100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

OWE 8 - A&F samenvatting (gehaald met 7,4)

Beoordeling
-
Verkocht
2
Pagina's
54
Geüpload op
25-10-2021
Geschreven in
2021/2022

Gelmers H.J. (2017). Neurologie voor verpleegkundigen. Assen: Koninklijke Van Gorcum. • Hoofdstuk 2.3.1 Hogere cerebrale functies • Hoofdstuk 8 Letsels van het ruggenmerg • Hoofdstuk 16 Multipele sclerose en andere demyeliniserende ziekten. • Hoofdstuk 17.1: Ziekte van Parkinson • Hoofdstuk 18 Dementie en gedragsstoornissen • Hoofdstuk 21.2 Vaatziekten van het ruggenmerg • Hoofdstuk 21.3 Processen die het ruggenmerg samendrukken • Hoofdstuk 24 De anatomie: de bouw van het zenuwstelsel. • Hoofdstuk 25.2 De reflex uit: De fysiologie: de functie van het zenuwstelsel. • Hoofdstuk 25.7 Het autonome zenuwstelstel uit: De fysiologie: de functie van het zenuwstelsel Oosterhuis M (2019). Handboek Geriatrie. ’s Hertogenbosch: Malmberg. • Hoofdstuk 2: De oudere mens • Hoofdstuk 4: Kwetsbaarheid Visser, M., Deeg, D. J. H., van Asselt, D. Z. B., & van der Sande, R. (2015). Inleiding in de gerontologie en geriatrie. Bohn Stafleu van Loghum. (Beschikbaar via Teams) • Hoofdstuk 4: Aandoeningen van het bewegingsapparaat • Hoofdstuk 6: COPD Deze samenvatting bevat NIET: Grégoire, L. & Straaten-Huygen, A. van (2014). Anatomie en fysiologie van de mens. (4e druk). Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. • Hoofdstuk 9 Ademhalingsstelsel • Hoofdstuk 12 Zenuwstelsel. • Hoofdstuk 14: Motorisch stelsel Stehouwer, C.D.A. & Koopmans, R.P. (2017). Leerboek interne geneeskunde. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Hoofdstuk 23: Geriatrie Visser, M., Deeg, D. J. H., van Asselt, D. Z. B., & van der Sande, R. (2015). Inleiding in de gerontologie en geriatrie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Hoofdstuk 9: Parkinsonisme Van Spil, J. A., van Muilekom, H. A. M., & van de Walle-van de Geijn, B. F. H. (2013). Oncologie : handboek voor verpleegkundigen en andere hulpverleners. Bohn Stafleu Van Loghum. (Beschikbaar via Teams) • Hoofdstuk 22: Pulmonale oncologie

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
H 2.3.1 , h8, h16, h17.1, h18, h21.2, h21.3, h24, h25.2, h25.7
Geüpload op
25 oktober 2021
Aantal pagina's
54
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

OWE 8 Indiceren van zorg
Anatomie en fysiologie samenvattingen

Handboek geriatrie: pagina 2

Inleiding in gerontologie en geriatrie: pagina 7

Interne geneeskunde: pagina 12

Leerboek interne geneeskunde: pagina 21

Leerboek psychiatrie voor verpleegkundige: pagina 25

Neurologie voor verpleegkunde: pagina 38




Handboek geriatrie (Oosterhuis)
1

,H2 De oudere mens
Levensfase
Ook voor het 70ste levensjaar is er al sprake van veroudering 
daarom wordt er onderscheidt gemaakt tussen jonge oudere
(60-70 jr) en oudere (70+ jr).

In welke levensfase iemand zit wordt bepaald door:
 Kalenderleeftijd: leeftijd in jaren.
 Biologische leeftijd: wordt bepaald door leefstijl,
aanwezigheid van ziektes/aandoeningen, erfelijke
factoren en de mate waarin iemand een sociaal actief
leven heeft.




Ontwikkelingstaken ouderen
Ontwikkelingstaken: thema’s die karakteristiek zijn voor een bepaalde levensfase en die bepaalde
vaardigheden vragen.
Een ziekte/beperking en/of een conflict/uitdaging kan de ontwikkeling beïnvloeden  Erikson: het
individu moet in iedere levensfase een conflict oplossen, anders stagneert de ontwikkeling.

