De huid
Barrièrefunctie
De huid heeft twee soorten barrières die de inwendige organen moet beschermen:
1. Zichtbare barrière (fysieke barrière), de buitenste laag van de huid bevat dode,
verhoornde cellen (hoornlaag) die samen een barrière vormen.
2. Niet zichtbare barrière, deze barrière staat op heet niveau van moleculen en wordt
gevormd door zweetklieren en talgklieren. Deze klieren scheiden melkzuur en
vetzuren uit. Hierdoor kunnen ziekmakende bacteriën zich minder goed
vermeerderen. Daarnaast bevinden zich niet-ziekmakende bacteriën zich op de huid.
Deze beschermen de huid tegen de groei van ziekmakende bacteriën.
Warmteregeling
Warmteregeling van de huid vindt plaats door:
- Het uitscheiden van water (zweet);
- De doorbloeding van de huid: de doorbloeding van de lederhuid (dermis) vindt plaats
via drie verschillende vaatnetwerken. Van diep naar oppervlakkig zijn dit:
1. Diep gelegen vaatnetwerk (fasciaal netwerk): dit netwerk ligt tussen het
bindweefsel (fascie) en het vetweefsel (subcutis). Het netwerk bevat kleine vaten
met zuurstofrijk bloed.
2. Vaatnetwerk direct onder de lederhuid (cutaan vaatnetwerk): dit vaatnetwerk ligt
tussen het vetweefsel en de lederhuid.
3. Vaatnetwerk in de lederhuid (subpapillair vaatnetwerk): dit vaatnetwerk ligt tussen
twee verschillende lagen van de lederhuid (stratum reticulare en stratum
papillare).
Een belangrijke taak van de huid is het aanmaken van pigment. Dit noemen we pigmentatie.
Hiervoor is pigment met de naam melanine verantwoordelijk voor. In de kiemlaag de
onderste laag van de opperhuid, bevinden zich de cellen de melanine aan kunnen maken.
Deze cellen worden pigmentcellen (melanocyten) genoemd. Uv-licht stimuleert de
pigmentcellen in de huid om meer pigment aan te maken.
De lederhuid
Vergleken met de opperhuid is de lederhuid (dermis)
dikker. De lederhuid is samengesteld uit bindweefsel dat
bloedvaten, zenuwen, zweetklieren, haarzakjes en
talgklieren bevat. In deze laag voel je meestal warmte en
kou, druk en aanraking. Ook kun je pijn voelen wanneer
het weefsel beschadigd wordt. De lederhuid bestaat uit
twee lagen. Van buiten naar binnen zijn dat:
1. De papillaire laag (stratum papillare), rondom deze
papillen liggen bloedvaten, zenuwen en
tastzintuigen. Ze vormen de zogenoemde
huidlijsten. De verbinding tussen de lederhuid en
opperhuid is strak. Hierdoor worden groeven en
ribbels in de opperhuid gevormd.
2. De netvormige laag (stratum reticulare), bestaat uit
een hoge concentratie collageenvezels. Deze vezels liggen gerangschikt in een
ruitjespatroon. Als een chirurg een incisie maakt, is dit ruitjespatroon van belang. Het
geeft namelijk de splijtrichting van de huid aan. Wanneer er in de splijtrichting wordt
gesneden, worden er weinig collageenvezels doorgesneden.
Barrièrefunctie
De huid heeft twee soorten barrières die de inwendige organen moet beschermen:
1. Zichtbare barrière (fysieke barrière), de buitenste laag van de huid bevat dode,
verhoornde cellen (hoornlaag) die samen een barrière vormen.
2. Niet zichtbare barrière, deze barrière staat op heet niveau van moleculen en wordt
gevormd door zweetklieren en talgklieren. Deze klieren scheiden melkzuur en
vetzuren uit. Hierdoor kunnen ziekmakende bacteriën zich minder goed
vermeerderen. Daarnaast bevinden zich niet-ziekmakende bacteriën zich op de huid.
Deze beschermen de huid tegen de groei van ziekmakende bacteriën.
Warmteregeling
Warmteregeling van de huid vindt plaats door:
- Het uitscheiden van water (zweet);
- De doorbloeding van de huid: de doorbloeding van de lederhuid (dermis) vindt plaats
via drie verschillende vaatnetwerken. Van diep naar oppervlakkig zijn dit:
1. Diep gelegen vaatnetwerk (fasciaal netwerk): dit netwerk ligt tussen het
bindweefsel (fascie) en het vetweefsel (subcutis). Het netwerk bevat kleine vaten
met zuurstofrijk bloed.
2. Vaatnetwerk direct onder de lederhuid (cutaan vaatnetwerk): dit vaatnetwerk ligt
tussen het vetweefsel en de lederhuid.
3. Vaatnetwerk in de lederhuid (subpapillair vaatnetwerk): dit vaatnetwerk ligt tussen
twee verschillende lagen van de lederhuid (stratum reticulare en stratum
papillare).
Een belangrijke taak van de huid is het aanmaken van pigment. Dit noemen we pigmentatie.
Hiervoor is pigment met de naam melanine verantwoordelijk voor. In de kiemlaag de
onderste laag van de opperhuid, bevinden zich de cellen de melanine aan kunnen maken.
Deze cellen worden pigmentcellen (melanocyten) genoemd. Uv-licht stimuleert de
pigmentcellen in de huid om meer pigment aan te maken.
De lederhuid
Vergleken met de opperhuid is de lederhuid (dermis)
dikker. De lederhuid is samengesteld uit bindweefsel dat
bloedvaten, zenuwen, zweetklieren, haarzakjes en
talgklieren bevat. In deze laag voel je meestal warmte en
kou, druk en aanraking. Ook kun je pijn voelen wanneer
het weefsel beschadigd wordt. De lederhuid bestaat uit
twee lagen. Van buiten naar binnen zijn dat:
1. De papillaire laag (stratum papillare), rondom deze
papillen liggen bloedvaten, zenuwen en
tastzintuigen. Ze vormen de zogenoemde
huidlijsten. De verbinding tussen de lederhuid en
opperhuid is strak. Hierdoor worden groeven en
ribbels in de opperhuid gevormd.
2. De netvormige laag (stratum reticulare), bestaat uit
een hoge concentratie collageenvezels. Deze vezels liggen gerangschikt in een
ruitjespatroon. Als een chirurg een incisie maakt, is dit ruitjespatroon van belang. Het
geeft namelijk de splijtrichting van de huid aan. Wanneer er in de splijtrichting wordt
gesneden, worden er weinig collageenvezels doorgesneden.
