HOOFDSTUK 2 OPBRENGSTEN EN KOSTEN,
INKOMSTEN EN UITGAVEN
2.1 DE ONDERNEMING
Bedrijven zijn organisaties die zich hebben toegelegd op de productie van een bepaald goed of een dienst.
Dit doen ze door het inzetten van productiefactoren:
Kapitaalgoederen
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Onder productie versta je het combineren van productiefactoren in een bedrijf met als doel een product of
dienst voort te brengen.
(energiebedrijf-energie, waterleidingbedrijf-water)
Bedrijven en mensen gaan zich steeds meer toeleggen op een bepaald deel van de productie. Dit noem je
specialisatie. Daardoor neemt de productie per arbeider per uur enorm toe. (arbeidsproductiviteit)
Door specialisatie kan je een bepaald aantal producten maken met zo weinig mogelijk inzet van
productiefactoren, dit heet economisch handelen.
Een bedrijf dat streeft naar winst is een onderneming.
2.2 OPBRENGSTEN EN KOSTEN
Het doel van een onderneming is zo veel mogelijk winst te behalen om te kunnen blijven bestaan.
Er is sprake van winst als de opbrengst groter is dan de kosten.
Winst = omzet – kosten
Omzet noemen we ook wel de opbrengst van de verkopen.
Opbrengsten vergroten het eigen vermogen en kosten verkleinen het eigen vermogen.
Samen zorgen ze voor veranderingen van het eigen vermogen.
Opbrengsten van de verkopen = afzet x verkoopprijs
Als je de enige aanbieder van een product bent kan je zelf de prijs bepalen (monopolie).
Als je niet de enige aanbieder bent kan dit ook maar vaak volgen de ondernemingen dan de prijzen van de
grootste onderneming op dezelfde markt. (bijv. Shell)
Er zijn ook markten waar geen enkele aanbieder zo sterk is dat ze de prijs kunnen vaststellen. De
(wereld)marktprijs staat dan voor iedere aanbieder vast. (bijv. graanmarkt, aardappelmarkt)
Een onderneming is niet zeker van de prijs of afzet en loopt dus risico aan de opbrengstenkant.
INKOMSTEN EN UITGAVEN
2.1 DE ONDERNEMING
Bedrijven zijn organisaties die zich hebben toegelegd op de productie van een bepaald goed of een dienst.
Dit doen ze door het inzetten van productiefactoren:
Kapitaalgoederen
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Onder productie versta je het combineren van productiefactoren in een bedrijf met als doel een product of
dienst voort te brengen.
(energiebedrijf-energie, waterleidingbedrijf-water)
Bedrijven en mensen gaan zich steeds meer toeleggen op een bepaald deel van de productie. Dit noem je
specialisatie. Daardoor neemt de productie per arbeider per uur enorm toe. (arbeidsproductiviteit)
Door specialisatie kan je een bepaald aantal producten maken met zo weinig mogelijk inzet van
productiefactoren, dit heet economisch handelen.
Een bedrijf dat streeft naar winst is een onderneming.
2.2 OPBRENGSTEN EN KOSTEN
Het doel van een onderneming is zo veel mogelijk winst te behalen om te kunnen blijven bestaan.
Er is sprake van winst als de opbrengst groter is dan de kosten.
Winst = omzet – kosten
Omzet noemen we ook wel de opbrengst van de verkopen.
Opbrengsten vergroten het eigen vermogen en kosten verkleinen het eigen vermogen.
Samen zorgen ze voor veranderingen van het eigen vermogen.
Opbrengsten van de verkopen = afzet x verkoopprijs
Als je de enige aanbieder van een product bent kan je zelf de prijs bepalen (monopolie).
Als je niet de enige aanbieder bent kan dit ook maar vaak volgen de ondernemingen dan de prijzen van de
grootste onderneming op dezelfde markt. (bijv. Shell)
Er zijn ook markten waar geen enkele aanbieder zo sterk is dat ze de prijs kunnen vaststellen. De
(wereld)marktprijs staat dan voor iedere aanbieder vast. (bijv. graanmarkt, aardappelmarkt)
Een onderneming is niet zeker van de prijs of afzet en loopt dus risico aan de opbrengstenkant.