Lichamelijke veranderingen bij ouder worden
Gerontologie: wetenschap die veroudering bestudeert.
Als je ouder wordt verouderen je organen/weefsels ook  het vermogen om te herstellen neemt
ook af. Hoe beter iemand voor zijn lichaam zorgt, hoe minder snel de veranderingen door ouderdom
optreden.

Veroudering jonge oudere (60-70 jr)
Problemen worden vaak al in eerdere fasen opgebouwd maar komen nu tot uiting. Veelvoorkomend:
kortademigheid, aderverkalking, hoge bloeddruk, vergrote kans op diabetes (door verlaagd
insulinegehalte), verzwakking immuunsysteem (door vermindering productie hormonen), ze worden
kwetsbaarder voor infectieziekten en ook qua uiterlijk vinden er typische ouderdomsveranderingen
plaats.

Oudere (70+ jr)
Zichtbare uiterlijke veroudering, spieren presteren minder & worden stijver, botten worden broos,
ernstig terugval in reukvermogen (ontstaan vaak klachten over eten  is minder lekker) en
achteruitgang cognitieve vaardigheden (kun je blijven trainen door breinspelletjes).

Veroudering organen:
Hersenen
Vanaf 50 jaar nemen hersencellen af  andere zenuwcellen moeten taken overnemen van
zenuwcellen die kapot zijn gegaan  denken gaat trager. Als er teveel zenuwcellen kapot zijn gegaan
dat niet meer alle functies overgenomen kunnen worden ontstaan er cognitieve problemen of
dementie.
Zenuwcellen maken nieuwe verbindingen  daardoor zijn mensen in staat om te leren. Op oudere
leeftijd gaat het maken van nieuwe verbindingen niet zo makkelijk meer  ze zijn minder flexibel.
Bloedcirculatie


2

,Op oudere leeftijd wordt het hart stijver en het HMV neemt af  grotere kans op flauwvallen,
hartfalen en het uitvoeren van inspannende activiteiten gaat minder goed.
Bloeddrukschommelingen: bij ouderen herstelt de bloeddruk zich minder snel. Orthostatische
hypotensie: de bovendruk daalt met meer dan 20 of de onderdruk daalt met meer dan 10 binnen 1-3
minuten (als een oudere te snel gaat staan). Orthostatische hypotensie heeft duizelingen tot gevolg
wat het risico op vallen vergroot.
Bloeddruk wordt vaak hoger bij ouderen doordat de wanden van slagaders stijver worden  bloed
kan minder goed door de slagaders stromen. De bloeddruk kan links en rechts verschillen bij ouderen
 eerste keer aan beide arm meten en dan bij de arm waar de waardes het hoogst zijn meet je.

Brozer worden van botten
Osteoporose: de tussencelstof van botweefsel gaat meer uit kalkzouten dan uit lijmstof bestaan. De
botdichtheid word minder. Door het brozer worden van botten zijn ze minder soepel en breken ze
sneller.

Spieratrofie
Door spieratrofie zal een cliënt eerder vallen als hij/zij uit balans raakt.
Voorbeeld spieratrofie: als een cliënt 10 dagen op bed ligt is de spieratrofie vergelijkbaar met de
spieratrofie van het normale verouderingsproces van 10 jaar.

Dunnere huid
De huid wordt dunner, subcutaan vet neemt af en de doorbloeding vermindert  hierdoor kan
skintear onstaan (= stuk losgescheurd huid): door druk/schuifkrachten scheurt het ene stuk huid
makkelijk af van het andere  ontstaat een wond.
Risico op skintears: mensen met veel blauwe plekken op armen/benen en mensen die veel prednison
gebruikt hebben, hebben vaak een dunne huid.
Door de verminderde doorbloeding ontstaan er sneller wonden en genezen ze ook minder goed.

Verminderde functie zintuigen
Veroudering van het oog:
 Oudziendheid: oog kan zich niet meer goed aanpassen om vanaf dichtbij/ver af te kijken 
kan verholpen worden met een bril.
 Overgang van licht naar donker wordt moeilijker omdat pupil stijver wordt.
 Slechtziendheid door glaucoom, cataract en maculadegeneratie. Door slechtziendheid
hebben ouderen een groter risico op vallen en ADL-afhankelijkheid.
Veroudering gehoor:
 Ouderdomsslechthorendheid: afnemen van gehoor als gevolg van verminderde functies van
het trommelvlies, slakkenhuis en de gehoorbeentjes. Door slechthorendheid neemt de kans
op een delier toe.

Reuk- & smaakvermogen
Het smaakvermogen neemt af door een afname in het reukvermogen (en soms ook doordat het
smaakvermogen zelf afneemt). Afname ontstaat doordat er minder overdracht van signalen naar de
hersenen plaatsvindt en er minder cel vernieuwing is van reuk- en smaakcellen.

Verminderde weerstand
Witte bloedcellen veranderen waardoor de weerstand afneemt en bijvoorbeeld een klein griepje al
een grote impact kan hebben.

Psychosociale veranderingen
Veranderingen in slaappatroon

3

, Slaappatroon: moment van inslapen tot wakker worden. Gaat ook over de kwaliteit van slaap  die
wordt bepaald door hoe diep je slaapt  ouderen slapen minder diep  worden vaker wakker en
komen dan weer moeilijker in slaap  omdat de slaapbehoefte afneemt hoeft dit geen direct
probleem te zijn  het kan wel stress opleveren waardoor ouderen nog slechter slapen. Veel
ouderen gebruiken slaapmedicatie maar hierbij ontstaat het risico op verslaving.

Verandering in dag invulling
Transitie: ingrijpende verandering  stoppen met werken is een voorbeeld (transitie is een proces,
geen moment). Als mensen niet goed weten om te gaan met die verandering kan dat leiden tot
sombere gevoelens/depressie.

Eenzaamheid
Eenzaamheid is een beleving  een klein sociaal netwerk betekent niet meteen dat iemand
eenzaam is. Vormen van eenzaamheid:
 Sociale eenzaamheid: iemand heeft minder contacten dan hij/zij wenst, maar met die
contacten zit er wel voldoende diepgang in.
 Emotionele eenzaamheid: iemand heeft genoeg contacten, maar er zit te weinig diepgang en
emotionele binding in.
 Isolatie: combinatie van sociale en emotionele eenzaamheid.

Aandacht voor levensvragen
Als mensen ouder worden komt de dood dichter bij  bij ouderen ontstaat een toenemende
behoefte om terug te blikken op het leven en zich af te vragen waar ze nu nog voor leven (zingeving).


H4 Kwetsbaarheid
Geriatrische patiënt: heeft meerdere problemen op lichamelijk, sociaal en psychisch gebied  hierbij
is sprake van een kwetsbaar evenwicht: een kleine verandering kan grote gevolgen hebben.
Het evenwicht bestaat aan de ene kant uit risicofactoren op lichamelijk, sociaal en psychisch gebied
en aan de andere kant uit beschermende factoren.

Oorzaken kwetsbaarheid
Kwetsbaarheid betekent tekorten op lichamelijk, sociaal of psychisch gebied.
Voorbeelden:
- Lichamelijke tekorten: (onbedoeld) gewichtsverlies, verminderd uithoudingsvermogen,
inactiviteit, verminderde loopsnelheid en zwakte.
- Sociale tekorten: eenzaamheid en onvoldoende sociale steun.
- Psychische tekorten: geheugenstoornis, stemmingsstoornissen, angst en coping.
Model van kwetsbaarheid van Gobbens: hierin zie je hoe bovenstaande factoren van invloed zijn op
ongewenste uitkomsten van ziekte.

Co-morbiditeit & multi-morbiditeit: betekent allebei dat er meerdere ziektes/aandoening aanwezig
zijn, maar er zit verschil in:
Co-morbiditeit: als de ene ziekte/aandoening het gevolg is van een andere ziekte/aandoening (bv.
depressie als gevolg van Parkinson).
Multi-morbiditeit: op zichzelf staande ziektes/aandoeningen (bv. diabetes en Parkinson).

Geriatrische reuzen = meest voorkomende problemen als gevolg van co-/multi-morbiditeit (ook wel
geriatrisch syndroom):
 Vallen
 Duizeligheid

4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
fthelosen Hogeschool Arnhem en Nijmegen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
70
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
66
Documenten
13
Laatst verkocht
1 jaar geleden

3,5

8 beoordelingen

5
2
4
4
3
0
2
0
1
2

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen