Voorbeeldvraag 1. Instituties - Cultuur
Burns et al. (2020) bespreken zowel culturele als institutionele
raamwerken. In hoofdstuk 6 beschrijft het boek de drie "institutional
pillars" van Scott als volgt:
“The first regulatory pillar reflects the coercive power of
governments and largely corresponds to formal institutions. The
normative pillar refers to how the norms, values, beliefs and actions
of other relevant players influence the behaviour of focal individuals
and firms. The cognitive pillar refers to the internalized, taken-for-
granted assumptions of how the world works that (usually
unconsciously) guide individual and firm behaviour.” (Burns et al.,
2020: p. 187).
Hoofdstuk 4 suggereert dat institutionele raamwerken en cultuur
verschillende perspectieven zijn, die verschillende factoren
benadrukken bij het analyseren van nationale verschillen. Toch
beschrijft hoofdstuk 4 een vaak gebruikt lagen-model van het begrip
"cultuur" genaamd het “onion model” ofwel “ui-model” (p. 126), dat
inhoudelijk een aantal opvallende gelijkenissen vertoont met Scott's
"institutionele pijlers".
Maak paarsgewijs vergelijkingen tussen elk van de drie pijlers van
Scott, in de bovenstaande volgorde, en elk van de lagen van het ui-
model van de cultuur (dat wil zeggen, maak drie vergelijkingen,
zodat elke pijler en elke laag slechts eenmaal wordt besproken).
Identificeer en bespreek per vergelijking een fundamentele
overeenkomst of een fundamenteel verschil. Zoals aangegeven, het
ui-model vertoont opvallende gelijkenissen met Scott’s pijlers-
model, maar de overlap is niet 100% en je moet twee vergelijkingen
maken die een fundamentele gelijkenis blootleggen en één
vergelijking maken die een fundamenteel verschil laat zien.
Antwoord:
De regulatory pillar toont weinig overeenkomst met de eerste laag
van het ui-model (Artifacts). De regulatory pillar omvat
regelgevende elementen gevormd door formele instituties welke
een directe impact hebben op gedrag en normen terwijl 'Artifacts'
alleen weerspiegelingen hiervan zijn (bijv. architectuur/taal). De
normative pillar is overeenkomstig met de 2e en diepere laag van
het ui-model (espoused values) omdat beide onderdelen naar
normen en waarden verwijzen. De cognitive pillar is overeenkomstig
met de diepste laag van het ui-model omdat ze allebei verwijzen
naar de onbewuste beïnvloeding van gedrag/probleemoplossing op
basis van assumpties.
, Voorbeeldvraag 2 - Agency Theory en Denken over Bedrijven
Op pp. 42-43 van Burns et al. (2020) worden het agency problem en
de manier om ermee om te gaan (agency theory) besproken. Ook in
het video-college over Entrepreneurs, eigenaren en managers
(module 7) is dit perspectief aan de orde gekomen. Globaal
genomen is het perspectief van de agency theory vergelijkbaar met
een ander model over het managen en motiveren van medewerkers
dat besproken is in het overzicht van de geschiedenis van het
denken over bedrijven (eerste college/module 1).
Noem dit andere model en beschrijf de overeenkomsten tussen dit
model en de agency theory met betrekking tot (1) het gehanteerde
mensbeeld en (2) de gehanteerde manier om mensen in
organisaties te managen.
Belangrijke opmerking: deze vraag verwijst naar een
specifiek model dat besproken is in het college, niet naar de
algemene modellen van de systeemtheorie en de continency
benadering die ook zijn besproken in dit college.
Antwoord:
Scientific management/Taylorism. Op het gebied van het
gehanteerde mensbeeld gaan beide modellen ervan uit dat het
eigenbelang wordt gemaximaliseerd en (van nature luie) mensen
vooral gemotiveerd worden door materiële incentives. De
gehanteerde manier om mensen te managen is bij beide modellen
door middel van streng controleren en disciplineren.
Voorbeeldvraag 3 - Soorten ethische benaderingen
Beschouw de paragraaf "Local norms versus hypernorms" op p. 360
van Burns et al. (2020). Welke twee van de ethische benaderingen
die worden besproken op p. 314 van Burns et al. (2020) zijn te
herkennen in deze paragraaf? Beantwoord deze vraag door aan te
geven hoe respectievelijk lokale normen en hypernormen
overeenkomen met het kernelement van een van de ethische
benaderingen die beschreven worden op p. 314 van Burns et al.
