Samenvatting Scheikunde HO8
Onderzoek doen
8.1 Veilig onderzoek
Voordat je een onderzoek gaat doen, moet je de risico’s van de stoffen en apparaten op een
rijtje zetten. In elk laboratoriumlokaal hangt een poster en ligt een handboek waarin je
informatie kunt vinden over de stoffen die je gaat gebruiken. Voordat je aan een proef
begint, moet je altijd overleggen met je docent.
Medewerkers van een professioneel laboratorium stellen een risico-inventarisatie op. Ze
kijken naar de risico’s van de te gebruiken stoffen, hun eigen veiligheid bij het onderzoek en
de milieugevolgen van het chemisch afval.
Deze zogeheten risico-inventarisatie& - evaluatie (RIE) is verplicht bij bedrijfsmatig
uitgevoerd onderzoek.
Informatie over het risico van stoffen vind je op het etiket in de vorm van gevaarsymbolen
en H- en P-zinnen.
Brand bevorderend
Brandgevaarlijk
Explosief
Giftig
, Houder onder druk
Corrosief / bijtend
Lange termijnsgezondheidsschade
Milieuschadelijk
Deze symbolen worden ook wel de GHS-symbolen genoemd.
Op alle verpakkingen van gevaarlijke stoffen moeten H- en P-zinnen aangegeven worden. De
nummers van de H-zinnen geven aan welk soort gevaar je loopt als je met een bepaalde stof
werkt. De voorzorgsmaatregelen die je moet nemen om veilig met deze stof te kunnen
werken, staan in de P-zinnen. Soms wordt het nog aangegeven met R- en S-zinnen. R geeft
het gevaar aan en S de voorzorgmaatregelen.
Bij een onderzoek moet je de richtlijnen voor veilig werken opvolgen.
De gevaarsymbolen en H-zinnen geven het risico van een stof aan. De P-zinnen geven aan met welke
veiligheidsmaatregelen gewerkt moet worden.
Kwalitatief onderzoek: je wilt weten welke stof aanwezig is in een product. Je kijkt hierbij
naar een typische kleurverandering of het ontstaan van gas.
Kwantitatief onderzoek: je wilt weten hoeveel van een bepaalde stof in het monster
aanwezig is. Je bepaald altijd eerst of die stof aanwezig is (kwalitatief onderzoek). Daarna
kan je bepalen hoeveel van die stof aanwezig is.
Bij kwalitatief onderzoek ga je na welke stof aanwezig is.
Bij kwantitatief onderzoek ga je na hoeveel van een stof aanwezig is.
Onderzoek doen
8.1 Veilig onderzoek
Voordat je een onderzoek gaat doen, moet je de risico’s van de stoffen en apparaten op een
rijtje zetten. In elk laboratoriumlokaal hangt een poster en ligt een handboek waarin je
informatie kunt vinden over de stoffen die je gaat gebruiken. Voordat je aan een proef
begint, moet je altijd overleggen met je docent.
Medewerkers van een professioneel laboratorium stellen een risico-inventarisatie op. Ze
kijken naar de risico’s van de te gebruiken stoffen, hun eigen veiligheid bij het onderzoek en
de milieugevolgen van het chemisch afval.
Deze zogeheten risico-inventarisatie& - evaluatie (RIE) is verplicht bij bedrijfsmatig
uitgevoerd onderzoek.
Informatie over het risico van stoffen vind je op het etiket in de vorm van gevaarsymbolen
en H- en P-zinnen.
Brand bevorderend
Brandgevaarlijk
Explosief
Giftig
, Houder onder druk
Corrosief / bijtend
Lange termijnsgezondheidsschade
Milieuschadelijk
Deze symbolen worden ook wel de GHS-symbolen genoemd.
Op alle verpakkingen van gevaarlijke stoffen moeten H- en P-zinnen aangegeven worden. De
nummers van de H-zinnen geven aan welk soort gevaar je loopt als je met een bepaalde stof
werkt. De voorzorgsmaatregelen die je moet nemen om veilig met deze stof te kunnen
werken, staan in de P-zinnen. Soms wordt het nog aangegeven met R- en S-zinnen. R geeft
het gevaar aan en S de voorzorgmaatregelen.
Bij een onderzoek moet je de richtlijnen voor veilig werken opvolgen.
De gevaarsymbolen en H-zinnen geven het risico van een stof aan. De P-zinnen geven aan met welke
veiligheidsmaatregelen gewerkt moet worden.
Kwalitatief onderzoek: je wilt weten welke stof aanwezig is in een product. Je kijkt hierbij
naar een typische kleurverandering of het ontstaan van gas.
Kwantitatief onderzoek: je wilt weten hoeveel van een bepaalde stof in het monster
aanwezig is. Je bepaald altijd eerst of die stof aanwezig is (kwalitatief onderzoek). Daarna
kan je bepalen hoeveel van die stof aanwezig is.
Bij kwalitatief onderzoek ga je na welke stof aanwezig is.
Bij kwantitatief onderzoek ga je na hoeveel van een stof aanwezig is.