Inkoop binnen organisaties begint met de keuze tussen zelf doen of inkopen. Zodra een
organisatie besluit om goederen of diensten die nodig zijn voor de bedrijfsvoering niet zelf te
maken of zelf uit te voeren, ontstaat er een inkoopvraag.
Het vraagstuk van zelf doen of inkopen noemen we de make or buy-beslissing. Dit is een
belangrijke strategische beslissing.
Inkoop ontwikkelt waarde en draagt bij aan het realiseren van de organisatiedoelstellingen.
Bedrijven moeten waarde toevoegen vanuit drie
perspectieven:
- Klantwaarde
- Maatschappelijke waarde
- Aandeelhouderswaarde
Bedrijven kunnen hier succesvol in zijn door te
werken aan:
- Marktgerichtheid
- Innovatie
- Duurzaamheid
Voor inkoop zijn deze waardeperspectieven Het Propeller Model - Waardeperspectieven
belangrijk omdat deze steeds vaker worden
gebruikt voor het formuleren van de bedrijfsdoelstellingen. De inkoopdoelstellingen worden
hiervan afgeleid. Inkoop levert een belangrijke bijdrage aan het realiseren van deze
doelstellingen, door de inkoopfunctie op een efficiënte manier te organiseren en door de
beste leveranciers te monitoren en in samenspraak steeds te verbeteren.
Om inkoop te positioneren in de waardeketen gebruiken we een model van Porter. Hij ziet
het voortbrengingsproces als het geheel van activiteiten gericht op ontwerpen, produceren,
verkopen, leveren en onderhouden van een product of dienst voor de afnemers.
Het model is gebaseerd op waardecreatie en de marge die een bedrijf met zijn activiteiten
behaalt. Waardeactiviteiten vallen fysiek en technisch in verschillende groepen onder te
verdelen. Porter onderscheidt primaire- en ondersteunende activiteiten. Primaire
activiteiten richten zich op de fysieke transformatie en distributie van eindproducten.
Ondersteunende activiteiten zijn nodig voor de voortgang van het primaire proces. Het gaat
erom dat alle activiteiten zo worden uitgevoerd dat de totale waarde groter is dan de totale
kosten. Het verschil is de marge, de beloning voor het ondernemingsrisico.
, De waardeketen van Porter
Porter onderscheidt vijf primaire activiteiten:
1. Inkomende logistiek: hieronder vallen bijv. ingangs- en kwaliteitscontrole, opslag en
voorraadbeheer
2. Productie: dit zijn alle activiteiten gericht op de fysieke transformatie van
grondstoffen, halffabricaten en componenten tot eindproducten. Naast verschillende
bewerkingsactiviteiten, vallen hieronder ook assemblage, verpakken, testen,
kwaliteitscontrole enzovoort.
3. Uitgaande logistiek: dit zijn de activiteiten die ervoor zorgen dat het eindproduct bij
de klanten komt, zoals opslag, overslag, verzendklaar maken en de orderverwerking
4. Marketing en Verkoop: marktonderzoek, promotieactiviteiten on- en offline,
prijsbeleid, het managen van offertes, acquisitie van nieuwe klanten
5. Service: alle activiteiten na de verkoop die zijn gericht op de klantrelatie. Deze zorgen
ervoor dat het product doet wat het moet doen.
De ondersteunende activiteiten die Porter noemt zijn:
- Inkoop en bevoorrading (procurement): het beschikbaar stellen van alle goederen en
diensten die van leveranciers worden betrokken en noodzakelijk voor het maken van
goederen of diensten en de instandhouding van de organisatie.
- Technologie en ontwikkeling: alle activiteiten die producten en
voortbrengingsprocessen van de organisatie kunnen verbeteren
- Personeelsmanagement
- Infrastructuur organisatie
De inkoopfunctie is in het waardeketenmodel van Porter een ondersteunende functie. De
inkoopfunctie moet voorzien in de behoeften van de productie- en transformatieprocessen
(primair), maar ook in de behoeften van de ondersteunende activiteiten.
Behoeften primaire proces:
- Grondstoffen
- Componenten
- Vervangingsonderdelen
- Promotiecampagnes
- Transportcapaciteit
Behoeften ondersteunende processen:
- IT hard- en software
- Catering
- Schoonmaak