Hoofdstuk 1 (les 1)
Inleiding
Waarom facility management?
Het is belangrijk dat de facility professional begrijpt wat mensen beweegt en wat hun
activiteiten zijn. Hij/zij maakt afwegingen voor het creëren van een passend en verrassend
aanbod.
Facility management: management van alle diensten die aan de werk, zorg- en professionele
verblijfomgeving gerelateerd zijn en die nodig zijn om mensen te ondersteunen bij hun
streven naar toegevoegde waarde voor de organisatie.
Algemeen facility management:
Veel verschillende verschijningsvormen
Fm kan per land verschillen
Fm heeft tal verschillende functies
Facility manager is eigenlijk de facility professional
Opgericht in 1981
Facility management in de organisatie
Primaire processen
(kernprocessen binnen een organisatie)
Secundaire processen
(ondersteunende processen)
Facility management is bijna altijd het secundaire proces. Facility management is namelijk de
ondersteunende functie voor een organisatie.
Facility management in organisatiestructuur
er zijn drie soorten structuren als het gaat om organisatiestructuur.
Strategisch (S)
Hoogste niveau (hoofd directie, raad van bestuur)
Vaststellen van beleid en doelstellingen
Strategie bepalen en koers uitstippelen (waar wil de organisatie op lange termijn
naartoe)
In FM: vertaalt deze strategie naar facilitair beleid
In de piramide: richten (hoe & wat in relatie tot externe omgeving)
Tactisch (T)
Activiteiten die vaak plaats vinden op middle-managementniveau
Centraal staan besluiten die gaan over de inrichting van de dienstverlening
,In FM: is bezig met thema’s als inrichten processen, personele inzet en keuze over het
assortiment
in piramide: inrichten (aanbod, assortiment, proces, wie & wanneer)
Operationeel (O)
Alle handelingen & activiteiten die nodig zijn voor de daadwerkelijke ‘daad’
‘dagelijkse operatie’
Centraal staan het leveren van de afgesproken dienstverlening
In FM: staan in contact met interne en externe klant.
In piramide: verrichten (hoe & wanneer)
Mintzberg is de grondlegger van organisatiekunde en kwam met het volgende voorbeeld:
ondersteunende functies voor de
organisatie: FM, HRM, MARKETING
ondersteunende functies
operationele kern: FINANCE,
PLANNING, TRAINING
Klanttypes & klantbeleving
Interne klant: medewerkers en
collega’s
externe klant: bezoekers en andere
belanghebbende partijen
, Die intensiteit van klantrelaties tussen de facility medewerker en de klant verschilt per
branche:
Kantoorhoudende bedrijven:
facilitair medewerker ------ interne klant ----- externe klant - - - - facilitair
medewerker
Zorgomgeving
facilitair medewerker ----- interne klant ---- externe klant ----- facilitair medewerker
Horeca
Facilitair medewerker - - - - interne klant - - - - externe klant ------ facilitair
medewerker
--------- intensief contact
- - - - nauwelijks contact
Naast de interne en externe klant, zijn er ook andere typen klanten:
Bepalende klant (client): de centrale directie die het budget voor FM vaststelt.
Betalende klant (customer): de afdeling/divisiemanager die op basis van een
dienstverleningsovereenkomst voor de dienstverlening betaald.
Genietende klant (end-user): de gebruiker die van het facilitair assortiment gebruikt maakt.
Ontwikkelingsfase facilitaire organisatie
Er zijn drie soorten ontwikkelingsfase in een organisatie.
Beheerorganisatie bijna alles zelf doen
deel van operationele organisatie uitbesteden
Lage uitbesteding
Focus op (zelf)uitvoering
Vastgesteld budget
Regieorganisatie zelf uitvoeren, maar ook veel uitbesteden
alles behalve strategische organisatie uitbesteden
Fm organisatie heeft vooral een ‘sturende’ rol
Focus op afstemmen vraag & aanbod
Uitvoering vooral door externe partijen
Demandorganisatie (bijna) alles uitbesteden
alles behalve het topje van de strategische organisatie uitbesteden
Kleine, eigen fm organisatie
Focus op definiëren van de klantvraag
Samenwerking met grote commerciële leveranciers
Taken en verantwoordelijkheden van de facility professional