Afkortingen:
ABBB:
- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
ANBI:
- Algemeen nut beogende instelling
Anw:
- Algemene nabestaandenwet
AOW:
- Algemene ouderdomswet
AVAS:
- Afwezigheid van alle schuld
Awb:
- Algemene Wet Bestuursrecht
AWBZ:
- Algemene wet bijzondere ziektekosten
AWR:
- Algemene wet inzake rijksbelastingen
BBBB:
- Besluit bestuurlijke boeten belastingdienst
BPM:
- Belasting van personenauto’s en motorrijwielen
BTW:
- Belasting over de toegevoegde waarde
BV:
- Besloten vennootschap
BW:
- Burgerlijk wetboek
CBS:
- Centraal bureau voor de statistiek
DGA:
- Directeur grootaandeelhouder
,EHRM:
- Europees hof voor de rechten van de mens
EVRM:
- Europees verdrag tot de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
FIOD:
- Fiscale inlichten- en opsporingsdienst
Gemw:
- Gemeentewet
GW:
- Grondwet
IB:
- Inkomstenbelasting
K.K.:
- Kosten koper
LB:
- Loonbelasting
NV:
- Naamloze vennootschap
OWM:
- Onderlinge waarborgmaatschappij
OZB:
- Onroerendezaakbelasting
PH VV:
- Premieheffing Volksverzekeringen
Provw:
- Provinciewet
SW1956:
- Successiewet 1956
Vbp:
- Vennootschapsbelasting
WBR:
- Wet op de belastingen van rechtsverkeer
Wet OB 1968:
- Wet op de omzetbelasting 1968
, WOZ:
- Wet waardering onroerende zaken
WW:
- Werkloosheidwet
WWB:
- Wet werk en bijstand
Samenvatting:
Hoofdstuk 1
Aangiftebelasting:
Belasting die door de belastingplichtige zelf wordt berekend en betaald.
Aanslagbelasting:
Belasting die wordt opgelegd door middel van een aanslag door de belastingdienst.
Belastingen:
Gedwongen betalingen aan de overheid, op grond van publiekrechtelijke regelingen, waar geen
rechtstreekse tegenprestatie van de overheid tegenover staat en die geen bestraffend karakter
hebben.
Belastingmoraal:
De feitelijke bereidheid van burgers om datgene wat ze aan belasting verschuldigd zijn ook
daadwerkelijk te (willen) betalen.
Conjunctuurgevoelig:
(afhankelijk van de economische situatie op dat moment)
Inkomsten die kunnen veranderen door bijv. een economische crisis.
Censuskiesrecht:
Kiesrecht waarbij men alleen mocht stemmen als men belasting betaalde.
Census:
Belasting
Natuurlijke personen:
Dit zijn mensen van vlees en bloed.
Met omzetbelasting wordt door de overheid het meeste geld geïnd.
Progressief tarief:
De belastingplichtige moet een hoger percentage aan belasting betalen als het bedrag waarover de
belasting geheven wordt hoger is.
Proportioneel tarief: