DGK- jaar 2
Door M vd M
1
,Door MvdM
Kop, mond & gebit
Schedel
Schedelbeenderen:
1. Parietalis
2. Frontalis
3. Maxilla
4. Temporalis
5. Occipitalis
6. OIncicivus
7. Zygomaticus
8. Nasalis
9. Condylus occipitalis
Extra op schedel
A. Crista sigittalis externa
- Kam mediaal over de parietalis
- Functie: aanhechting van M. temporalis
B. Crista nuchae
- Beenkammen die de scheiding vormt tussen de nekvlakte
en het schedeldak
C. Orbita
- Oogkassen
D. Foramen stylomastoideum
- Opening lateraal van foramen magnum, naast de condyli
occipitalis
- Doorgang van n. facialis
E. Foramen magnum
- Opening caudaal in occipitalis
- Opening voor ruggenmerh
F. Foramen infraorbitalis
- Opening in os maxillare / bovenkaak
- Wanneer de N. maxillaris (V2 van Trigeminus) door het
foramen infraorbitalis gaat, heet deze vertakking de Nervus
infraorbitalis
G. Choanae
- Opening van neusholte naar nasopharynx
- Links en rechts
H. Processus retroarticularis
- Uitsteeksels van temporalis
2
,Door MvdM
Mandibularis:
11. Corpus mandibulae:
› Horizontaal deel onderkaak
21. Ramus mandibulae
› Verticaal deel onderkaak
31. Processus coronoideus
› Bovenste uitsteeksel onderkaak
41. Processus paracondylaris
› Middelste uitsteeksel mandibulairs
51 Processus angularis
› Onderste uitsteeksel onderkaak, alleen bij carnivoren
X. Foramen mandibulare
› Opening aan de mediale zijde van het ramus mandibulae
› Wanneer de N. Trigeminus hierdoorheen gaat, heet de vertakking de N. mandibularis
M. Foramen mentalis
› Opening aan de laterale zijde van het ramus mandibulae
› Wanneer de N. maxillaris hierdoorheen gaat, heet de vertakking de N. mentali
Gebit
Het gebit is opgebouwd uit vier verschillende gebitselementen:
o Dentes incisivi = snijtanden
o Dentes canini = hoektanden
o Dentes premolares = Valse kiezen
o Dentes molares = ware kiezen, alleen bij volwassen gebit
Naamgeving tanden en kiezen
▪ Hypsodont Tanden met grote kronen, korte wortel en langdurige groei,
lange kanalen
- paard / rund
▪ Brachydont Tanden met kleine kronen, lange wortel en korte groeitijd,
korte kanalen
- kat / hond / mens
▪ Secodont Knipkiezen / scheurkiezen, volledig bedekt met
enamel
- hond / kat
▪ Selenodont Halvemaanvormige richels op de premolaren
en molaren
- Herkauwers
▪ Lophodont Grillige richels op kiezen
- Paard, konijn
▪ Bunodont Knobbelkiezen: vierkante kies met lage ronde
punten op kauwvlak
- Varkens, mens, beren = alleseter
▪ Elodont Voortdurende groei
- Snijtanden konijn
▪ Anelodont Geen voortdurende groei
3
, Door MvdM
➢ Tussen de twee delen van het kaakgewricht ligt de discus articularis. Dit is een
kraakbeenschijfje dat het kaakgewricht beschermd. Vooral bij malers is deze discus
prominent aanwezig.
➢ Soms bevindt zich ruimte tussen tanden. Dit heet een diastema. Dit kan fysiologisch of
pathologisch zijn.
Gebitsformules
Om het aantal tanden en de soort tanden te omschrijven, wordt er gebruik gemaakt van
gebitsformules. Een van die manier is door per kaakhelft het aantal tanden te noemen in
de volgorde: ICPM. Om de hele kaak te tellen, moet je het aantal tanden x4 doen.
Hond: 3-1-4-2 Kat: 3-1-3-1
3-1-4-3 3-1-2-1
Rund 0-0-3-3 Varken: 3-1-4-3
3-1-3-3 3-1-4-3
Paard: 3-1-3/4-3 → P1 wolfskies soms bij merries
3-1-3 -3
Mondholte, oren en ogen
Terminologie algemeen
Neus
Nares = Neusopeningen
Philtrum = Verticale groeve bovenlip
Neusspiegel = Onbehaard neusdeel
Oor
Auricula/ Pinna = Oorschelp
Meatus acusticus = Uitwendige gehoorgang
externa
Oog
palpebra = ooglid
Plica semilunaris = 3e ooglid = membrana nicitans ; een halvemaanvormige slijmvlies-/kraakbeenplooi in
conjunctivae de mediale ooghoek
Mond:
Labia = Lippen
Vestibulum oris = Gedeelte van mondholte
- Buccaal - Tussen wang en tanden
- Labiaal - Tussen lippen en tanden
Cavum oris proprium = Gedeelte van mondholte met de tong
Frenulum linguae = Tongriempje
Gehemelte:
Papilla incisiva = Bultje bij boventanden
Palatum durum = Harde gehemelte
Rugae palatina = Richels op hard gehemelte
4