Leerdoel:
• Je kunt uitleggen welke specifieke voedingsbehoeften verschillende soorten sporters
hebben.
Les
Typen spierweefsel
• Skelet spier = gestreept spierweefsel
• Gladde spier
• Hartspier
Skelet spier is onder te verdelen in drie typen vezels:
Type I (Slow Twitch)
• Hoog myoglobine gehalte
• Hoge aerobe capaciteit
• Zijn rood van kleur
• Bevatten veel mitochondriën
Type IIx (Fast Twitch)
• Hoge anaerobe capaciteit
• Zijn wit van kleur
Type IIa, (fast oxidatief, mixed type)
• Aerobe capaciteit
Om de spier te laten bewegen is ATP en calcium nodig
ATP wordt gevormd in de mitochondriën en is nodig voor alle processen die energie kosten, zoals
spiercontractie en zenuwprikkeloverdracht
Hoe komt het menselijk lichaam aan energie? Voedsel > Koolhydraten = glucose, vetten en eiwitten
Glucose worden verbrand in de mitochondriën = ATP > energie
Wat zijn energiebronnen? Glucose, vetten, eiwitten
Wat is er nog meer nodig voor energie? enzymen, vitaminen, aminozuren en calcium
Welke processen spelen een rol? Vertering, opname in de cel, verbranding van glucose en vetten in
de mitochondriën (met zuurstof) = dissimilatie, energie wordt opgeslagen in ATP
, 3 fases van energie voorziening van de spier:
1. De fosfagene fase: ATP + Creatinefosfaat (CP) – Sprinter 100 m
(duur: 0 - 10 seconde)
2. De Anaerobe afbraak van Glycogeen-Glucose-Lactaat – zwemmer 400 m
(duur: 10 seconde - 2 minuten)
3. De Aerobe verbranding van glycogeen en vetzuren – marathonloper
(duur: 2 minuten - uren/dagen)
Fase 1: Begin van spieractie (sprint)
Na 1.2 sec is de ATP voorraad op
Na 9 sec is alle creatinefosfaat (CF) op (door creatine te gebruiken verleng je dit?)
Dit is anaeroob, dus geen O2 nodig
Fase 2: glycogeen > lactaat
Fase 2 duurt tussen 1- 2 minuten.
1. Spier glycogeen wordt afgebroken tot glucose
2. Glucose to pyruvaat (glycolyse)
3. Pyruvaat naar lactaat
Dit is ook anaeroob
*Beperkende factor in deze fase is de ophoping van lactaat en H+ > acidose (verzuring)
Fase 3: langdurige inspanning (duursport)
Lichaam moet switchen naar aeroob, met O2
Energie bronnen:
• Glucose
• Vetzuren
• BCAA’s
Vetafbraak > vetzuur verbranding (= Beta-oxidatie)
- Vetzuren en de beta-oxidatie
- Vet kan NOOIT worden omgezet in koolhydraten!
- Bij trainen met een lagere intensiteit meer vetverbranding