Samenvatting Inleiding in de rechtswetenschap [9789082278736]

Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleiding..................................................................................................................................... 2

Hoofdstuk 3 Ondernemingsrecht................................................................................................................... 3

Hoofdstuk 4 Vermogensrecht: goederenrecht................................................................................................5

Hoofdstuk 5 Vermogensrecht: verbintenissenrecht........................................................................................7

Hoofdstuk 6 Burgerlijk procesrecht................................................................................................................ 9

Hoofdstuk 7 Staatsrecht............................................................................................................................... 12

Hoofdstuk 8 Bestuursrecht en bestuursprocesrecht......................................................................................15

,Hoofdstuk 1 Inleiding
Het recht = een oordeel dat gebaseerd is op vooraf afgesproken regels.

Het recht is te vinden in rechtsbronnen. Rechtsbronnen zijn:
 Wetten (regelgeving)
 Verdragen
 Jurisprudentie
 Gewoonten

Wetten:
Worden gemaakt door de overheid: de centrale overheid of de decentrale overheid.

Regelgeving bestaat uit nationale regels, Europese regels en verdragen.

Voorrangsregels regelgeving:
 De hogere regel gaat voor de lagere regel
 De bijzondere regel gaat voor de algemene regel
 De jongste regel gaat voor de oudere regel

Wetten in formele zin zijn gemaakt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk.
Wetten in materiële zin zijn gemaakt door andere wetgevers.

Jurisprudentie:
Is afgeleid van het Latijnse woord luris Prudentia, en betekend rechtspraak. Rechters
beslissen hoe termen als ‘redelijk’ en ‘zorgvuldig’ moeten worden geïnterpreteerd.

Onderscheidingen binnen het recht:
 Formeel en materieel recht: in het materiële recht gaat het om wat wel en niet is
toegestaan, het gaat om de inhoud. Het formele recht beschrijft de procedure, dus hoe
iemand zijn recht kan halen.
 Dwingend en aanvullend recht: aan dwingend recht moet men zich houden, en kan er
niet van afwijken. Van aanvullend recht mag men wel afwijken, als het maar niet in strijd
is met de wet.
 Objectief en subjectief recht: objectief recht geldt voor iedereen, subjectief recht maar
voor één persoon.
 Privaat- en publiekrecht: privaatrecht zijn rechtsregels tussen particulieren. Publiekrecht
geeft regels voor de verhouding tussen burger en overheid(sinstanties).

, Hoofdstuk 3 Ondernemingsrecht
Het recht onderscheidt drie ondernemingsvormen:
1. Eenmanszaak
2. Personenvennootschap
3. Rechtspersoon

Personenvennootschappen:

MAATSCHAP VOF CV
AANSPRAKELIJKHEI Maten voor gelijke Vennoten hoofdelijk Vennoten hoofdelijk
D delen aansprakelijk aansprakelijk
SCHEIDING Nee Ja Ja
VERMOGEN
OPRICHTINGSEISEN Nee Inschrijving in Inschrijving in
handelsregister handelsregister

Kenmerken van de maatschap:
 Overeenkomst tussen twee of meer personen, die zich verbinden om iets in een
gemeenschap te brengen met als doel het daaruit ontstane voordeel met elkaar te
delen.
 Iedere maat krijgt een deel van de winst evenredig aan de vermogensinbreng in de
maatschap.
 Beheersdaden vallen binnen het maatschapsdoel. Beschikkingsdaden vallen niet binnen
het maatschapsdoel.
 Voor beheersdaden zijn de maten in gelijke delen aansprakelijk, voor
beschikkingsdaden alleen de desbetreffende maat. Er bestaan enkele
uitzonderingen.
 Schuldeisers mogen vordering halen op het (privé)vermogen van de maten.

Kenmerken van de vennootschap onder firma:
 Vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de hele vordering.
 De vennoten kunnen afwijken van de hoofdelijke aansprakelijkheid, dit moet wel
worden opgenomen in het VOF-contract en het handelsregister.
 Hoewel de Vof een eigen (afgescheiden) vermogen heeft, blijven de vennoten met hun
hele (privé)vermogen aansprakelijk voor schulden.

Kenmerken van de commanditaire vennootschap:
 Beherende vennoten vs stille vennoten.
 Wanneer een stille vennoot een beheersdaad verricht, wordt hij automatisch
aansprakelijk voor de schulden.

Kenmerken van de BV en de NV:
 Zijn zakelijk aansprakelijk
 Hebben een afgescheiden vermogen
 Hebben oprichtingseisen