Leerdoelen MRI periode 5
vMRI 05-00
- De student kan de anatomie van het abdomen herkennen en benoemen en de daarbij
behorende grote bloedvaten.
- De student kan de pathologie van het abdomen herkennen op een MRI-afbeelding
- De student kan de beeldweging van de afbeelding herkennen en de keuze onderbouwen
- De student kan de scanrichting van de afbeelding hetkennen en de keuze onderbouwen.
- De student kan verbanden leggen tussen T1, T2 en PD-afbeeldingen en de relevante
parameters
- De student kan de sequentie SE, TSE en IR uitleggen
- De student kan de voor de sequentie relevante parameters benoemen
- De student kan de keuze voor de waardes van de parameters onderbouwen
- De student kan beschrijven wat vetsaturatie is.
- De student kan verschillende vetsaturatietechnieken benoemen en uitleggen
- De student kan verbanden tussen parameters en contrast-resolutie voor de verschillende
frequenties benoemen
- De student kan benoemen wat een GAP is
- De student kan uitleggen waarom voor een GAP gekozen kan worden
- De student kan relatie leggen tussen parameters, beeldkwaliteit en artefacten
- De student kan bewegingsartefacten herkenne en de oorzaak ervan benoemen.
- De student kan kennis van spelen en positionering toepassen in MR-casuïstiek.
vMRI 05-01 en 05-02
- De student kan de anatomie herkennen en benoemen van het abdomen op een MRI
1. Lever
2. Galblaas
3. Maag
4. Colon transversum
1. Vena porta
2. Lever
3. Aorta
4. Vena cava inferior
5. Vena lienalis
6. Milt
7. Corpus vertebrae
8. Pancreas
, Leerdoelen MRI periode 5
A. Galblaas
B. Maag
C. Pancreas
D. Dunne darm
E. Rib
F. Linker bijnier
G. Rechternier
H. Lever
I. Wervellichaam
J. Aorta
- De student kan beschrijven wat de etiologie, symptomatologie, onderzoeksmethoden,
therapie en prognose van enkele ziektes van het spijsverteringskanaal, waarbij MRI
onderzoeken een belangrijke rol spelen.
Casus:
Patiënt A, een 55-jarige man, werd door zijn huisarts met spoed verwezen naar de internist
vanwege koorts, buikpijn, misselijkheid, donkere urine en ontkleurde ontlasting.
Sinds een week had patiënt klachten die waren begonnen na het eten van gekruid vlees met rijst.
Deze maaltijd ‘lag zwaar op de maag’ en na enkele uren ontstond een continu drukkend gevoel
rechtsboven in de buik. Er was geen uitstralende pijn, patiënt was niet misselijk en braakte niet. Hij
had geen duidelijke kolieken. De volgende dag waren de klachten ongewijzigd. Patiënt loosde
oranjebruine urine. Weer drie dagen later produceerde hij witgrijze ontlasting en werd hij geel.
Vraag 1. Bij het lezen van deze symptomen, welke organen zijn betrokken bij deze
pathologie? Leg uit waarom?
Tractus digestivus. Lever, pancreas, darmen, galblaas en galwegen
Bij lichamelijk onderzoek werd een weinig zieke, icterische (geel ziend) man gezien met een
piepende ademhaling. De bloeddruk was 120/80 mmHg (140/90 mmHg normaal), de pols 100/min
regulair en equaal (regelmatig en evenredig), de lichaamstemperatuur 38°C en de
ademhalingsfrequentie 24/min. Er was geen kloppijn op de sinussen (luchtholtes), de neus was aan
beide zijden goed doorgankelijk. Over het hart werden zachte tonen gehoord zonder souffles
(geruis). De ademexcursies waren gering (toename van de omvang van de borstkas bij inademing),
maar symmetrisch; er waren laagstaande, weinig beweeglijke longgrenzen; beiderzijds werd zacht
vesiculair ademgeruis (ademgeluid door het openen van de longblaasjes bij inademen, te horen bij
gezonde longen) gehoord met een piepend verlengd exspirium (Langere duur van uitademen) en
expiratoire ronchi (hoorbare reutel bij uitademen) over alle longvelden. Bij onderzoek van de buik
was er levendige peristaltiek (goed), de buik was soepel, de lever en milt waren percutoir en
palpatoir (voelend) niet vergroot, er was geen druk- of loslaatpijn in de galblaasregio en er waren
geen abnormale weerstanden. Bij rectaal toucher waren er stopverfkleurige feces (wit/grijze poep)
aan de handschoen.
Vraag 2. Wat valt je op aan het lichamelijk onderzoek?
Meneer heeft een lagere bloeddruk dan gemiddeld naar heeft daarnaast een regelmatig en
evenredige hartslag, wel hoog. Er waren geen hartruizen hoorbaar. Tijdens het ademen was
er geringen toenamen van de omvang van de borstkas bij inademen en was er een
ademgeruis dat normaal is bij inademen. Darmen, lever en milt waren verder prima en de
galblaas gaf geen abnormale weerstanden. Wel had meneer wit/grijze feces wat niet normaal
is.
vMRI 05-00
- De student kan de anatomie van het abdomen herkennen en benoemen en de daarbij
behorende grote bloedvaten.
- De student kan de pathologie van het abdomen herkennen op een MRI-afbeelding
- De student kan de beeldweging van de afbeelding herkennen en de keuze onderbouwen
- De student kan de scanrichting van de afbeelding hetkennen en de keuze onderbouwen.
- De student kan verbanden leggen tussen T1, T2 en PD-afbeeldingen en de relevante
parameters
- De student kan de sequentie SE, TSE en IR uitleggen
- De student kan de voor de sequentie relevante parameters benoemen
- De student kan de keuze voor de waardes van de parameters onderbouwen
- De student kan beschrijven wat vetsaturatie is.
- De student kan verschillende vetsaturatietechnieken benoemen en uitleggen
- De student kan verbanden tussen parameters en contrast-resolutie voor de verschillende
frequenties benoemen
- De student kan benoemen wat een GAP is
- De student kan uitleggen waarom voor een GAP gekozen kan worden
- De student kan relatie leggen tussen parameters, beeldkwaliteit en artefacten
- De student kan bewegingsartefacten herkenne en de oorzaak ervan benoemen.
- De student kan kennis van spelen en positionering toepassen in MR-casuïstiek.
vMRI 05-01 en 05-02
- De student kan de anatomie herkennen en benoemen van het abdomen op een MRI
1. Lever
2. Galblaas
3. Maag
4. Colon transversum
1. Vena porta
2. Lever
3. Aorta
4. Vena cava inferior
5. Vena lienalis
6. Milt
7. Corpus vertebrae
8. Pancreas
, Leerdoelen MRI periode 5
A. Galblaas
B. Maag
C. Pancreas
D. Dunne darm
E. Rib
F. Linker bijnier
G. Rechternier
H. Lever
I. Wervellichaam
J. Aorta
- De student kan beschrijven wat de etiologie, symptomatologie, onderzoeksmethoden,
therapie en prognose van enkele ziektes van het spijsverteringskanaal, waarbij MRI
onderzoeken een belangrijke rol spelen.
Casus:
Patiënt A, een 55-jarige man, werd door zijn huisarts met spoed verwezen naar de internist
vanwege koorts, buikpijn, misselijkheid, donkere urine en ontkleurde ontlasting.
Sinds een week had patiënt klachten die waren begonnen na het eten van gekruid vlees met rijst.
Deze maaltijd ‘lag zwaar op de maag’ en na enkele uren ontstond een continu drukkend gevoel
rechtsboven in de buik. Er was geen uitstralende pijn, patiënt was niet misselijk en braakte niet. Hij
had geen duidelijke kolieken. De volgende dag waren de klachten ongewijzigd. Patiënt loosde
oranjebruine urine. Weer drie dagen later produceerde hij witgrijze ontlasting en werd hij geel.
Vraag 1. Bij het lezen van deze symptomen, welke organen zijn betrokken bij deze
pathologie? Leg uit waarom?
Tractus digestivus. Lever, pancreas, darmen, galblaas en galwegen
Bij lichamelijk onderzoek werd een weinig zieke, icterische (geel ziend) man gezien met een
piepende ademhaling. De bloeddruk was 120/80 mmHg (140/90 mmHg normaal), de pols 100/min
regulair en equaal (regelmatig en evenredig), de lichaamstemperatuur 38°C en de
ademhalingsfrequentie 24/min. Er was geen kloppijn op de sinussen (luchtholtes), de neus was aan
beide zijden goed doorgankelijk. Over het hart werden zachte tonen gehoord zonder souffles
(geruis). De ademexcursies waren gering (toename van de omvang van de borstkas bij inademing),
maar symmetrisch; er waren laagstaande, weinig beweeglijke longgrenzen; beiderzijds werd zacht
vesiculair ademgeruis (ademgeluid door het openen van de longblaasjes bij inademen, te horen bij
gezonde longen) gehoord met een piepend verlengd exspirium (Langere duur van uitademen) en
expiratoire ronchi (hoorbare reutel bij uitademen) over alle longvelden. Bij onderzoek van de buik
was er levendige peristaltiek (goed), de buik was soepel, de lever en milt waren percutoir en
palpatoir (voelend) niet vergroot, er was geen druk- of loslaatpijn in de galblaasregio en er waren
geen abnormale weerstanden. Bij rectaal toucher waren er stopverfkleurige feces (wit/grijze poep)
aan de handschoen.
Vraag 2. Wat valt je op aan het lichamelijk onderzoek?
Meneer heeft een lagere bloeddruk dan gemiddeld naar heeft daarnaast een regelmatig en
evenredige hartslag, wel hoog. Er waren geen hartruizen hoorbaar. Tijdens het ademen was
er geringen toenamen van de omvang van de borstkas bij inademen en was er een
ademgeruis dat normaal is bij inademen. Darmen, lever en milt waren verder prima en de
galblaas gaf geen abnormale weerstanden. Wel had meneer wit/grijze feces wat niet normaal
is.
