Kijken op vastgoed:
Vanuit gebruiker(aan welke eisen moet het vastgoed voldoen? Zal ik het huren,
hoeveel kost dat? Welke financieringsmogelijkheden?
Om geld te verdienen(belegger) -> Belangrijk om risico’s te spreiden en te beleggen
in iets waar je kennis van hebt.
Beleggingen in vastgoed zijn te onderscheiden in(kan op 2 manieren):
Directe investeringen in vastgoed(je koopt een gebouw en gaat het dan verhuren,
bijvoorbeeld aan interne afdelingen)
Indirecte investeringen in vastgoed(aandelen kopen in Bouwfonds bijvoorbeeld)
- Niet beursgenoteerd
- Beursgenoteerd
Rendement op vastgoedbelegging
Rendementskengetallen:
De BAR bekijk je voordat je gaat verhuren, voor aanvang.
Markthuur 1e jaar bij volledige verhuur= wat ontvang ik aan huur?
Totale investering= bedrag dat je investeert, voordat je kan gaan verhuren.
C is goed. Bij BAR gaat het om de verhouding: markthuur/ investering. Een luxe
gebouw kost meer huur, maar ook een grotere investering.
, 200 X 15000/ 30000000 = 0,1 ofwel 10%.
Von VS k.k.
Von= ‘vrij op naam’. = vaak bij nieuwbouwwoningen, kosten zijn voor verkoper.
K.K.= staat voor ‘kosten koper’, je krijgt er nog kosten bij. Voorbeelden van deze kosten zijn:
taxatiekosten, overdrachtbelasting en notariskosten voor eigendomsoverdracht.
Kosten koper 8% = 8% van kale prijs.(aankoopprijs)
Berekening kosten koper:
30.000. X 8= 2.400.000
+900.000
3.300.000
Berekening totale investering:
3.300.000 + 30.000.000= 33.300.000
Berekening markthuur(huuropbrengst)
200 x 15.000 = 3.000.000
Berekening markthuur(huuropbrengst)
200 x 15.000 = 3.000.000
33.300.000 = 0.09 X 100 = 9%.
De NAR is altijd lager dan BAR.
Eigenaarslasten
- Onroerende zakenbelasting (= % van de waarde van het pand, OZB)
- Rioolheffing, zuiveringsheffing / waterschapsbelasting
- Instandhoudingsonderhoud
- Opstalverzekeringen
, - Administratief- en commercieel beheer
Markt-conforme koopprijs voor huurpand
BAR= ‘huur’ / investering (markt-conform)
BAR kunnen we gebruiken voor de waardebepaling van een pand. Bij hoog
rendement= veel vraag.(hoe hoger rendement hoe aantrekkelijker het voor kopers is)
10% = 200 X 15.000 = 3.000.000
?
3.000.,10 = 30.000.000
Te investeren bedrag: 30.000.000
Achterstallig onderhoud: 3.000.000 -
Koopprijs(108%) 27.000.000 (108% je wil kale opleverprijs weten= 100%)
Kosten koper 8% 2.000.000 - (+8%)
Koopprijs K.K. 100% 25.000.000 (= kale bedrag)
Aan de koper kan 25.000.000 doorbelast worden = kale prijs.(marktconform)
Totaal rendement bestaat uit:
- Direct rendement.(huurontvangsten t.o.v. de waarde van het pand)
- Indirect rendement(= waardeverandering pand / waarde van het vastgoed)
Een negatief totaalrendement kan ontstaan door waardevermindering van vastgoed.
De aanvangst rendementen van kantoren zijn duurder(hoger), omdat je hier meer
risico’s loopt. -> de huur is daarom hoger bij kantoren dan die van woningen.
Dekkingsgraad= huidig vermogen gedeeld door de contante waarde van de toekomstige
verplichtingen.
Waardevernietiging of waardecreatie= wat is het bedrijf waard??
Opportuniteitskosten= misgelopen inkomsten bij het beste alternatief met gelijk risico.
TW(totale waarde in tijd, vaak bij interest berekeningen) = CW* (1+R)’N
CW(contante waarde)= TW / (1+R)’N
R= rente.