gs 5.1
tegen verspilling.
Jethro Tull (1674-1741) was de zoon van een edelman uit Bershire. Hij maakte een rondreis door
Europa, waar hij kennis maakte met veel nieuwe ideeen en opvattingen. Toen hij terug kwam in
Engeland ging hij werken op het landgoed van zijn ouders. Hij stoorde zich aan de verspilling, bij het
zaaien ging veel zaad verloren doordat het op de verkeerde plekken kwam. Hij bedacht en bouwde
een zaaimachine. die maakte in parallelle rijen op gelijke aftand van elkaar gaatjes in de grond voor
een zaadje, en vulde die gaatjes ook weer. Het waren verbluffende resultaten. Met de zelfde
hoeveelheid zaden werd de oogst nu 8 keer zo groot.
Enclosures
ook voor andere werkzaamheden op de akkers werden machines uitgevonden, alleen waren die vaak
erg duur. En leverde ze alleen op grootte akkers voordeel op. Engeland had veel kleine akkers, open
fields, elke boer had hier een klein stukje van. En mocht er mee doen wat die wilde. In de 18 e eeuw
nam het Engelse parlement wetten aan om de common fields te verkopen, die werden vooral
verkocht door de landadel. Om aan iedereen duidelijk waren, dat dit niet meer een
gemeenschappelijk landgoed was, werden er muurtjes, hekken of een heg omheen gezet. Dat was
een Enclosure. De wetten die dit mogelijk maakte heten de Enclosure wetten. Tussen 1700 en 1850
werden er ruim 3 miljoen hectare omheind.
Agrarische revolutie
hierdoor door was er een grootschaliger en daarom efficientere landbouw mogelijk. De agrarische
landbouw groeide zo sterkt dat we tussen 1700 en 1750 van de agrarische revolutie spreken.
Waardoor steeg de productie van de agrarische landbouw? Ten eerste kwam er meer
landbouwgrond beschikbaar, de common fields werden Enclosures. Ten tweede zagen veel
agrarische ondernemers het als een uitdaging, om te proberen met nieuwe gewassen en
fokmethodes, verbeteren van onkruidbestrijding. Veel van deze dingen werden verbeterd door
beterewerktuigen voorbeeld de zaadmachine van Jethro Tull. Hierdoor maakte de Engelse boeren
meer gebruik van steeds ingewikkelder vruchtwisselstelsels. Eerst was graan het belangrijkste gewas,
nu werd dit afgewisseld met voerdergewassen, zoals knollen en klaver. Deze producten herstelden
de vruchtbaarheid van de grond en dat er mee vee van gevoed kon worden. Meer vee is meer mest,
waardoor de akkerbouw productie kon stijgen. In de 19 e eeuw groeide de productie extra door een
grote toename van kunstmest en mechanisering: het gebruik van machines bij de bewerking van het
land of bij de productie van goederen. Beter kwaliteit voedsel bereikte steeds meer de stedelijke
bevolking, door beter aanleg van het wegennet en spoorwegen. Boeren gingen zich specialiseren in
producten die in de steden goed verkocht konden worden.
Demografische revolutie
door de agrarische revolutie hadden steeds meer mensen te eten. In Engeland kwamen er tussen
1750 en 1850 3x zoveel mensen bij doordat, het voedsel betere kwaliteit was nam de kindersterfte af
en waren minder mensen ziek of verzwakt van infectieziekten. Ook door beter drinkwater, riolering,
hygiene en medische zorg stierven er minder mensen dan eerst.
5.2 Komst van de fabriek
Huisnijverheid
de grootste deel van de bevolking werkte als boer, rond de 17 e eeuw gingen veel boeren zich
bezighouden met nijverheid. Dit gebeurde niet in een werkplaats in de stad maar in een gedeelte van
je eigen boerderij. Daarom wordt het huisnijverheid genoemd.
tegen verspilling.
Jethro Tull (1674-1741) was de zoon van een edelman uit Bershire. Hij maakte een rondreis door
Europa, waar hij kennis maakte met veel nieuwe ideeen en opvattingen. Toen hij terug kwam in
Engeland ging hij werken op het landgoed van zijn ouders. Hij stoorde zich aan de verspilling, bij het
zaaien ging veel zaad verloren doordat het op de verkeerde plekken kwam. Hij bedacht en bouwde
een zaaimachine. die maakte in parallelle rijen op gelijke aftand van elkaar gaatjes in de grond voor
een zaadje, en vulde die gaatjes ook weer. Het waren verbluffende resultaten. Met de zelfde
hoeveelheid zaden werd de oogst nu 8 keer zo groot.
Enclosures
ook voor andere werkzaamheden op de akkers werden machines uitgevonden, alleen waren die vaak
erg duur. En leverde ze alleen op grootte akkers voordeel op. Engeland had veel kleine akkers, open
fields, elke boer had hier een klein stukje van. En mocht er mee doen wat die wilde. In de 18 e eeuw
nam het Engelse parlement wetten aan om de common fields te verkopen, die werden vooral
verkocht door de landadel. Om aan iedereen duidelijk waren, dat dit niet meer een
gemeenschappelijk landgoed was, werden er muurtjes, hekken of een heg omheen gezet. Dat was
een Enclosure. De wetten die dit mogelijk maakte heten de Enclosure wetten. Tussen 1700 en 1850
werden er ruim 3 miljoen hectare omheind.
Agrarische revolutie
hierdoor door was er een grootschaliger en daarom efficientere landbouw mogelijk. De agrarische
landbouw groeide zo sterkt dat we tussen 1700 en 1750 van de agrarische revolutie spreken.
Waardoor steeg de productie van de agrarische landbouw? Ten eerste kwam er meer
landbouwgrond beschikbaar, de common fields werden Enclosures. Ten tweede zagen veel
agrarische ondernemers het als een uitdaging, om te proberen met nieuwe gewassen en
fokmethodes, verbeteren van onkruidbestrijding. Veel van deze dingen werden verbeterd door
beterewerktuigen voorbeeld de zaadmachine van Jethro Tull. Hierdoor maakte de Engelse boeren
meer gebruik van steeds ingewikkelder vruchtwisselstelsels. Eerst was graan het belangrijkste gewas,
nu werd dit afgewisseld met voerdergewassen, zoals knollen en klaver. Deze producten herstelden
de vruchtbaarheid van de grond en dat er mee vee van gevoed kon worden. Meer vee is meer mest,
waardoor de akkerbouw productie kon stijgen. In de 19 e eeuw groeide de productie extra door een
grote toename van kunstmest en mechanisering: het gebruik van machines bij de bewerking van het
land of bij de productie van goederen. Beter kwaliteit voedsel bereikte steeds meer de stedelijke
bevolking, door beter aanleg van het wegennet en spoorwegen. Boeren gingen zich specialiseren in
producten die in de steden goed verkocht konden worden.
Demografische revolutie
door de agrarische revolutie hadden steeds meer mensen te eten. In Engeland kwamen er tussen
1750 en 1850 3x zoveel mensen bij doordat, het voedsel betere kwaliteit was nam de kindersterfte af
en waren minder mensen ziek of verzwakt van infectieziekten. Ook door beter drinkwater, riolering,
hygiene en medische zorg stierven er minder mensen dan eerst.
5.2 Komst van de fabriek
Huisnijverheid
de grootste deel van de bevolking werkte als boer, rond de 17 e eeuw gingen veel boeren zich
bezighouden met nijverheid. Dit gebeurde niet in een werkplaats in de stad maar in een gedeelte van
je eigen boerderij. Daarom wordt het huisnijverheid genoemd.