1. AKOESTIEK
Geluid dat klinkt in een ruimte, geluidsleer
SOUND DESIGN: Creatief zijn met audio (effecten).
Films met veel sound design:
- Amelie Pouline
- Delicatessen
- The matrix
- Blair witch project
Ted talk: Architecten denken vaak niet na over de akoestiek in ruimtes. Creëren met hun ogen en
niet met hun oren. Tegenwoordig wel functies die zich daar mee bezig houden.
IMMERSIVE AUDIO: Audio indelen in lagen en afspelen door verschillende boxen.
1.1. Wat is geluid?
1.1.1. Subjectief
“Geluid is alles wat we met het menselijke gehoororgaan kunnen waarnemen.”
LAWAAI: Teveel of onprettig geluid. → Grens moeilijk te bepalen. Persoonlijk.
1.1.2. Objectief
“Geluid is de trillende toestandsverandering (= Wisselende drukverandering ontstaan door trillende
moleculen) van een elastisch medium op voorwaarde dat deze trillingen behoren tot het hoorbare
spectrum (20Hz – 20 000Hz).”
Om geluid te snappen kijken we naar volgende elementen:
- Fysische beschrijving van geluidsgolf (Geluidsdruk, -snelheid, frequentie, golflengte)
- Uitbereiding van geluidsgolf (Direct, diffuus, galmstraal)
1.2. Elementaire akoestische keten
Keten bestaat uit 3 elementen:
- BRON: Kan moleculen van een medium in trilling brengen.
- MEDIUM: Kan de trillingen voortplanten.
- ONTVANGER: Kan drukveranderingen ontvangen en omvormen naar een signaal.
, 1.3. Het geluidsveld
GELUIDSGOLF: Periodieke opeenvolging van lichterdichtingen en -verdunningen die zich door een
ruimte voortplanten.
Geluid bereid zich altijd bolvormig uit. Hoe dichter bij de bron, hoe boller de golf.
VLAKKE GOLF: Na enige afstand van de geluidsbron worden de golven vlakker.
GELUIDSDRUK: Wordt uitgedrukt in P. Drukwisseling die voorkomt door de
geluidsgolf. Hoe verder je van de bron staat hoe lager de geluidsdruk. Wij werken
met dB.
- Stil: 2x10-5 (Waarneembaar bij 1000Hz)
- Luid (Pijngrens): 1,5x102
GELUIDSINTENSITEIT: Luidheid van een geluid. Bij verdubbeling van afstand tot bron -6Db.
1.4. Indeling van geluidsgolven
1.5. Periodische trillingen
GELUIDSSNELHEID: Voortplantingssnelheid van de geluidsgolf. (Tussen 332m/s en 345m/s.)
TRILLINGSSNELHEID: Bewegingssnelheid van moleculen om hun rustpositie. Neemt toe bij intens
geluid.
FERQUENTIE: Toonhoogte van een geluid. Aantal trillingen per seconde. Ligt tussen 20Hz-20 000 Hz.
AMPLITUDE: Volume van een signaal. Afstand van x-as. Hoe hoog zijn de bergjes.
PERIODEDUUR: Tijd tussen 2 gelijke druktoestanden. (T)
GOLFLENGTE: Afstand tussen 2 drukmaxima van een geluidsgolf. Uitgedrukt in meters.
4 soorten golven: 4 basiseigenschappen:
- Sinus - Periode (T)
- Zaagtand - Frequentie (ƒ)
- Blok - Golflengte (λ)
- Driehoek - Amplitude (A)
Feiten:
- Basgolven hebben veel ruimte nodig om zich te verplaatsen. In kleine home studio’s teveel bas,
want kleine ruimte.
- Bij verdubbeling Frequentie (ƒ) wordt de golflengte gehalveerd.
- Hoge frequentie (ƒ) = korte golflengte. 20Hz = 17m, 20kHz = 1,7cm.