(2020).
Antwoord:
Burns et al. (2020) bespreken zowel culturele als institutionele
raamwerken. In hoofdstuk 6 beschrijft het boek de drie "institutional
pillars" van Scott als volgt:
“The first regulatory pillar reflects the coercive power of
governments and largely corresponds to formal institutions. The
normative pillar refers to how the norms, values, beliefs and actions
of other relevant players influence the behaviour of focal individuals
and firms. The cognitive pillar refers to the internalized, taken-for-
granted assumptions of how the world works that (usually
unconsciously) guide individual and firm behaviour.” (Burns et al.,
2020: p. 187).
Hoofdstuk 4 suggereert dat institutionele raamwerken en cultuur
verschillende perspectieven zijn, die verschillende factoren
benadrukken bij het analyseren van nationale verschillen. Toch
beschrijft hoofdstuk 4 een vaak gebruikt lagen-model van het begrip
"cultuur" genaamd het “onion model” ofwel “ui-model” (p. 126), dat
inhoudelijk een aantal opvallende gelijkenissen vertoont met Scott's
"institutionele pijlers".
Maak paarsgewijs vergelijkingen tussen elk van de drie pijlers van
Scott, in de bovenstaande volgorde, en elk van de lagen van het ui-
model van de cultuur (dat wil zeggen, maak drie vergelijkingen,
zodat elke pijler en elke laag slechts eenmaal wordt besproken).
Identificeer en bespreek per vergelijking een fundamentele
overeenkomst of een fundamenteel verschil. Zoals aangegeven, het
ui-model vertoont opvallende gelijkenissen met Scott’s pijlers-
model, maar de overlap is niet 100% en je moet twee vergelijkingen
maken die een fundamentele gelijkenis blootleggen en één
vergelijking maken die een fundamenteel verschil laat zien.
Antwoord:
De regulatory pillar toont weinig overeenkomst met de eerste laag
van het ui-model (Artifacts). De regulatory pillar omvat
regelgevende elementen gevormd door formele instituties welke
een directe impact hebben op gedrag en normen terwijl 'Artifacts'
alleen weerspiegelingen hiervan zijn (bijv. architectuur/taal). De
normative pillar is overeenkomstig met de 2e en diepere laag van
het ui-model (espoused values) omdat beide onderdelen naar
normen en waarden verwijzen. De cognitive pillar is overeenkomstig
met de diepste laag van het ui-model omdat ze allebei verwijzen
naar de onbewuste beïnvloeding van gedrag/probleemoplossing op
basis van assumpties.
, Voorbeeldvraag 2 - Agency Theory en Denken over Bedrijven
Op pp. 42-43 van Burns et al. (2020) worden het agency problem en
de manier om ermee om te gaan (agency theory) besproken. Ook in
het video-college over Entrepreneurs, eigenaren en managers
(module 7) is dit perspectief aan de orde gekomen. Globaal
genomen is het perspectief van de agency theory vergelijkbaar met
een ander model over het managen en motiveren van medewerkers
dat besproken is in het overzicht van de geschiedenis van het
denken over bedrijven (eerste college/module 1).
Noem dit andere model en beschrijf de overeenkomsten tussen dit
model en de agency theory met betrekking tot (1) het gehanteerde
mensbeeld en (2) de gehanteerde manier om mensen in
organisaties te managen.
Belangrijke opmerking: deze vraag verwijst naar een
specifiek model dat besproken is in het college, niet naar de
algemene modellen van de systeemtheorie en de continency
benadering die ook zijn besproken in dit college.
Antwoord:
Scientific management/Taylorism. Op het gebied van het
gehanteerde mensbeeld gaan beide modellen ervan uit dat het
eigenbelang wordt gemaximaliseerd en (van nature luie) mensen
vooral gemotiveerd worden door materiële incentives. De
gehanteerde manier om mensen te managen is bij beide modellen
door middel van streng controleren en disciplineren.
Voorbeeldvraag 3 - Soorten ethische benaderingen
Beschouw de paragraaf "Local norms versus hypernorms" op p. 360
van Burns et al. (2020). Welke twee van de ethische benaderingen
die worden besproken op p. 314 van Burns et al. (2020) zijn te
herkennen in deze paragraaf? Beantwoord deze vraag door aan te
geven hoe respectievelijk lokale normen en hypernormen
overeenkomen met het kernelement van een van de ethische
benaderingen die beschreven worden op p. 314 van Burns et al.
(2020).
Antwoord:
