga je zelf de distributie ter handen nemen of schakel je wedeverkopers of handelaren in?
Beslissingen over de logistiek: ga je dit zelf doen of ga je dit uitbesteden?
• Wie koopt de grondstoffen waar in?
• Waar leg je de voorraden neer van grondstoffen en verpakkingsmaterialen?
• Ga je zelf orders verzamelen of besteed je dat uit aan een fulfilment center?
Logistiek: logistiek omvat de organisatie, de planning, de besturing van de feitelijke goederenstroom
vanaf de ontwikkeling van een product en inkoop van grondstoffen, via productie en distributie van
het eindproduct naar de eindafnemer, inclusief de retourstromen.
De bedrijfslogistiek omvat vier deelgebieden:
1. Inkooplogistiek: alle activiteiten die te maken hebben met het aanschaffen van de materialen die
nodig zijn om jouw product te fabriceren.
2. Productielogistiek: richt zich op de inrichting en organisatie van het productieproces.
Onderscheid in productiebeheersing en het material management.
Productiebeheersing: noodzakelijke capaciteit aan mensen, gereedschappen en machines.
Material management: de tijdige aanvoer naar de verschillende machines van de juist
hoeveelheden grondstoffen, onderdelen en halffabricaten.
3. Distributielogistiek: drie onderwerpen, namelijk: de locatie en inrichting van magazijnen, het
beheren van de voorraden (gereed product) en het (externe) transport.
Onderscheid in commerciële en logistieke distributie.
Commerciële distributie: verkoopkanalen.
Logistieke distributie: feitelijke goederenstroom van eindproducten.
4. Circulaire of retourlogistiek: bedrijfsklanten of consumenten kunnen verschillende redenen
hebben om een ontvangen product terug te sturen.
Diensten en logistiek
Diensten bezit vier kenmerken:
1. Ontastbaarheid
2. Vergankelijkheid: je kunt een dienst niet van tevoren maken, bewaren en opslaan.
3. Heterogeniteit: elke dienst is weer anders.
4. Gelijktijdige consumptie: je bent aanwezig bij het verlenen van de dienst.
Om de logistieke processen in een onderneming te beschrijven, wordt vaak het integraal logistiek
concept gebruikt. Met dit concept kun je de vier basiselementen van de logistiek in een onderneming
analyseren:
1. Grondvorm van de logistiek: alle logistieke processen worden in kaart gebracht (levering,
productie en verkoop).
, 2. Besturing van de processen
3. Inrichting van het informatiesysteem
4. Logistieke organisatie
Verkoopkanaal: het verkoopkanaal is de weg die het product volgt van de producent naar de klant.
Indirecte verkoop (winkel): in het indirecte verkoopkanaal worden de computers van de producent
via een groothandel en een detaillist (winkelbedrijf) aan de klant geleverd.
Directe verkoop (website): bij het directe verkoopkanaal vindt een levering plaats van de producent
rechtstreeks aan de klant.
Marketing en logistiek
Marketing: marketing levert de instrumenten om de verkoop te stimuleren.
Logistiek: logistiek richt de processen in om de goederen te kunnen leveren.
Vier marketinginstrumenten:
1. Prijs: verkoopprijs die door de consument moet worden betaald en door de ondernemer moet
worden vastgesteld.
2. Product: het ontwerp en de uitvoering van het product.
3. Plaats: met de plaats bepaal je het verkoopkanaal.
4. Promotie: ter promotie van een product kiest een ondernemer voor bepaalde vormen van
reclame, om zijn product zo onder de aandacht te brengen.
Met behulp van de vier P’s als marketinginstrument kun je als ondernemer de verkoopstrategie
bepalen.
De levenscyclus van een product of dienst.
Bij het opzetten van een onderneming moet je jouw idee voor een product of dienst toetsen aan de
behoefte onder potentiële klanten. Vervolgens dien je na te gaan of je het product of de dienst kunt
ontwikkelen tot een concreet product. Voordat je de productie kunt gaan starten, is er nog een
aspect waarmee je rekening moet houden: hoeveel jaren verwacht je dat je het product zult kunnen
verkopen? Het begrip levenscyclus moet je benaderen vanuit de fabrikant. De vraag is: hoelang kan
de fabrikant zijn product ongewijzigd blijven produceren?
De productielevenscyclus wordt ingedeeld in vier fasen:
1. Introductiefase: in deze fase is het product bij de klant en soms ook bij winkeliers nog niet of
nauwelijks bekend.
2. Groeifase: in deze fase is het product in de markt voldoende bekend en vragen klanten ernaar.
3. Verzadigingsfase: in deze fase wordt het moment bereikt dat het aantal nieuwe klanten niet zo
hard meer groeit.
4. Vervalfase: uiteindelijk is een product of dienst niet meer in trek.
Behoeftepeiling
De basis van veel ondernemingen is het idee om een product of dienst te ontwikkelen en vervolgens
op de markt te gaan verkopen. De bedenker hoopt dat zijn idee winstgevend zal worden. In
werkelijkheid is voor de uitwerking van een idee veel tijd en geld nodig, en het vertrouwen dat het
tot een verkoopproces kan leiden. Optimale kwaliteit omvat zowel de technische kwaliteit als de
logistieke kwaliteit van een product of dienst. Onder de technische kwaliteit verstaan we de
uitvoering van het product. De logistieke kwaliteit is de servicegraad die de klant ervaart. De
consument heeft verwachtingen over een product of dienst en de ondernemer moet die waarmaken.
De vraag als uitgangspunt voor het logistieke proces
Voor iedere ondernemer is de voorspelling over de mogelijk afzet van zijn product van groot belang.
Je moet ook het type klant kennen waarmee je zaken zult doen. Wanneer je een redelijk
betrouwbaar beeld hebt van jouw klant en van de te verwachten verkoop van jouw product, ben je in
staat om de inkopen te plannen, de noodzakelijke productiecapaciteit te bepalen enz.
H1 Markt gestuurde logistiek (paragraaf 1 t/m 4)
Als startende ondernemer begint iedere onderneming met een ondernemingsplan. Je komt veel
verschillende vragen tegen op logistiek en niet-logistiek gebied. Voorbeelden van commerciële
vragen:
• Ga je je richten op consumenten of ook op bedrijfsmatige klanten?
• Welke behoeften aan producten en/of diensten leven er bij die afnemers?
• Hoe omvangrijk is die markt? Door welke producten of diensten kan jouw bedrijf zich
onderscheiden?
Na een eerste schets over de aard en omvang van de door jou te bedienen markt, komt de vraag hoe
je de verkoop wil gaan organiseren:
• Welke levertijd/servicegraad verwachten jouw klanten?
• Sluit je je aan bij een verkoopplatform of wil je alles in eigen regie houden?
• Ga je zelf de distributie ter handen nemen of schakel je wedeverkopers of handelaren in?
Beslissingen over de logistiek: ga je dit zelf doen of ga je dit uitbesteden?
• Wie koopt de grondstoffen waar in?
• Waar leg je de voorraden neer van grondstoffen en verpakkingsmaterialen?
• Ga je zelf orders verzamelen of besteed je dat uit aan een fulfilment center?
Logistiek: logistiek omvat de organisatie, de planning, de besturing van de feitelijke goederenstroom
vanaf de ontwikkeling van een product en inkoop van grondstoffen, via productie en distributie van
het eindproduct naar de eindafnemer, inclusief de retourstromen.
De bedrijfslogistiek omvat vier deelgebieden:
1. Inkooplogistiek: alle activiteiten die te maken hebben met het aanschaffen van de materialen die
nodig zijn om jouw product te fabriceren.
2. Productielogistiek: richt zich op de inrichting en organisatie van het productieproces.
Onderscheid in productiebeheersing en het material management.
Productiebeheersing: noodzakelijke capaciteit aan mensen, gereedschappen en machines.
Material management: de tijdige aanvoer naar de verschillende machines van de juist
hoeveelheden grondstoffen, onderdelen en halffabricaten.
3. Distributielogistiek: drie onderwerpen, namelijk: de locatie en inrichting van magazijnen, het
beheren van de voorraden (gereed product) en het (externe) transport.
Onderscheid in commerciële en logistieke distributie.
Commerciële distributie: verkoopkanalen.
Logistieke distributie: feitelijke goederenstroom van eindproducten.
4. Circulaire of retourlogistiek: bedrijfsklanten of consumenten kunnen verschillende redenen
hebben om een ontvangen product terug te sturen.
Diensten en logistiek
Diensten bezit vier kenmerken:
1. Ontastbaarheid
2. Vergankelijkheid: je kunt een dienst niet van tevoren maken, bewaren en opslaan.
3. Heterogeniteit: elke dienst is weer anders.
4. Gelijktijdige consumptie: je bent aanwezig bij het verlenen van de dienst.
Om de logistieke processen in een onderneming te beschrijven, wordt vaak het integraal logistiek
concept gebruikt. Met dit concept kun je de vier basiselementen van de logistiek in een onderneming
analyseren:
1. Grondvorm van de logistiek: alle logistieke processen worden in kaart gebracht (levering,
productie en verkoop).
, 2. Besturing van de processen
3. Inrichting van het informatiesysteem
4. Logistieke organisatie
Verkoopkanaal: het verkoopkanaal is de weg die het product volgt van de producent naar de klant.
Indirecte verkoop (winkel): in het indirecte verkoopkanaal worden de computers van de producent
via een groothandel en een detaillist (winkelbedrijf) aan de klant geleverd.
Directe verkoop (website): bij het directe verkoopkanaal vindt een levering plaats van de producent
rechtstreeks aan de klant.
Marketing en logistiek
Marketing: marketing levert de instrumenten om de verkoop te stimuleren.
Logistiek: logistiek richt de processen in om de goederen te kunnen leveren.
Vier marketinginstrumenten:
1. Prijs: verkoopprijs die door de consument moet worden betaald en door de ondernemer moet
worden vastgesteld.
2. Product: het ontwerp en de uitvoering van het product.
3. Plaats: met de plaats bepaal je het verkoopkanaal.
4. Promotie: ter promotie van een product kiest een ondernemer voor bepaalde vormen van
reclame, om zijn product zo onder de aandacht te brengen.
Met behulp van de vier P’s als marketinginstrument kun je als ondernemer de verkoopstrategie
bepalen.
De levenscyclus van een product of dienst.
Bij het opzetten van een onderneming moet je jouw idee voor een product of dienst toetsen aan de
behoefte onder potentiële klanten. Vervolgens dien je na te gaan of je het product of de dienst kunt
ontwikkelen tot een concreet product. Voordat je de productie kunt gaan starten, is er nog een
aspect waarmee je rekening moet houden: hoeveel jaren verwacht je dat je het product zult kunnen
verkopen? Het begrip levenscyclus moet je benaderen vanuit de fabrikant. De vraag is: hoelang kan
de fabrikant zijn product ongewijzigd blijven produceren?
De productielevenscyclus wordt ingedeeld in vier fasen:
1. Introductiefase: in deze fase is het product bij de klant en soms ook bij winkeliers nog niet of
nauwelijks bekend.
2. Groeifase: in deze fase is het product in de markt voldoende bekend en vragen klanten ernaar.
3. Verzadigingsfase: in deze fase wordt het moment bereikt dat het aantal nieuwe klanten niet zo
hard meer groeit.
4. Vervalfase: uiteindelijk is een product of dienst niet meer in trek.
Behoeftepeiling
De basis van veel ondernemingen is het idee om een product of dienst te ontwikkelen en vervolgens
op de markt te gaan verkopen. De bedenker hoopt dat zijn idee winstgevend zal worden. In
werkelijkheid is voor de uitwerking van een idee veel tijd en geld nodig, en het vertrouwen dat het
tot een verkoopproces kan leiden. Optimale kwaliteit omvat zowel de technische kwaliteit als de
logistieke kwaliteit van een product of dienst. Onder de technische kwaliteit verstaan we de
uitvoering van het product. De logistieke kwaliteit is de servicegraad die de klant ervaart. De
consument heeft verwachtingen over een product of dienst en de ondernemer moet die waarmaken.
De vraag als uitgangspunt voor het logistieke proces
Voor iedere ondernemer is de voorspelling over de mogelijk afzet van zijn product van groot belang.
Je moet ook het type klant kennen waarmee je zaken zult doen. Wanneer je een redelijk
betrouwbaar beeld hebt van jouw klant en van de te verwachten verkoop van jouw product, ben je in
staat om de inkopen te plannen, de noodzakelijke productiecapaciteit te bepalen enz.
